< | Resultaat 1789 van 2531 | > |
---|
Coolen, Antoon (° Wijlre [Nederland], 1897-04-17 - ✝ Eindhoven [Nederland], 1961-11-09)
Nederlands schrijver.
Hij werd in Wijlre in Zuid-Limburg geboren. In 1903 verhuisde het gezin naar Deurne. Na het gymnasium werd Coolen journalist. Hij werkte in Eindhoven, Maastricht en Utrecht. In 1920 werd Antoon Coolen redacteur van de Gooische Post in Hilversum. In de jaren dertig vestigde hij zich met zijn gezin in Deurne en wijdde zich in het vervolg alleen aan de literatuur. Opgenomen in de kring van het jong-katholieke maandblad De Gemeenschap - waarvan hij van 1933 tot 1941 ook redacteur was - werd hij een der bekendste Nederlandse romanschrijvers. In de oorlogsjaren weigerde Coolen de Rembrandtprijs van de Hamburgse universiteit. Ook schreef hij zich niet in bij de Kultuurkamer, waardoor hij niet meer kon publiceren. Aan het einde van de oorlog dook hij onder. Na de oorlog nam hij plaats in een tribunaal voor de zuivering van personeel van de overheid en bedrijven. Antoon Coolen werd vooral bekend als schrijver van de Peel. Veel romans van Coolen spelen zich af in deze Brabantse streek. Verschillende van zijn werken werden bewerkt voor televisie en als speelfilm. Veel van zijn boeken verschenen ook in andere talen. Antoon Coolen viel in oktober 1961 uit een rijdende trein. De ware toedracht bleef onopgehelderd. Een maand later overleed hij aan een hartaanval. Andere belangrijke werken van Antoon Coolen zijn: Peerke dat manneke (1926), Kinderen van ons volk (1928), Het donkere licht (1929), Peelwerkers (1930), De goede moordenaar (1931), Dorp aan de rivier (1934), Herberg 't Misverstand (1938) en De vrouw met de zes slapers (1953).
Lannoo, Joris (° Tielt, 1891-02-20 - ✝ Tielt, 1971-12-08)
Directeur van drukkerij-uitgeverij Lannoo te Tielt.
Joris Lannoo begon zijn humaniorastudie aan het Tieltse college, maar moest die in 1909 noodgedwongen stopzetten. Op 1 juni 1909 nam hij samen met zijn broer Rafaël een kleine Tieltse drukkerij, drukkerij Horta, over. Na de Eerste Wereldoorlog, waarin hij als officier aan het front van de Yzer streed, bevond de uitgeverij zich in verval, maar door grote inspanningen werkte Lannoo zich opnieuw op. In 1929 vestigde hij zich in de Kasteelstraat, waar hij een groot bedrijf oprichtte en leidde tot in de jaren '60, toen een ziekte hem geleidelijk het werk uit handen nam en zijn zonen hem opvolgden. Hij gaf veel Vlaamse werken uit van o.a. Stijn Streuvels, Guido Gezelle, Emiel van Hemeldonck, ... Verder was hij ook nog stichtend lid van de Vereniging ter Bevordering van het Vlaamse Boekwezen en van de Vlaamse Uitgeversbond. Hij legde contacten met Nederlandse uitgevers als de R.K. Boekcentrale, Van Langenhuysen en Veen, met wie hij jaren samenwerkte. Het bedrijf omvat thans drie afdelingen: drukkerij, grafiek en uitgeverij.