<Resultaat 29 van 2531

>

Weerde,
Ik ben een luchtje komen scheppen om eens te verademen uit den poer[1]-geur!! en maak er even gebruik van om U en Uw geachte egade hartelijk te groeten! Binnen een 10 dagen ga ik terug naar... de duisternissen![2]
Uw (handtekening Stijn Streuvels)

Annotations

[1] poer: buskruit
[2] De eerste Duitsers vielen Ingooigem binnen op 22 augustus 1914. De eerste beschieting van Ingooigem gebeurde op 10 september 1914. Op 5 oktober besliste Streuvels zijn vrouw en 2 kinderen (Paul en Paula) onder te brengen bij zus Lisa en broer Karel in Brugge. Vandaar konden ze dan uitwijken naar Nederland of Engeland. In Ingooigem was men niet goed op de hoogte van de gebeurtenissen aan de frontlinies. In Streuvels' oorlogsdagboek worden sommige oorlogsfeiten soms pas enkele weken na datum vermeld. Het was er relatief rustig, maar Streuvels achtte het toch beter vrouw en kinderen in veiligheid te brengen. Op 15 oktober kreeg Streuvels een eerste teken van leven uit Brugge, het volgende briefje dateert van 13 november 1914 en kwam vanuit Amsterdam. Alida meldde hem dat zij sedert 5 weken onderdak gevonden had bij Streuvels' uitgever Veen: Nu ga ik bijna alle zondagen met juffer Nijland naar 't Concertgebouw. Er wordt daar zo prachtig muziek uitgevoerd zoals ik het in België nooit hoorde, maar ik geniet er toch niet ten volle van. 't Is mij onmogelijk. Ik ben te veel verstrooid en mijn gedachten zijn altijd bij u in 't Lijsternest, waar gij nu toch zo enig en verlaten zit, zo ver van ons. Wanneer zal het toch God believen dat we weer samen zijn. Ik verlang mijn hart om weer naar mijn land te keren. Op 2 december vertrok Streuvels naar Amsterdam, waar hij aankwam op 6 december. Hij bleef er slechts enkele dagen. Alida en de kinderen bleven bij Veen. Op 3 februari 1915 schreef zij opnieuw: Wanneer zullen wij maar mogen naar huis komen, ik verlang toch zo zeer om weder naar mijn land te komen. 't En is maar nu dat we eigenlijk gevoelen hoezeer we van ons land houden. [...] Maar wanneer zal er een eind aan komen aan die ongelukkige tijd, die ons allen doet ons land ontvluchten, dat we nu moeten leven ver van al degene die ons zo dierbaar zijn. Nu hoop ik wel dat ge er aan denkt aan hetgene wij hier afgesproken hebben, en in een voetnoot: Ik zou geheel gaarne naar huis komen, want met mij gaat het niet best. Op 11 februari arriveerde Streuvels voor de tweede keer in Amsterdam om zijn gezin terug naar Ingooigem te brengen. Bij die gelegenheid had hij kopij bij zich uit zijn oorlogsdagboek om aan Veen te overhandigen, waarschijnlijk uit dankbaarheid voor de gastvrije ontvangst van zijn vrouw en kinderen. Nauwelijks waren ze terug in Ingooigem of de storm brak los. de brieven van Alida Staelens zijn geciteerd in Hedwig Speliers, Dag Streuvels, p. 381-406

Indextermen