FRANK·LATEUR
7 October '21
Waarde Herman Robbers,
De tableaux in Damme zijn geschilderd en gefotografeerd — afdrukken krijg ik eerstdaags. Het stuk tekst moet enkel nog geschreven worden[1] — dàt is bijzaak. Ik wilde U echter vragen: zijt Gij er niet op gesteld van een dier tableaux eene gekleurde reproductie te geven? en in dit geval wàt moet er gedaan worden? (Ik bedoel een stuk dat als frontispice-plaat[2] dienst zou doen) Ik heb er echter geen idee van: of dat in de zaak der mogelijkheden of waarschijnlijkheden valt![3] Wat de gewone reproducties betreft: die gebruikt Gij [2]
volgens beliefte en op het formaat dat Gij geschikt vindt — De bijgevoegde plaatjes kunnen misschien dienst doen als bladvulling in een soort pêle-mêle[4] vorm. Er zijn ook twee penteekeningen bij van een jongen neef v[an] Viérin.[5] Ik ben er bijzonder op gesteld dat Gij die gebruiken zoudt op een niet al te klein formaat[6] 1º omdat ik ze merkwaardig vind, 2° omdat die jonge artiste er zoo gelukkig om zijn zal. Misschien kunt gij ze — daar 't penteekeningen zijn, als binnentekstplaten gebruiken, omdat ze zich goed laten drukken met den tekst?[7] of is dat tegen de princiepen v[an] het tijdschrift? [3]Enfin, Gij krijgt binnen kort wel een en ander in Uw bezit[8] en dan verneem ik wel wat er gebeurt.
Met genegen groet
voor U beiden
voor U beiden
(Stijn Streuvels)
Ik doe hier nog een
boekje bij. Het soort
der editie voor Holland
— waarvan ik echter geen
ex[em]pl[aren] bezit — is echter veel
beter en in plezieriger om
slag uitgegeven!
boekje bij. Het soort
der editie voor Holland
— waarvan ik echter geen
ex[em]pl[aren] bezit — is echter veel
beter en in plezieriger om
slag uitgegeven!
Annotations
[1]
Vanaf 31 augustus 1921 verbleef Streuvels, samen met kunstschilder Emmanuel Viérin, gedurende enkele weken te Damme en reisde de omgeving af. L. Schepens, Kroniek van Stijn Streuvels, p. 75
Naar aanleiding van deze reis schreef Streuvels Met Viérin te Damme. Deze bijdrage werd gepubliceerd in Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift, 32 (1922), 63, p. 21-32; p. 94-105 (januari, februari) en werd in 1924 opgenomen in Herinneringen uit het verleden. Tielt, J. Lannoo, 1924 als 'Damme' (p. 25-54).
Bij Streuvels' stuk in Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift werden naast enkele foto's ook reproducties van schilderijen en pentekeningen van Emmanuel en diens neef Luc Viérin opgenomen.
Cf. Streuvels' brief aan Robbers van ??? september 1921.
[2]
frontispice: versierd titelblad van een boek
[3]
Cf. antwoord van Robbers op 10 oktober 1921.
[4]
pêle-mêle: door elkaar
[5]
Over de 'jongen neef': Nu hebben we bezoek gekregen: Luc Viérin, een jonge neef van den schilder, is ons in het stille oord [Damme, JD] komen gezelschap houden en gaat er flink aan 't werk om penteekeningen te maken.
Het betreft hier de pentekeningen 'Binnenzicht der zaal met de balken in het stadhuis' en 'De kerk te Damme'.
[6]
De twee gepubliceerde pentekeningen van Luc Viérin zijn desondanks toch op een vrij bescheiden formaat afgedrukt: 7,5 x 9,5 cm en 5 x 7 cm.
[7]
Eén van de tekeningen werd als binnentekstplaat afgedrukt, de andere is afgedrukt vóór de tekst, in een gedeelte van het tijdschrift dat voorzien is voor illustraties.
[8]
Cf. Streuvels' brief aan Robbers van 6 november 1921.
