<Resultaat 680 van 2531

>

STYN·STREUVELS
Waarde Vriend,
Willem Putman zegt me zooeven dat hij U een tooneelstuk heeft opgestuurd[1] en vraagt me dit in Uwe genade te willen aanbevelen. Dit natuurlijk voor zoo ver het goed is! (Ik heb het niet gelezen!)[2] Binnen kort stuur ik U een stuk antiek proza van mij voor Elseviers[3]
Ik hoorde van De Bom dat het met L[eo] Simons niet goed gaat —?[4] Gister hebben we hier nog een vriend begraven: den schilder Modest Huys van Zulte.[5] — De rangen worden al dunner bezet!
Nu moet ik U nog iets vragen: in het febr[uari] N[umme]r van Elseviers dat ik daar juist ontving, komt een kleine bijdrage voor van Miek Janssen over Toorop te Ingoyghem[6] (zij had het veel interessanter kunnen maken!) — die foto's op p[agina] XXVII heb ik zelf gemaakt maar het Toorop portret op p[agina] XXVIII van M[ichel] de Klerk vind ik bijzonder goed. Ware er geen middel daar een tweede exempl[aar] of afdruk van te bekomen? Dit zou ik willen inlijsten en in mijn kamer ophangen. Doe Uw best om mij dat genoegen te verschaffen.[7]
Intusschen met
minzamen groet
Uw
(handtekening Stijn Streuvels)

Annotations

[1] Het betreft hier het toneelstuk Armoede, door Putman beëindigd in december 1931 en opgevoerd in de winter van 1932. De hoofdrol in Putmans eenakter is weggelegd voor Jack, speler in een bioscoopzaal. Door de opkomst van de sprekende film verliest hij echter zijn job. Hij gaat heel snel weer aan de slag, nu als bankbediende, maar na korte tijd wordt hij ook daar op straat gezet. Jack raakt in armoede en kan de dure modegrillen van zijn vriendin niet meer bekostigen. Tot overmaat van ramp papt ze aan met zijn gewezen werkgever. In een vlaag van woede vermoordt Jack zijn baas en gaat aan de haal met een flinke hoop geld. De politie zit hem achterna. In een luxe hotelkamer vinden we Jack terug in het gezelschap van een vreemde vrouw. Jack wil maximaal genieten van zijn gestolen geld, want hij beseft dat zijn geluk van korte duur is. Terwijl een kelner heerlijke gerechten de kamer binnendraagt, vermaken Jack en Dolly zich. Tijdens deze wilde stoeipartij ontdekt Dolly bloedvlekken op Jacks manchette. Haar vermoedens worden bevestigd wanneer haar oog valt op een artikel over de moord. Ze belt onmiddellijk de politie, maar krijgt daar heel snel spijt van. Ze smeekt Jack te vluchten in de hoop hem later nog te kunnen bezoeken. Jack weigert zich echter uit de voeten te maken en Dolly is gedwongen om hem te verstoppen. De politie valt de kamer binnen maar Dolly stuurt hen terug weg: Jack is verdwenen. Men wil de gevluchte achterna, maar Jack pleegt uiteindelijk zelfmoord. Pierre Neuhard, Chronologische analyse, synthese en besluiten over de figuur van Willem Putman als toneelschrijver, p. 244-248
[2] Cf. reactie van Robbers op 6 februari 1932.
[3] Het betreft hier: 'Skjold', enkel gepubliceerd in Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift, 42 (1932), II, p. 399-403.
[4] Op 28 december 1931 schreef De Bom aan Streuvels: Daareven een kaart van Ludo Simons, die er weer erg aan toe is of was — Laat hem eens wat horen! Letterenhuis, B 708/B
[5] Streuvels getuigt in zijn memoires: De 30ste [januari 1932, JD] is Modest Huys overleden. Daags te voren waren we nog samen gezellig bijeen te Kortrijk en er was niets aan hem te merken. Modest was een fidele kerel, een beetje naïef, maar hartelijk en trouw, iemand die in alle eenvoud en plichtbesef, schilderde gelijk een ambachtsman, die meent elke dag zijn volle uren werk te moeten afleggen. We hebben samen plezierige dagen beleefd, gereisd, gepraat, gediscussieerd over kunst; over en weer op bezoek geweest. Hij was een aangename verteller, had alle soorten ongewone avonturen beleefd, die hij perfect kon dramatiseren. Wij hebben in hem een gezel verloren die hoorde tot onze intieme club van vrienden. Stijn Streuvels, Ingooigem, p. 99
[6]
[7] Cf. antwoord van Robbers op 6 februari 1932.

Register

Naam - persoon

De Bom, Emmanuel (° Antwerpen, 1868-11-09 - ✝ Kalmthout, 1953-04-14)

Letterkundige, bibliothecaris, journalist.

Was hoofdbibliothecaris van de Antwerpse stadsbibliotheek (1911-1919; 1926-1933), die hij reorganiseerde. Hij was ook bedrijvig in de journalistiek, vanaf 1904 als correspondent van de Nieuwe Rotterdamsche Courant en als redacteur (1920-1926) van de Volksgazet. Hij was medeoprichter van Van Nu en Straks, Vlaanderen en het Tijdschrift voor Boek- en Bibliotheekwezen. Als een van de eersten in Vlaanderen vroeg hij aandacht voor het toneel van Ibsen en voor de opvattingen van William Morris betreffende boekverzorging. Zijn kleine roman Wrakken (1898), een document van de fin-de-siècle en neerslag van een persoonlijke crisis, is een van de eerste Vlaamse psychologische stadsromans. Daarna schreef hij nog gemoedelijke en stemmingsvolle schetsen en verhalen en talrijke vlotte kronieken. Met Streuvels was hij intiem bevriend en voerde hij een uitgebreide briefwisseling.

De Klerk, Michel (° Amsterdam, 1884-11-24 - ✝ Amsterdam, 1923-11-24)

Nederlands architect, een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de Amsterdamse School.

De Klerk hield er als architect eigen, persoonlijke opvattingen op na. Veel van zijn gebouwen in Amsterdam vallen op door hun golvende gevels, de zorgvuldige detaillering, het virtuoze metselwerk en de vele fantastische elementen. Een en ander komt ook tot uiting in zijn interieur- en meubelontwerpen. Van De Klerk is ook een aantal portrettekeningen en schetsen bekend.

Huys, Modest (° Olsene, 1874-10-25 - ✝ Zulte, 1932-01-30)

Belgisch schilder.

Huys kreeg raad en steun van Emile Claus en volgde lessen aan de Academie te Antwerpen o.l.v. Joors en Van Leemputten. Voorkeur voor o.a. landschappen, taferelen met dieren, portretten, marines, genretaferelen, stadsgezichten, interieurs, spelende kinderen. Als impressionist illustreerde hij de schoonheid van de Leie aan de hand van taferelen uit de streek rond Zulte en Gottem waar de vlasbewerking plaatsvond. Hij interesseerde zich evenzeer voor het karakter en de ziel van zijn volk, de vlasbewerkers, de land- en fabrieksarbeiders, de ambachtslui, de bedevaarders, de kermisgangers, de schippers. Zeer bekend ook zijn zijn portretten van Stijn Streuvels, Hugo Verriest en René de Clercq.

Janssen, Miek (° Arnhem, 1890-04-11 - ✝ Hilversum, 1923-11-20)

Nederlandse omstreden dichteres en schilderes, enkel bekend gebleven door haar vermeende relatie met en boeken over de bekende Nederlandse schilder Jan Toorop, diverse artikelen en haar herinneringen aan hem.

Romans: Jan Toorop (1915), Schets over het leven en enkele werken van Jan Toorop (1920); dichtbundels: Aan den einder (1915), Schaduw van den toren (1916), De wroeging. Spel bestaande uit acht beelden (1922).

Putman, Willem (° Waregem, 1900-06-07 - ✝ Brugge, 1954-09-03)

Vlaams schrijver, zoon van de boekhandelaar en toneelschrijver en -uitgever Palmer Putman. Toneelauteur.

Hij werd beschouwd als een vroegrijp genie en ontpopte zich tot een modieus veelschrijver. Hij schreef toneelstukken, werd theatercorrespondent voor de Nieuwe Rotterdamsche Courant, debuteerde als romancier en publiceerde twee bundels theaterkritiek. Beroepshalve werkte hij van 1922 tot 1926 als ambtenaar, meer bepaald als vertaler, bij het ministerie van justitie, en van 1926 tot 1944 als rijksinspecteur van de openbare bibliotheken in de provincie West-Vlaanderen. Volgens Robert Verschuere had Streuvels 'aanvankelijk een grote waardering voor de schrijver Willem. Alhoewel letterkundig begaafd [...] was Willem vooral op muzikaal gebied zeer begaafd. Het was een veelzijdig talent, een fijnzinnig artiest als romancier en toneel-schrijver. Streuvels beweerde dat Willem op tienjarige leeftijd grote stukken speelde van wereldberoemde meesters.'

Putman, Willem (° 1900 - ✝ 1954)

Letterkundige. Aanvankelijk schreef hij toneel onder het pseudoniem 'Willem Hegeling'. 1922 1926 was hij ambtenaar bij het ministerie van Justitie, 1926 1944 rijksinspecteur van de openbare bibliotheken in West-Vlaanderen. Intussen was hij ook dramaturg en theatercorrespondent voor de Nieuwe Rotterdamsche Courant. Tot zijn voornaamste werken uit die periode horen het realistische Het oordeel van Olga (1920) en de impressionistisch-romantische drama's Het stille huis (1921) en Mama's kind (1923). Van belang voor de geschiedenis van het Vlaamse toneel in het interbellum is zijn Tooneeldagboek 1926-1938 (1939).

Simons, Leo (° 's-Gravenhage, 1862 - ✝ Rotterdam, 1932)

Nederlands letterkundige en uitgever.

Leo Simons richtte in 1905 de Wereldbibliotheek op, een 'Maatschappij voor goede en goedkope lectuur', en was tot 1930 directeur. In deze functie heeft hij belangrijke arbeid verricht voor de volksontwikkeling, in het bijzonder door de verspreiding van het goede en goedkope boek. Hij publiceerde o.m. de studies Vondel's Gijsbrecht (1902) en Vondel's dramatiek (1912), schreef Joods nationalisme en assimilatie (1925), hield tal van voordrachten en schreef ook een aantal komedies en zedenspelen. Belangrijk is zijn geschiedkundige werk Het drama en het tooneel (5 dln., 1921-1932). Simons had een universitaire opleiding genoten en was een overtuigd Grootnederlander. Hij had in 1891 het Nederlandsch Taal- en Letterkundig Congres in Gent bijgewoond en daar Emmanuel De Bom leren kennen. Hij heeft 3 jaar in een Londense uitgeverij geleerd. Na zijn huwelijk was hij in Amsterdam gaan wonen.

Simons, Leo (° 1862 - ✝ 1932)

Joodse Nederlander die werkte als theatercriticus en redacteur van het weekblad Hollandia (1889-1903). Oprichter van de 'Maatschappij voor Goede en Goedkoope Lectuur', beter bekend als de Wereldbibliotheek (1905). Hij gaf aan vele Vlaamse schrijvers de kans om in zijn fonds te publiceren en was zeer goed bevriend met De Bom. Zie onder meer de studie Oog voor Vlaanderen. Leo Simons en de Vlaamse ontvoogdingsstrijd van Willem van den Steene (Gent, KANTL, 2001).

Simons, Leo Mz (° Den Haag, 1862-08-01 - ✝ Rotterdam, 1932-06-11)

Auteur, uitgever (Wereldbibliotheek) en Vondelkenner.

Toorop, Jan Theodoor (° Purworedjo, Java, 1858-12-20 - ✝ Den Haag, 1928-03-03)

Nederlands schilder, tekenaar, graficus, aquarelist en ontwerper van kunstnijverheid.

In het begin van zijn carrière schilderde Toorop impressionistisch gekleurde portretten, landschappen, figuurstukken en interieurs. Na 1890 evolueerde hij naar het symbolisme. Ook paste hij de techniek van het pointillisme toe, waaruit zijn veelzijdigheid als schilder blijkt. Invloed van de Javaanse kunst komt tot uiting in het gebrek aan perspectief en de vulling van het volledige vlak. Na zijn bekering tot het rooms-katholicisme (1905) schilderde hij vooral religieus geïnspireerde taferelen. Toorop heeft er in sterke mate toe bijgedragen dat de Nederlandse beeldende kunst aansloot bij de contemporaine vernieuwende tendensen van de Europese kunst.

Toorop, Jan (° Purworedjo (Java), 1858-12-20 - ✝ Den Haag, 1928-03-03)

Schilder, tekenaar, graficus, aquarellist en ontwerper.

Titel - werken van Streuvels

Streuvels, Stijn, Ingoyghem II, 1914-1940 (1957). [bio]
[Eerste druk], [Brugge], Desclée De Brouwer, [1957], 206 + [II] p., 20 x 13,3 cm.
Streuvels, Stijn, Ingoyghem II, 1914-1940 (1957).
Voorpublicatie
  • [Academische toespraak bij de benoeming tot Doctor honoris causa aan de Universiteit te Leuven], verschenen in het extra nummer van Ons Leven, 17 november 1937.
  • [Academische toespraak bij de benoeming tot Doctor honoris causa aan de Universiteit te Leuven], Nieuw Vlaanderen, III, 1937, nr. 49 (= 4 december), onder de titel: Wat ik in mijn werk heb uitgebeeld.
  • [Pastorale] - Dietsche Warande en Belfort, LIII, 1953, p. 14-18 (januari), gedat. November 1952.
  • [De gevarenis van Djooske Dekkers] - Dietsche Warande en Belfort, LVII, 1957, p. 65-68 (januari).
Druk
  • [Eerste druk], [Brugge], Desclée De Brouwer, [1957], 206 + [II] p., 20 x 13,3 cm.
  • [Tweede druk], in: Volledig werk. Deel IV. Brugge-Utrecht: Uitgeverij Orion, N.V. Desclée De Brouwer, [1973], p. 1333-1503.