FRANK·LATEUR
Ingoyghem den 15 Januari, '42
Waarde Heer De Meyer,
Daags voor onze bijeenkomst te Kortrijk
[1] had ik een brief geschreven aan de firma
Veen om den gespannen toestand op te klaren
[2] en al mijne argumenten voorgelegd waarom ik besloten had bij hen niet meer te laten drukken.
[3]
Sedert heeft de heer
Grymonprez aldaar eene offerte gedaan van den nieuwen druk
v[an de] Vlaschaard in de
Lijsternestreeks.
[4] In plaats van antwoord op mijn brief, kreeg ik gister, per expres en aangeteekend:
een voorstel van nieuwen druk van de Gezelle-dundruk-editie,[5] met een contract in dubbel en het verzoek dit contract onderteekend... per expres te willen terugsturen![6]
Wat steekt daar achter?
Ze schrijven mij dat er nog 1845
ex[em]pl[aren] in voorraad zijn,
[7] doch deze zien te verkoopen in het loopend jaar en daarom — gezien de papierschaarschte (!) tot een nieuwen druk besluiten.
[8]
Ik antwoord hun:
[9] of er van die 1845
ex[em]pl[aren] niet een partij naar België kunnen geleverd worden, aan de gewone condities,
[10] omdat de voorraad hier is uitgeput. Verder: dat ik even nadenken moet over het voorstel van nieuwen druk en het niet gaat per expres een onderteekend contract op te sturen;
[11] dat ik mij niet kan verbinden of vastleggen door een contract, als er
b[ijvoorbeeld] niet tot de uitvoering kan overgegaan worden... door gebrek aan papier!
Dat contract behelst nog enkele
Art[ikels] waarover ik niet geheel in het reine ben en waarover ik Uw raad of advies zou willen inroepen.
O[nder andere] Art[ikel] 3.: De prijs in België zal in overeenstemming zijn met dien voor Holland en mag niet worden gewijzigd...
enz[ovoort] (Wat hier met "overeenstemming" bedoeld wordt, is mij niet duidelijk.)
Art[ikel] 5: De firma die de exploitatie van het boek voor België op zich neemt en een overeenkomstig aantal
ex[em]pl[aren] afneemt, wordt principieel door
L[odewijk Jacobus] Veen's uitgeversm[aatschapp]ij aangewezen (!) doch is
L[odewijk Jacobus] Veen bereid een eventueel voorstel van den heer
Lateur hiertoe strekkend in overweging te nemen.
(Geschiedt dit zonder een voorstel van mij — "of zonder een dergelijk voorstel is aangenomen
["] (!) dan is
Veen aansprakelijk voor de afrekening van het eereloon. Komt er een exploitant voor
B[elgië] op mijn voorstel, dan blijf ik aansprakelijk voor de betaling die de
B[elgische] exploitant voor de door dezen laatste afgenomen
ex[em]pl[aren] aan
Veen verschuldigd.
Enz[ovoort enzovoort][12]
[2]
Gij ziet dat alles hierin goed is aangeduid.
Zou dit overhaast voorstel niet zijn oorzaak hebben omdat Zij willen weten of
Gezelle bij hen kan blijven, eer dat zij zich verbinden aan de
Lijsternestreeks?
[13]
Ik wilde over die kwestie Uw zienswijze kennen voor al eer dit contract te onderteekenen. Wilt U mij even laten weten hoe Gij er over denkt?
[14]
Vindt Gij het beter dat wij er mondeling over praten, zeg mij dan wanneer ik U kan vinden in Gent.
[15]
In afwachting Hoogachtend gegroet
(handtekening Frank Lateur)
Annotations
[1]
Uit de brief van Gilbert Grymonprez aan Stijn Streuvels van
19 december 1941 kunnen we afleiden dat de bijeenkomst plaatsvond op 23 december 1941 in de Kortrijkse uitgeverij Zonnewende.
[2]
Brief van 22 december 1941. De '
gespannen toestand' verwijst naar onenigheid over de publicatierechten voor
De vlaschaard. Volgens Streuvels ging het bij deze onenigheid niet over contracten of auteursrechten, maar enkel over de uitlevering van voorraden. Zonnewende, de Standaard Boekhandel en Lannoo waren bereid de voorraden van Veen over te nemen. Bovendien waren de contracten met Dechenne en Lannoo al ondertekend, de tekst gezet en de proeven nagezien. De nieuwe uitgaven zouden zeker en vast verschijnen. Bovendien meende Streuvels nooit zijn auteursrechten afgestaan te hebben, want ook de Standaard Boekhandel publiceerde werken van hem.
Brief in Letterenhuis, S 935/B2/Veen
[3]
In Lodewijk Jacobus Veen zelf had Streuvels altijd een onbegrensd vertrouwen gehad. Na Veens overlijden in 1919 werd de zaak verdergezet. Onregelmatigheden (een kwestie van meerdrukken) in verband met uitgaven van Guido Gezelle in 1924, had het vertrouwen in de firma enigszins aan het wankelen gebracht.
Brief van 14.11.1941, Letterenhuis, S 935/B2/Veen
Op 22 december 1941 schreef Streuvels aan de firma Veen dat hij herhaaldelijk slordigheden en nalatigheden ondervond: de contracten waren heel slordig opgesteld, er was geen publiciteit voor zijn werken, geen catalogus, geen initiatief. En in tegenstelling tot zijn andere uitgevers kreeg hij ook nooit, tenzij op zijn uitdrukkelijke vraag en na aandringen, een overzicht van de voorraden of van het aantal verkochte exemplaren. Brief in Letterenhuis, S 935/B2/Veen
[4]
De exploitatie van de
Lijsternestreeks voor Holland werd toevertrouwd aan Zonnewende, maar aan Grymonprez werd als uitdrukkelijke voorwaarde gesteld bij L.J. Veens Uitgeversmaatschappij het eerste aanbod te doen en de Nederlandse firma de voorkeur te laten voor de exploitatie in Nederland.
Brief van Stijn Streuvels aan L.J. Veen van 22.12.1941, Letterenhuis, S 935/B2/Veen
[5]
Guido Gezelle's Dichtwerken. Tekstbezorging, inleiding en lexicon door Frank Baur. Antwerpen, Standaard Boekhandel. In samenwerking met Amsterdam, L.J. Veens Uitgeversmaatschappij N.V. De eerste druk dateert van 1934, de tweede herziene druk (de bedoelde 'nieuwen druk') van 1943. Een eerste volume bevat
Dichtoefeningen;
Kerkhofblommen;
Gedichten, Gezangen en Gebeden;
Liederen, eerdichten en Reliqua;
The song of Hiawatha. Het tweede deel omvat
Tijdkrans;
Rijmsnoer;
Laatste Verzen. De uitgave heeft ook een uitvoerig verklarend
Glossarium en een alfabetisch register van titels en beginregels. Alles samen beslaat het werk ongeveer 1786 bladzijden.
[6]
Het voorstel werd op 8 januari 1942 als aangetekende brief per expresse verstuurd. Het definitieve contract dateert van 9 januari 1942.
[7]
De totale oplage van de eerste dundrukuitgave van
Guido Gezelle's Dichtwerken bedroeg 10.000 exemplaren. 5.000 exemplaren waren voor Nederland bestemd, de overige 5.000 hadden de Vlaamse markt bereikt.
[8]
Ook Nederland, waar in tegenstelling tot Vlaanderen een burgerlijk bestuur heerste, had met het probleem van de papierschaarste te kampen. Dat men met het oog op een tekort aan papier aan een nieuwe herdruk wilde beginnen, is inderdaad niet erg logisch.
[9]
Streuvels' retourbrief dateert van 18 januari 1942.
[10]
Alle boeken uit Nederland moesten via de Centrale voor Import van Boeken uit Nederland (Antwerpen) of via de Groepagedienst van de VBVB — naar wie via het Bestelhuis in Amsterdam boeken gegroepeerd gestuurd werden — de bestemmeling bereiken, nadat de lijst van boeken door de Propaganda Abteilung goedgekeurd werd. Vanaf 1 januari 1942 golden verschillende tarieven, gerekend volgens het gewicht van de zending.
'Import van boeken uit Nederland', in: Mededeelingen van de VBVB, XIII, nr. 1-2, Januari 1942, p. 3
[11]
Op 23 januari 1942 reageerde de firma Veen hierop door te zeggen dat het ook niet de bedoeling was dat het contract als expresbrief teruggestuurd werd, en dat zij hem enkel het ontwerp-contract per expresse zonden om hem zo meer tijd tot overleg te geven.
Brief in Letterenhuis, S 935/B2/Veen
Voor de reactie van de firma Veen op de overige verzoeken: cf. de brief van Streuvels aan De Meyer van
31 januari 1942.
[13]
Cf. de offerte van Grymonprez.
[15]
De plaats van afspraak zou dan de Standaard Boekhandel te Gent (Sint Baafsplein 70) zijn. Het Gentse filiaal werd in 1933 opgericht bij de overname van de boekhandel Siffer door Maurits De Meyer.
Ludo Simons, Het boek in Vlaanderen sinds 1800. Een cultuurgeschiedenis., p. 313