FRANK·LATEUR
Ingoyghem den 15 Oktober, '42
Waarde Heer De Meyer,
Tegelijkertijd met Uw brief[1] ontving ik een schrijven van de firma Veen waarin de schikkingen van de Gezelle-uitgaaf worden uiteen gedaan.[2]
Zij beweren daarin dat een brief van 4den Mei, waarin het duplicaat van het Gezelle-contract moet zijn verloren gegaan bij de post(?)[3] "Hierbij ingesloten — schrijven zij — doen wij U daarom afschriften hiervan toekomen, voorzien van onze handteekening". Doch onderaan van dezen brief is een "Zettelken" vastgehecht vermeldend: "Beim Öffnen des Briefes fehlte die erwähnte Anlage"(?)[4] Dus, dat duplicaat van het contract mis ik nog altijd! Hebben zij het — opzettelijk — vergeten?
In dienzelfden brief wordt met geen woord gewag gemaakt van de door den Standaard-Boekhandel bedoelde uitgaaf van 5000 ex[em]pl[aren] door U in druk gegeven.[5] Kunnen dan later daarover weer misschien moeilijkheden ontstaan? Eigenlijk crimineel dat die nieuwe uitgaaf twee keer moet gezet worden![6] Dàt in acht genomen, vind ik Uw concept goed en het kan alzoo opgesteld worden. Het gaat hierbij.[7]
Zij beweren daarin dat een brief van 4den Mei, waarin het duplicaat van het Gezelle-contract moet zijn verloren gegaan bij de post(?)[3] "Hierbij ingesloten — schrijven zij — doen wij U daarom afschriften hiervan toekomen, voorzien van onze handteekening". Doch onderaan van dezen brief is een "Zettelken" vastgehecht vermeldend: "Beim Öffnen des Briefes fehlte die erwähnte Anlage"(?)[4] Dus, dat duplicaat van het contract mis ik nog altijd! Hebben zij het — opzettelijk — vergeten?
In dienzelfden brief wordt met geen woord gewag gemaakt van de door den Standaard-Boekhandel bedoelde uitgaaf van 5000 ex[em]pl[aren] door U in druk gegeven.[5] Kunnen dan later daarover weer misschien moeilijkheden ontstaan? Eigenlijk crimineel dat die nieuwe uitgaaf twee keer moet gezet worden![6] Dàt in acht genomen, vind ik Uw concept goed en het kan alzoo opgesteld worden. Het gaat hierbij.[7]
Of het ooit zal kunnen vlotten tusschen Kollàr en Lannoo, zou ik betwijfelen. Doch zoolang dit niet tusschen die twee in orde is, houd ik mij er buiten. Ik blijf in afwachting van nieuws uit Thielt.[8]
Ik zie nu dat er in Veen's brief toch iets als eene samentelling voorkomt van het gezamenlijke bedrag der oplaag:
"Standaard 5000 + 2500 = 7500 voor België". Verder niets, tenzij dat het zetten gebeurt in Holland naar de van de Standaard reeds gecorrigeerde drukproeven. Desnoods zal dit wel een bewijs kunnen zijn van de overeenkomst.
"Standaard 5000 + 2500 = 7500 voor België". Verder niets, tenzij dat het zetten gebeurt in Holland naar de van de Standaard reeds gecorrigeerde drukproeven. Desnoods zal dit wel een bewijs kunnen zijn van de overeenkomst.
Met vriendelijken groet
(paraaf Stijn Streuvels)
Het bedrag: Fl[orijn] 2250 werd mij gister
door den verrekeningsdienst op mijn
postrekening overgeschreven.[9]
door den verrekeningsdienst op mijn
postrekening overgeschreven.[9]
Annotations
[1]
Cf. brief van De Meyer aan Streuvels van 10 oktober 1942.
[2]
De bedoelde brief dateert van 7 oktober 1942. (Letterenhuis, S 935/B2/Veen.)
[3]
De firma Veen verklaarde in de brief van 7 oktober: Op de 2e dezer heeft dhr. de Meyer van de Standaard mij Uw brieven voorgelegd in de Gezelle-dundruk aangelegenheid. Het speet mij te moeten vaststellen dat onze brief van den 4den Mei en het duplicaat van de Gezelle overeenkomst blijkbaar bij de post verloren is geraakt. Brief in Letterenhuis, S 935/B2/Veen
In zijn brief aan De Meyer van 30 september 1942 had Streuvels geklaagd over het ontbreken van een ondertekend contract voor Guido Gezelle's Dichtwerken.
[4]
'Zettelken' is het Duitse woord voor een klein briefje. Op dit aangehechte stukje papier (73 x 97 mm) staat dat bij het openen van de brief het afschrift van het contract ontbrak. Onderaan rechts: Auslandsbrief Nr.... Dit Duitse briefje wijst erop dat de briefwisseling door de Duitsers geopend en gecontroleerd werd.
[5]
Het enige wat meegedeeld wordt over de 5000 in Vlaanderen (door de Standaard Boekhandel) te drukken exemplaren van Guido Gezelle's Dichtwerken, is een rekensom: De uitgave wordt gelijkelijk verdeeld, Veen 7500 voor Nederland en Standaard 5000 + 2500 = 7500 voor België. Er wordt wel heel duidelijk gesteld dat de 'Verlagrechte', de uitgeversrechten, bij de firma Veen berusten tot de voorraad van deze uitgave uitgeput is. Brief van Veen aan Streuvels van 07.10.1942, Letterenhuis, S 935/B2/Veen
[6]
Het zetten bij de firma Veen gebeurde naar de door de Standaard Boekhandel reeds gecorrigeerde drukproeven. Brief van Veen aan Streuvels van 07.10.1942, Letterenhuis, S 935/B2/Veen
[7]
Het concept-contract vonden we niet terug in de geraadpleegde archieven.
[8]
Lannoo liet Streuvels op 15 oktober 1942 weten, net zoals De Meyer op 10 oktober 1942, dat Kollár vrede nam met de uitgave van de Lijsternestreeks, maar dat enkel nog de kwestie hangend was van de verkoopprijs in Nederland. De ontwerp-overeenkomst tussen Veen en Lannoo vermeldt: Veen verwerft de voor Nederland bestemde, van haar eigen titelblad voorziene ex. tegen een prijs, die naar de ingenaaide Hollandsche exemplaren wordt berekend onder aftrek van 60 %. De verkoopprijs zal niet meer dan 50 % hooger mogen zijn, dan de verkoopprijs in België. In dezen inkoopprijs is het eereloon van den schrijver inbegrepen.
[9]
Cf. vraag van Maurits De Meyer in zijn brief aan Stijn Streuvels van 10 oktober 1942. Voor de eerste 3.000 exemplaren van de tweede druk van Guido Gezelle's Dichtwerken werd aan Streuvels het honorarium overgemaakt van 2.250 fl. (florijn, oude munt uit Florence = gulden). De firma Veen deed deze storting nu reeds, in de overtuiging dat de minimumoplage toch 10.000 exemplaren zou bedragen en de verkoopprijs van vroeger kon aangehouden worden. Brief van Veen aan Streuvels van 08.09.1942, Letterenhuis, S 935/B2/Veen
