FRANK·LATEUR
Ingoyghem den 4den Maart, '43
Waarde Heer De Meyer,
Hierbij stuur ik U het onderteekend contract over de Gezelle-uitgaaf terug.[1]
Ik ben benieuwd te weten hoe er de nieuwe uitgaaf zal uitzien.[2]
Met Uw voorstel van betaling verklaar ik mij akkoord.[3]
Ik ben benieuwd te weten hoe er de nieuwe uitgaaf zal uitzien.[2]
Met Uw voorstel van betaling verklaar ik mij akkoord.[3]
Aanstaande week Donderdag is mij goed.[4] Als het normaal verloopt met de aansluiting, kan ik ongeveer 10 u[ur] in den voormiddag te Gent aankomen. Laten we afspreken voor 11 uur.
De heer Lannoo, dien ik Maandag te Waregem ontmoette,[5] dacht dat het praktischer was te Thielt samen te komen, maar nu zie ik dat het verkeer langs ginder moeilijker is en ik gemakkelijker in Gent kan geraken dan in Thielt.[6] Zoodus, zonder ongevallen of groote vertraging: Donderdag te 11 u[ur]
Ik breng dan ook eenige documenten mede om mijn opvatting van de luxe-uitgaaf nader toe te lichten.[7]
De heer Lannoo, dien ik Maandag te Waregem ontmoette,[5] dacht dat het praktischer was te Thielt samen te komen, maar nu zie ik dat het verkeer langs ginder moeilijker is en ik gemakkelijker in Gent kan geraken dan in Thielt.[6] Zoodus, zonder ongevallen of groote vertraging: Donderdag te 11 u[ur]
Ik breng dan ook eenige documenten mede om mijn opvatting van de luxe-uitgaaf nader toe te lichten.[7]
In afwachting, met minzamen groet
(handtekening Stijn Streuvels)
Annotations
[1]
De tweede dundrukeditie van Guido Gezelle's Dichtwerken.
Tot nu toe ontbrak elk verbindend contract voor deze nieuwe dundruk (cf. Streuvels' brief van 15 oktober 1942), maar bij de Standaard Boekhandel lijkt de overeenkomst nu vastgelegd te zijn. Het concept-contract dateerde al van midden oktober 1942.
[2]
Het zal nog tot december 1943 duren vooraleer Streuvels een eerste exemplaar te zien zal krijgen. Hij zal trouwens via de media moeten vernemen dat Guido Gezelle's Dichtwerken bekroond werd op een tentoonstelling te Antwerpen, vóór er zelf een exemplaar van gezien te hebben. Cf. Streuvels' brief van 8 december 1943 en de brief van De Meyer aan Streuvels van 9 december 1943.
[3]
Cf. Maurits De Meyers voorstel in zijn brief aan Streuvels van 2 maart 1943. Art. 2 van het contract (d.d. 1 maart 1943) luidt: De eerste ondergeteekende [Frank Lateur, JD] ontvangt 10% eereloon van de verkoopsprijs na aftrek van de 2 banden en het binden. Dit honorarium zal, over 2000 exemplaren worden overgemaakt, zoodra de prijs van het boek bepaald is en verder met jaarlijksche afrekening in Januari van ieder jaar.
[4]
In zijn brief aan Streuvels van 2 maart 1943 stelde Maurits De Meyer voor om samen met Joris Lannoo op donderdag 11 maart 1943 samen te komen in de Standaard Boekhandel te Gent en wel om een definitief besluit te nemen betreffende de bibliofiele uitgave van de vier plaquetten.
[5]
De ontmoeting te Waregem vond plaats bij Marie Maes, een tante van Joris Lannoo. Marie Maes woonde daar in bij de gewezen meid van een andere overleden tante. Het was er vroeger winkel en bakkerij. Brief van Joris Lannoo aan Stijn Streuvels van 05.02.1943, Letterenhuis, L 222/B
[6]
Cf. brief van Stijn Streuvels aan Joris Lannoo van 6 maart 1943.
[7]
De uitgave van Het leven en de dood in den ast en van de vier plaquetten (Boomen, Morgenstond, Sint-Jan, Het glorierijke licht) zal er besproken worden.
