FRANK·LATEUR
Den 1 februari '44
Waarde heer De Meyer,
De "Teekeningen van Vlaamsche Meesters" zijn hier goed aangekomen en 't was mij een aangename verrassing[1] — in afwachting dat al die andere mooie dingen klaar komen[2] kan ik me nu toch amuseeren met naar de prenten te kijken v[an] die oude meesters en ze zijn merkwaardig.[3] Van dien Delen is toch iets goeds gekomen![4] Ja, met de rest wordt het een lange geschiedenis, en intusschen is het seizoen nu toch voorbij — We zullen maar verder geduld oefenen en afwachten.[5]
Ja, met de foto's van De Bom is het een leelijke geschiedenis — geef dan maar iets persoonlijk mee, uit veiligheidsreden. Het zal best zijn als [2]ik zelf de zaak aan De Bom uiteen zet — Gij verneemt dan wel wat er moet gedaan worden, als vergoeding.[6]
Van den heer Lannoo kreeg ik heden een lange reeks plannen van goedkoope en andere herdrukken — heel ingewikkeld — en waar ik weinig of niets kan op antwoorden gezien het "zakelijke" van de papier-kwestie.[7] Het ware wenschelijk dat we nog eens onder elkaar over een en ander konden praten — en best, denk ik, te Waregem samen kwamen — dààr is een uitstekende gelegenheid, en waar we ordentelijk kunnen aan tafel zitten.[8] Maar... 't zou moeten — voor mij althans — fatsoenlijk weer zijn! Tot nadere orders
Met vriendel[ijken] groet
(handtekening Stijn Streuvels)
Annotations
[1]
A.J.J. Delen, Teekeningen van Vlaamsche Meesters. Antwerpen, Standaard Boekhandel, 1943.
[2]
De te verschijnen luxe-uitgaven van De vlaschaard, de "vier plaquetten" (Boomen, Morgenstond, Sint-Jan, Het glorierijke licht) en Het leven en de dood in den ast.
[3]
Voor Teekeningen van Vlaamsche Meesters werd een keuze gemaakt uit tekeningen van Vlaamse schildermeesters, die in het midden van de 16de eeuw gewerkt hebben, niet zozeer uit historisch belang ervan, maar veel meer vanwege hun esthetische waarde. Het zijn tekeningen en schetsen die in tegenstelling tot voltooide schilderijen niet bestemd waren om onder ogen van het publiek gebracht te worden. Tot die oude meesters behoren o.a. Breughel, Van Dijck, Jan Van Eyck, Hans Memlinc, Dierick Bouts, Hiëronymus Bosch.
[4]
Adriaan Delen, die het boek samenstelde en inleidde, was op dat moment conservator van het Stedelijk Prentenkabinet te Antwerpen.
[5]
Streuvels reageert hier op de brief van Maurits De Meyer van 29 januari 1944.
[6]
Het gaat hier om foto's van Emmanuel De Bom die moeten gediend hebben voor zijn boek Vlaandren O welig huis: Zooals Vlaamsche schrijvers hun land zien. Cf. brief van Streuvels aan De Meyer van 17 januari 1944.
Op 28 maart deelt De Bom aan Streuvels mee dat de zaak met de Standaard Boekhandel geregeld is en dat hij zich aanbevolen houdt, indien de foto's nog ooit boven water zouden komen. Brief in Letterenhuis, B 708/B
[7]
Cf. brief van Joris Lannoo aan Stijn Streuvels van 31 januari 1944.
Kerstvertellingen, Dorpsgeheimen en Prutske verschenen niet in de Lijsternestreeks. In 1945 verscheen wel de vijfde druk van Prutske; in 1944 werden ook de volksuitgaven van De teleurgang van den Waterhoek en Langs de wegen gepubliceerd. Een eerstvolgende nieuwe druk van Dagen bleef uit tot 1950, waar het dan opgenomen werd in het tweede deel van Stijn Streuvels' Volledige Werken (Kortrijk, Zonnewende).
[8]
Cf. brief van Joris Lannoo aan Stijn Streuvels van 31 januari 1944.
