FRANK·LATEUR
7den Februari, '46
Waarde Heer De Meyer,
Me dunkt dat wij best zouden doen de samenkomsten hier ten huize te houden, ten minste zoolang het huis-arrest duurt,
[1] en dan nog daarna, want we zitten hier gemakkelijk en het komt aan den oudste toe ten huize bezocht te worden.
Met de afrekening
Gezelle is het dus in orde.
[2] Gij ziet dat het aan te raden is: af en toe eens elkaar te ontmoeten.
Wat die overname
Kerkhofblommen van
Lannoo betreft, zou ik wel gaarne een paar
ex[em]pl[aren] van die uitgaaf hebben voor mijn archief. Die prentjes als illustratie zijn er toch uit weg zeker?
[3]
Ik heb hoegenaamd geen bezwaar er tegen dat de nieuwe uitgaaf van
Kerstekind (Schooluitgaaf) door U samen met
Lannoo wordt ondernomen.
[4]
Nu iets anders:
Zonnewende had aan
Lannoo vergunning gevraagd om de
jub[ileumuitgaaf] in twee deelen in een
nieuwe uitgaaf te bezorgen ter gelegenheid van de 75e verjaring,— dit werd door den heer
Lannoo bondig van de hand gewezen. Nu is de heer
Grymonprez gister hier geweest met het voorstel om onmiddellijk te beginnen met die bedoelde
totum-uitgaaf waartoe hij eertijds vergunning had gekregen als compensatie van ik weet niet meer welke afgestane rechten.
[5] Ik heb dat contractje even nagekeken en daar komen slechts twee bepalingen in voor: 1) dat de verkoopprijs boven de 2000
fr[ank] zou gesteld worden; 2) dat de uitgaaf slechts zou geschieden nadat de eerste 8 deelen van de
Lijsternestreeks verschenen zijn. Welnu die twee bepalingen zijn volbracht
[6] en ik zie geen reden om mij daartegen te verzetten, alhoewel ik liever zou hebben dat die
totum[editie] tot lateren datum verschoven wordt (
b[ijvoorbeeld] als postume-uitgaaf, van wetenschappelijk materiaal voorzien, iets in den aard van de
Gezelle-
Jub[ileum]-uitgaaf,
[7]— en dat zij niet in den weg loopt van de
Lijsternest-uitgaaf. Ik heb dus aan
Lannoo in overweging gegeven of het niet beter ware
Zonnewende vergunning te geven een
nieuwen druk van de
dundruk-Ed[itie] in twee deelen te laten verschijnen, mits conditie die
totum-Uitgaaf te verschuiven tot een te bepalen lateren datum. Ik wacht nu zijn beslissing af.
[8]
Ik amuseer mij kostelijk met
Van Helmont[9] — dat is voor mij gelegenheidslectuur, en daarbij: merkweerdige taal!
[2]
K[eer Om]
Dietsche Warande[10] ziet er waarlijk deftig uit en is in goede handen. Ongelukkig ontbreekt mij het eerste nummer (Juni 45) waarin naar men zegt een merkwaardige bijdrage zou voorkomen van
Westerlink.
[11] Is die nog te krijgen, dan wil ik die gaarne bestellen.
Nog iets anders:
Toevallig viel mij onlangs het prospektus in handen van de "
Bibliotheek der Nederlandsche Letteren"
[.][12] Is die nog voorhanden?
Aan welken prijs?
Bij de bestelkaart aan de Maatschappij "
Elsevier" te richten is een gunstprijs voorzien voor leden van de
Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden.
[13] Kan ik in aanmerking komen als lid van voornoemde Maatschappij, voor deze korting, ook als de inschrijving bij de
Standaard geschiedt?
Indien er middel is zou ik dan eene inschrijving nemen voor de eerste serie van 24 deelen,— mits comptante
[14] betaling en verbintenis voor de volgende seriën.
Gaarne hoor ik over een en ander bericht en groet
intusschen Hoogachtend
(paraaf Stijn Streuvels)
Annotations
[3]
Cf. De Meyers mededeling hieromtrent in zijn brief aan Streuvels van
4 februari 1946.
Guido Gezelle, Kerkhofblommen. Achttiende druk. Schooluitgave. Tielt, Lannoo, 1933. Met voorwoord van Ceasar Gezelle.
Deze uitgave werd geïllustreerd met twee prenten getekend door Antoon De Vaere. Op de eerste prent is een huifkar afgebeeld. Een paar mensen lopen met gebogen hoofd achter de kar. De volgende tekst staat onder de tekening: Traagzaam trekt de witte wagen door de stille straten toen... Onderaan de tweede prent valt te lezen: O dierbaar Geloove van Vlanderen, kostelijk perel van het Vaderland! Gij alleen hebt die werkzuchtige landslieden kunnen ingeven dààr een kruis te leggen, en een kruis van uitgedoschen strooi!... Een kleine kapel staat verlaten langs een plattelandswegeltje. Er ligt een kruis voor de deur van het kapelletje.
In 1934 bracht de Standaard een nieuwe uitgave op de markt: Guido Gezelle, Kerkhofblommen. Negentiende uitgave. Antwerpen-Brussel-Gent-Leuven, Standaard, 1934. Met voorwoord van Ceasar Gezelle. De prentjes zijn verdwenen en zullen ook in de volgende uitgaven niet meer verschijnen. Ook de volgende drukken zijn volledig in handen van de Standaard. Guido Gezelle, Kerkhofblommen. Tweeëntwintigste uitgave. Schooluitgave. Antwerpen-Brussel-Gent-Leuven, Standaard, 1946. Met voorwoord van Ceasar Gezelle.
[4]
In het Letterenhuis worden enkele contracten bewaard tussen Frank Lateur en de Standaard Boekhandel voor
Het kerstekind. Schooluitgave, namelijk dat voor de
vijfde (1937),
zesde en
zevende druk (1942).
[6]
Het bedoelde contract vonden we niet terug in de geraadpleegde archieven. Tot dan toe waren in de
Lijsternestreeks al verschenen:
De vlaschaard (1941);
Lenteleven (1942);
De teleurgang van den Waterhoek (1942);
De maanden (1942);
Openlucht (1943);
Stille avonden (1943);
Levensbloesem (1943) en
De blijde dag (1944).
[9]
J.B. Van Helmont,
Dageraad ofte Nieuwe Opkomst der Geneeskonst, in verborgen grond-regulen der Nature. Antwerpen, Standaard, 1944. Colofon:
Van deze facsimili-editie [...] (Rotterdam, Joannes Naerenus, 1660), ter gelegenheid van de 300ste verjaring van diens afsterven bezorgd door de Koninklijke Vlaamse Academie voor Geneeskunde van België, in samenwerking met de Klasse der wetenschappen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België en met medewerking van de Academie Royale de Médecine de Belgique, werden op de persen van V. Van Dieren & C°, te Antwerpen, zes en zeventig exemplaren gedrukt op Oud-Hollandsch van Gelder en Zonen, waarvan 50 exemplaren, genummerd van I tot L, voorbehouden aan de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Geneeskunde, en vier honderd en vijf en twintig exemplaren op houtvrij editie papier genummerd van 1 tot 425. Zes en twintig exemplaren op Oud-Hollandsch, gemerkt van A tot Z, en twee honderd vijftig op houtvrij worden door de Naamlooze Vennootschap Standaard Boekhandel te Antwerpen, Brussel, Gent, Leuven, in den handel gebracht.
[10]
Jozef Alberdingk Thijm richtte in 1885 een Vlaams cultureel tijdschrift van katholieke strekking op, namelijk
Dietsche Warande. In 1900 versmolt het met het sinds 1886 gepubliceerde
Het Belfort tot
Dietsche Warande en Belfort (DWB).
GWP, deel 7, p. 368
Albert Westerlinck was van 1945 tot 1965 redacteur van het tijdschrift en hoofdredacteur van 1965 tot hij stierf.
[11]
De aflevering van juni 1945 van
DWB is een postume hulde aan August Van Cauwelaert, de voorganger van Albert Westerlinck. Van Cauwelaert leidde de redactie van het tijdschrift van 1924 tot 1945. Albert Westerlinck zette in zijn bijdrage voor dit nummer van
DWB, getiteld '
August Van cauwelaert als dichter', de literaire kwaliteiten van Van Cauwelaert op een rijtje.
DWB, juni 1945, p. 357-372
[12]
Deze reeks werd uitgegeven door de Koninklijke Vlaamse Academie in Gent en de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde in Leiden (onder redactie van A.H. Cornette, P.N. Van Eyk, J. V. Mierlo, B.H. Molkenboer, R. Verdeyen, J. De Vries en J. Wille). Van 1939 tot 1943 verschenen er 18 delen. In 1950 werd de reeks verdergezet onder dezelfde redactie. Het gehele plan was 100 delen met de beste werken uit de Nederlandse letterkunde uit te geven.
K. Ter Laan, Letterkundig Woordenboek voor Noord en Zuid, p. 3 Hieronder volgen enkele werken die in deze reeks zijn verschenen:
- - Klaas Heeroma, Protestantse poëzie der 16de en 17de eeuw. Amsterdam, Elsevier, 1940-1950.
- - Herman Gorter, Mei: een gedicht. Brussel, N.V. Standaard-Boekhandel, 1940.
- - P.A.S. Van Limburg Brouwer, AKBAR. Een Oosterse Roman. Brussel, N.V. Standaard Boekhandel, 1941.
- - Willem Bilderdijk en J. Wille, Dichterlijke zelfbeschrijving van Bilderdijk: een keuze uit zijn korte gedichten. Amsterdam, Elsevier, 1949.
- - N.A. Donkersloot, Een beeld van Tachtig. Amsterdam, Elsevier, 1952.
- - Gerard Walschap, Zuster Virgilia. Ingeleid door Kees Fens. Amsterdam-Brussel, Elsevier, 1974.
Het archief van de uitgeverij Lannoo te Tielt bewaart een prospectus van deze reeks (doos XXVII, Boekenfolders/Gelegenheidsgrafiek, Boekenfolders & Catalogi andere uitgeverijen).
[13]
Streuvels werd op 12 juni 1901 het ere-lidmaatschap van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, samen met Theofiel Coopman, Isidoor Teirlinck en Jan Bouchery.
Luc Schepens, Kroniek van Stijn Streuvels, p. 44