Ingoyghem den 25sten Januari, '48
Aan den heer
Maur[its] De Meyer te ANTWERPEN
Waarde heer De Meyer,
Ik vind het hoegenaamd niet noodig te wachten tot half Februari om U te bedanken voor Uwe welwillende tusschenkomst, goede bedoelingen en "bevredigende beslissing". Moest er sedert Oktober
l[aatstleden] vergaderd en gepalaverd worden om tot zulk een beslissing te komen?
[1]
Ik houd niet van uitgevers die het contract dat ze zelf hebben opgesteld — en opzettelijk en tegen mijn wil en begeerte — op langen termijn, geen eer aandoen. Ik stel met voldoening vast dat men er nu openlijk durft voor uitkomen dat het "papier" er dezen keer voor niets tusschen is, maar enkel de financieele nadeelen.
[2] (Met de situatie op de boekenmarkt heb ik niets te maken). En dat men mij wil afschepen onder voorwendsel dat ik overladen werd "met gunsten en weldaden" evenmin.
En ik die in de meening verkeerde dat een uitgever iemand was als een ondernemer (entrepreneur), die het risico van winst of verlies voor zijn verantwoordelijkheid nam en voor eigen rekening. Men schijnt te Thielt niet eens aan de mogelijkheid te denken dat ik het recht heb het contract van 1941 te d o e n uitvoeren.
[3] En dan?
Ik hoop maar dat niemand van U het kwalijk nemen zal als ik deze documenten gebruiken zal in het hoofdstuk "ondervindingen met uitgevers" in mijn kroniek over INGOYGHEM,
[4] waar mijn werk door de groote Vlaamsche uitgevers in Januari van 1948, tot gedevalueerd rebut
[5] werd verwezen en de auteur in de mogelijkheid werd gesteld... op zijn lauweren te gaan rusten en te rentenieren, vereerd met de titels van groot-officier,
[6] enz.
Hoogachtend gegroet
(handtekening Stijn Streuvels)
P[ostscriptum] Dat stuk van 5 Januari waarop U doelt — in de verste verte had ik niet durven vermoeden dat U daaraan had medegewerkt! Denkt eens na:
- 1) Elk jaar twee deelen (in plaats van 8!)
- 2) Indien de uitgevers het goedvinden, kennen zij zich het recht toe de
uitgaaf te staken ... na mij zes maanden op hun beslissing te hebben laten wachten; dàn eerst zou mij de vrijheid van handelen toegekend worden.
- 3) Honoraar betalen naarmate verkoop.
- 4) Oplage schikken naar hun goesting.
En dan wordt er mij nog de genade verleend "toelating" voor dit en voor dat! "Toelating" na formele contractbreuk! Een krentenkoopman zou het niet verbeteren. Of denkt men dat ik zoo zwakzinnig geworden ben om mij te mogen voor den gek te houden?
[7] S[tijn Streuvels]
Annotations
[1]
Het betreft hier de kwestie van de
Lijsternestreeks. Door het ontbreken van brieven is het onduidelijk wat deze
bevredigende beslissing inhoudt.
[3]
Cf. contract voor de uitgave van de
Lijsternestreeks tussen Frank Lateur en Joris Lannoo van 27 november 1941.
[4]
Stijn Streuvels,
Ingoyghem 1. 1904-1914. Later schreef Streuvels nog een tweede deel:
Ingoyghem II. 1914-1940. In beide delen rept Streuvels met geen woord over deze kwestie.
[6]
Op 3 november 1947 was Streuvels benoemd tot Groot-Officier in de Kroonorde.