<Resultaat 1229 van 2531

>

Geachte Heer Stijn Streuvels,
Van harte dank voor de spoedige toezending van de inlichtingen over Max Mell.[1] Ik ben er zeker van dat Lectuur-Repertorium niet altijd zoo wél vaart.[2]
"Prutske's Vertelselboek" is uitgeput. Ze zijn bij Desclée aan 't herdrukken en zullen de bestelling dan zoogauw mogelijk uitvoeren.[3] "Paradijssprookjes" zijn dus alléén weg.
Ja, ik hoorde reeds verschillende staaltjes van de activiteit van "Wilhelm" Putman. Geestig! "We 'n hebben al niet veel anders meer, maar w' hebben nog Vlaamsche leute" dichtte Gezelle. Het is alleen maar jammer, dat het in deze ernstige tijden, zulke triestige leute is. Vlaanderen is toch werkelijk het potsierlijkste land van de wereld. En daarbij moeten we dan nog, kerels als Spruytte, begraven!
Te oordeelen naar ons Jezus-boek[4] gaat het boekenbedrijf inderdaad prachtig. Laten we hopen dat het blijft duren. Sint-Niklaas stuurt U alvast een oorlogsdagboekske van Wies Moens,[5] in de hoop dat Gij er een van uw lange winteravonden op 'n aangename manier mee zoek brengt.
Met hartelijke groeten, ook aan Mevrouw Lateur,
en de "jongentjes" al 't beste voor uw "winterwerk["]!
(handtekening Martha Van de Walle)

Annotations

[1] Cf. de vraag van Martha Van de Walle in haar brief aan Stijn Streuvels van 23 november 1940.
[2] Lectuur-Repertorium: Auteurslijst bevattende 12.000 bio-bibliografische schrijversnota's en 1300 portretten van auteurs behorende tot de Nederlandsche en de wereldliteratuur, met waarde- en vakaanduiding van 40.000 litteraire en vulganiserende werken samengesteld door het ASKB. Antwerpen, Algemeen Secretariaat voor Katholieke Boekerijen; Antwerpen, Vlaamsche Boekcentrale; Amsterdam, De R.K. Boek-centrale. Eerste uitgave 1932-1936; supplement 1939-1946 (p. 1733-2167); tweede uitgave 1952-1954; supplement 1968-1970; tweede supplement, 1980-1981.
In Lectuur-Repertorium werden Nederlandse en in het Nederlands vertaalde auteurs, zowel van fictie als non-fictie, uit de periode vanaf 1900 opgenomen. Ook oudere auteurs van wie werk herdrukt was, werden vermeld. Er werd zeer beknopte biografische informatie gegeven. Bij iedere titel werd naast een aanduiding van het terrein waarop de publicatie zich beweegt ook een 'morele kwalificatie' opgenomen. Verder was een groot aantal portretten van auteurs opgenomen.
[3] In december 1940 verscheen bij Desclée De Brouwer de derde druk van Prutske's Vertelselboek. R. Roemans en H. Van Assche, Bibliografie van Stijn Streuvels, p. 205
[4] Cyriel Verschaeve, Jezus. Brugge, Zeemeeuw, 1940.
[5] Wies Moens, Dertig dagen oorlog. Met pentekeningen van René De Pauw. Brugge, Wiek Op, 1940.

Register

Naam - persoon

Gezelle, Guido (° Brugge, 1830-05-01 - ✝ 1899-11-27)

Priester-dichter en leraar.

Oom van Caesar Gezelle en Stijn Streuvels. Priester-dichter en leraar die met zijn nationaal-religieus geïnspireerde lessen, gedichten en journalistieke publicaties grote invloed uitoefende op de katholieke Vlaamse studentenbeweging. Gezelle werkte achtereenvolgens in Roeselare (Klein Seminarie), Brugge, Kortrijk en opnieuw Brugge. Hij maakte vlug naam als Vlaams literair auteur met zijn Kerkhofblommen (1858), en was ook zeer actief als taalgeleerde, volkskundige, pamflettist, polemist, en stichter-stimulator en uitgever van tijdschriften als Rond den Heerd, Loquela en Biekorf. Gezelle was een taalparticularist, wat tot uiting kwam in zijn bijdragen aan deze tijdschriften. Hij liet tevens een bundel Laatste Verzen na die in 1901 postuum uitgegeven zou worden.

Gezelle, Guido (° 1830 - ✝ 1899)

Priester-dichter, West-Vlaamse taalparticularist. De groep rond Van Nu en Straks bewonderde hem als dichter en heeft bijgedragen tot de grote interesse die er tot vandaag nog voor zijn werk bestaat.

Gezelle, Guido (° 1830 - ✝ 1899)

Priester, dichter, taalkundige en journalist. Zijn zus Louise Gezelle (1834 1909 was de moeder van Stijn Streuvels, die bijgevolg een neef was van Guido Gezelle.

Lateur, Frank (° Heule, 1871-10-03 - ✝ Ingooigem, 1969-08-15)

Geboren als Frank Lateur en bakker van opleiding, maar onder zijn pseudoniem Stijn Streuvels als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, Vlaanderen, De Gids en De Nieuwe Gids. De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.

Mell, Max (° Marburg a.d. Drau, 1882-11-10 - ✝ Wenen, 1971-12-13)

Oostenrijks schrijver.

Max Mell studeerde letteren (germanistiek) in Wenen, promoveerde in 1905 en was al spoedig op literair gebied actief. Van 1916 tot 1918 was hij artillerieofficier. Mell gold als een der meest vooraanstaande Oostenrijkse schrijvers van zijn tijd. Kenmerkend was zijn innige verbondenheid met streek en bevolking van vooral Stiermarken. Hij was een kundige verteller en schreef prachtige gedichten; het belangwekkendst waren echter zijn pogingen om vanuit het oude, in Stiermarken nog levende, religieuze volkstoneel tot toneelvernieuwing te komen.

Moens, Wies (° Sint-Gillis-Dendermonde, 1898-01-28 - ✝ Geleen [Ndl.], 1982-02-02)

Officieel: Aloisius Cesar Antoon.

Pseudoniem: G.L. Dykman.

Dichter, prozaïst en Vlaams voorman.

Studeerde Germaanse filologie aan de vernederlandste Hogeschool te Gent (1916-1918). Richtte samen met zijn vriend Maurits De Meyer een volksboerderij op in Hamme, werkte mee aan een dagschool voor werkloze arbeiders en hield voordrachten over Conscience, Gezelle en Streuvels. Om zijn activistische bedrijvigheid na WOI veroordeeld, verbleef hij tot in 1921 in de gevangenis, waar hij zijn pacifistisch geëngageerde Celbrieven (1920) en de twee dichtbundels De Boodschap (1920) en De tocht (1921) schreef, die hem tot een van de leidende figuren van het Vlaams expressionisme maakten. Hij werkte o.m. mee aan het expressionistische tijdschrift Ruimte en aan Ter Waarheid, en richtte zelf het maandblad Pogen op. Terwijl zijn volgende bundels een individualistischer accent aansloegen en hij in zijn tijdschrift Pogen (1923-1925) een katholieke opvatting van de literatuur voorstond, droeg hij aanzienlijk bij tot de toneelvernieuwing in Vlaanderen als secretaris van het avant-gardistische 'Vlaamsche Volkstooneel' (1922-1926). Hij werd daarna journalist (o.a. correspondent van De Tijd, Amsterdam) en publicist. Geleidelijk ging hij door zijn talrijke artikelen, opstellen en voordrachten als theoreticus een rol spelen in het Vlaams Nationalisme. Inzake literatuur nam hij in de dertiger jaren (vooral in de bundel Golfslag, 1935) een 'volksverbonden' standpunt in. Van 1942 tot 1943 was hij directeur van de Nederlandse uitzendingen van Zender Brussel. Na de Tweede Wereldoorlog werd hij wegens collaboratie bij verstek ter dood veroordeeld. Hij week uit naar Nederland, waar hij de leiding kreeg van de volksuniversiteit Carmel in Geleen.

Putman, Willem (° Waregem, 1900-06-07 - ✝ Brugge, 1954-09-03)

Vlaams schrijver, zoon van de boekhandelaar en toneelschrijver en -uitgever Palmer Putman. Toneelauteur.

Hij werd beschouwd als een vroegrijp genie en ontpopte zich tot een modieus veelschrijver. Hij schreef toneelstukken, werd theatercorrespondent voor de Nieuwe Rotterdamsche Courant, debuteerde als romancier en publiceerde twee bundels theaterkritiek. Beroepshalve werkte hij van 1922 tot 1926 als ambtenaar, meer bepaald als vertaler, bij het ministerie van justitie, en van 1926 tot 1944 als rijksinspecteur van de openbare bibliotheken in de provincie West-Vlaanderen. Volgens Robert Verschuere had Streuvels 'aanvankelijk een grote waardering voor de schrijver Willem. Alhoewel letterkundig begaafd [...] was Willem vooral op muzikaal gebied zeer begaafd. Het was een veelzijdig talent, een fijnzinnig artiest als romancier en toneel-schrijver. Streuvels beweerde dat Willem op tienjarige leeftijd grote stukken speelde van wereldberoemde meesters.'

Putman, Willem (° 1900 - ✝ 1954)

Letterkundige. Aanvankelijk schreef hij toneel onder het pseudoniem 'Willem Hegeling'. 1922 1926 was hij ambtenaar bij het ministerie van Justitie, 1926 1944 rijksinspecteur van de openbare bibliotheken in West-Vlaanderen. Intussen was hij ook dramaturg en theatercorrespondent voor de Nieuwe Rotterdamsche Courant. Tot zijn voornaamste werken uit die periode horen het realistische Het oordeel van Olga (1920) en de impressionistisch-romantische drama's Het stille huis (1921) en Mama's kind (1923). Van belang voor de geschiedenis van het Vlaamse toneel in het interbellum is zijn Tooneeldagboek 1926-1938 (1939).

Spruytte, Odiel (° Rumbeke, 1891-06-04 - ✝ Slijpe, 1940-11-23)

Priester.

Odiel Spruytte was de oudste telg uit een gegoed boerengezin. Op 17 juni 1916 werd hij tot priester gewijd. Pas na de oorlog, in 1919, kon hij zijn universitaire studie in de theologie in Leuven aanvatten. Daar maakte hij deel uit van de West-Vlaamse kern van het 'Veem ick wijck niet af' en legde er de basis voor een eigen inzicht in de evolutie van de Vlaamse Beweging. Hoewel hij het diploma van baccalaureaat in de theologie behaalde, werd hij tot zijn ontgoocheling door zijn geestelijke overheid teruggeroepen. Als proost in Izegem wilde hij de arbeiders in een ruime beweging van Vlaamse en sociale volksontwikkeling betrekken. Hij wilde een nieuwe beweging opbouwen die zowel op sociaal als op Vlaams gebied voldeed aan de moderne maatschappijopvattingen, en deed dit vanuit wat hijzelf noemde een 'christelijk katholicisme'. In 1924, bij de officiële stichting van de Katholieke Arbeidersjeugd (KAJ), zocht hij contact met de latere kardinaal Jozef Cardijn. Zijn nieuwe ideeën publiceerde Spruytte in De Gids op Maatschappelijk Gebied, Ons Geloof, De Tijd en Onze Jeugd. Vooral zijn artikels in de lijn van Lodewijk Dosfel in Onze Jeugd werden bij de studerende jeugd en bij de Vlaams-nationalisten met aandacht gelezen. Spruytte die een doordrijver was, pleitte er voor het bestaansrecht en het geven van verkiesbare plaatsen aan katholieke nationalisten binnen de katholieke partij. De door hem nagestreefde volksbeweging, gestoeld op zijn hervormingsplannen, viel echter niet in de smaak van de lokale werkgevers. In hun ogen ging de ACW-proost zijn boekje te buiten, en verleende hij te veel steun aan het Vlaams-nationalisme. Naar aanleiding van het 11 juli-feest van 1925 werd hij ervan beschuldigd de zijde van de Izegemse Vlaams-nationalisten gekozen te hebben. Gevolg hiervan was een hevig conflict binnen het ACW. Een aantal dissidenten onder leiding van Juul De Clercq stichtten daarop een nieuwe vakbond. Spruyttes experiment was mislukt, en hij ging nu de weg op van het radicaal en zelfstandig Vlaams-nationalisme en anti-belgicisme. In West-Vlaanderen maakte hij deel uit van een harde kern petits vicaires (onder anderen Leo Dumoulin, Maurits Geerardyn en Cyriel Verschaeve) die de koers van het studentenblad De Vlaamsche Vlagge bepaalden. In Zwevegem bracht hij - naar eigen zeggen - de gelukkigste jaren van zijn leven door. In deze periode valt ook zijn redacteurschap aan Jong Dietschland (1927-1933) te noteren. Hij werd een van de belangrijkste medewerkers, en maakte gebruik van een groot aantal pseudoniemen (onder meer van Harold, M., L. Van Alken, H.P. Verdonck). De artikels die hij publiceerde, handelden meestal over sociologie, filosofie, theologie en politiek. Hij zocht een rechtvaardiging van het Vlaams-nationalisme in het thomistische natuurrecht, en was een van de eersten om in Vlaanderen de corporatistische gedachte van Othmar Spann te propageren. Spruytte ontwikkelde zich tot een uitgesproken tegenstander van de parlementaire democratie, en opteerde voor een elitair, katholiek en nationaal- solidaristisch gedachtegoed. Wel verwierp hij in een artikelenreeks in Kultuurleven de nationaal- socialistische rassenleer. Als Groot-Nederlander was Spruytte betrokken bij de onderhandelingen ten huize van dr. Edgard Muylle om tot een Vlaams-nationale eenheidspartij te komen. Na de stichting van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) werd Spruytte in het midden van de jaren 1930 de geestelijke raadsman van Staf De Clercq. Voor hem ontwierp hij menig artikel en redevoering. De VNV-leider hield rekening met menig advies (bijvoorbeeld de verwerping van het akkoord met de Katholieke Vlaamsche Volkspartij) van Spruytte. De Clercq zorgde ervoor dat hij zijn artikels in de VNV-pers kon publiceren. Bijzonder veel invloed bezat hij op Jeroom Leuridan en Reimond Tollenaere. In zijn kapelanie in Slijpe ontving Spruytte geregeld het bezoek van menig VNV-kopstuk. In de zomer van 1940 was hij voorstander van een breed opgezette volksbeweging. Bij zijn overlijden besteedde de VNV-pers uitvoerig aandacht aan zijn leven en werken.

Streuvels, Stijn (° Heule, 1871-10-03 - ✝ Ingooigem, 1969-08-15)

Geboren als Frank Lateur en bakker van opleiding, maar onder zijn pseudoniem Stijn Streuvels als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, Vlaanderen, De Gids en De Nieuwe Gids. De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.

Naam - uitgever

Desclée De Brouwer

De uitgeverij Desclée De Brouwer was gevestigd aan de Houtkaai te Brugge. Henri Desclée (1830-1917) en zijn broer Jules (1833-1911) waren afkomstig uit Doornik, waar zij in 1874 samen met een vennoot de drukkerij-uitgeverij Desclée-Lefèbvre/St. Jean l'Evangéliste hadden gesticht, die uitsluitend liturgische publicaties op de markt bracht. Beide waren ze gehuwd met een zus van de Bruggeling Alphonse De Brouwer (1850-1937), met wie zij in Brugge een nieuwe drukkerij (Sint-Augustinus) annex uitgeverij (Desclée De Brouwer) oprichtten. In 1883 werd de zaak uitgebouwd tot een commanditaire vennootschap. In 1896 trok Alphonse De Brouwer zich uit de zaak terug, maar hij bleef ter beschikking wanneer op hem een beroep werd gedaan. Door Etienne Desclée de Maredsous en Paul De Brouwer, opvolgers van de stichters, werd na de Eerste Wereldoorlog een filiaal van de uitgeverij opgericht in Parijs onder leiding van de Nederlandse schrijver Pieter van der Meer de Walcheren. In Brugge werd sporadisch werk in het Nederlands uitgegeven.

In 1941 kreeg een Nederlandstalige afdeling steeds meer vorm en verschenen meer Nederlandstalige uitgaven onder invloed van Jan François. Voorzichtigheidshalve werden deze uitgaven gepubliceerd onder de naam 'De Kinkhoren', een eigen imprint voor Nederlandstalige uitgaven. In 1943 verwoestte een grote brand het hele bedrijf. De Sint-Augustinusdrukkerij was niet meer bruikbaar. De Kinkhoren verhuisde naar Brussel. In 1950 kwam het bedrijf terug naar Brugge en viel de aparte imprint voor Nederlandstalige uitgaven weg. Alleen de naam Desclée De Brouwer werd nog gebruikt. In 1970 veranderde de naam nog eens. Na de overname van N.V. Orbis Boekhandel werd de naam vervangen door Orion.

Titel - werken van Streuvels

Streuvels, Stijn, Prutske's vertelselboek (1935). [bewerking]
[Eerste druk], Brussel-Amsterdam, De Kinkhoren, Desclée De Brouwer, [1935], 78 + [II] p., 27,7 x 20,4 cm.
Inhoud:
  • Platteboone (p. 7-14)
  • Mijnheere de Mane (p. 15-24)
  • Van één graantje drie (p. 25-27)
  • Pieter met zijn zwijn (p. 28-32)
  • De opperdief (p. 33-44)
  • Vuiltje-vaagt-den-oven (p. 45-52)
  • Van 't visschertje in de Roode Zee (p. 53-57)
  • Duimke (p. 58-68)
  • Smetje Viole met al zijn alaam (p. 69-78).
Extra info:
Prenten van Gerard Baksteen.
Streuvels, Stijn, Prutske's vertelselboek (1935).
Voorpublicatie
  • Smetje Viole met al zijn alaam - gepubliceerd door André de Ridder, in Stijn Streuvels en zijn werk, p. 21-24, en door Stijn Streuvels afgestaan voor De Kleine Vlaming, XVII, 1934-1935, p. 3-6.
Druk
  • [Eerste druk], Brussel-Amsterdam, De Kinkhoren, Desclée De Brouwer, [1935], 78 + [II] p., 27,7 x 20,4 cm.
    Inhoud:
    • Platteboone (p. 7-14)
    • Mijnheere de Mane (p. 15-24)
    • Van één graantje drie (p. 25-27)
    • Pieter met zijn zwijn (p. 28-32)
    • De opperdief (p. 33-44)
    • Vuiltje-vaagt-den-oven (p. 45-52)
    • Van 't visschertje in de Roode Zee (p. 53-57)
    • Duimke (p. 58-68)
    • Smetje Viole met al zijn alaam (p. 69-78).
  • [Tweede druk], Brugge, Desclée De Brouwer, [1939].
  • [Derde druk], Brugge, Desclée De Brouwer, [1940].
  • [Vierde druk], Brugge, Desclée De Brouwer, [1941].
  • [Vijfde druk], Brugge, Desclée De Brouwer en co., [1942], 78 + [II] p., 27,8 x 20,3 cm.
  • [Zesde druk], Brussel-Amsterdam, De Kinkhoren, Desclée De Brouwer, [1943].
  • [Zevende druk], Brugge, Desclée De Brouwer, [1947].
  • Achtste druk, [Brugge], Desclée De Brouwer, [1955], 77 + [III] p., 27,6 x 20,1 cm.
Mell, Max, Paradijssprookjes (1938). Vertaald door: Streuvels, Stijn. [vertaling]
[Eerste druk], Brugge, Uitgeverij 'Wiek Op', [1938], 49 + [III] p., 24,5 x 25,3 cm. [o.t.: Paradiesmärchen davon einige dem Volksmund nacherzählt]
Extra info:
Verluchtingen door Elisabeth Ivanovsky. Uitgegeven met den steun van het Commissariaat-Generaal der Belgische Regeering bij de Internationale Tentoonstelling van New York 1939.
Mell, Max, Paradijssprookjes (1938). Vertaald door: Streuvels, Stijn.
Voorpublicatie
  • Hoe de wolf geschapen werd & De boodschap van het bietje - De Vinkenier, I, 1936, nr. 16 (1 maart) en nr. 19 (28 maart).
  • Wat er gebeurde op de vlucht naar Egypte - De Standaard, nummer van 25-26 december 1937.
Druk
  • [Eerste druk], Brugge, Uitgeverij 'Wiek Op', [1938], 49 + [III] p., 24,5 x 25,3 cm. [o.t.: Paradiesmärchen davon einige dem Volksmund nacherzählt]
Streuvels, Stijn, Prutske's vertelselboek (1935). [bewerking]
[Derde druk], Brugge, Desclée De Brouwer, [1940].
Streuvels, Stijn, Prutske's vertelselboek (1935).
Voorpublicatie
  • Smetje Viole met al zijn alaam - gepubliceerd door André de Ridder, in Stijn Streuvels en zijn werk, p. 21-24, en door Stijn Streuvels afgestaan voor De Kleine Vlaming, XVII, 1934-1935, p. 3-6.
Druk
  • [Eerste druk], Brussel-Amsterdam, De Kinkhoren, Desclée De Brouwer, [1935], 78 + [II] p., 27,7 x 20,4 cm.
    Inhoud:
    • Platteboone (p. 7-14)
    • Mijnheere de Mane (p. 15-24)
    • Van één graantje drie (p. 25-27)
    • Pieter met zijn zwijn (p. 28-32)
    • De opperdief (p. 33-44)
    • Vuiltje-vaagt-den-oven (p. 45-52)
    • Van 't visschertje in de Roode Zee (p. 53-57)
    • Duimke (p. 58-68)
    • Smetje Viole met al zijn alaam (p. 69-78).
  • [Tweede druk], Brugge, Desclée De Brouwer, [1939].
  • [Derde druk], Brugge, Desclée De Brouwer, [1940].
  • [Vierde druk], Brugge, Desclée De Brouwer, [1941].
  • [Vijfde druk], Brugge, Desclée De Brouwer en co., [1942], 78 + [II] p., 27,8 x 20,3 cm.
  • [Zesde druk], Brussel-Amsterdam, De Kinkhoren, Desclée De Brouwer, [1943].
  • [Zevende druk], Brugge, Desclée De Brouwer, [1947].
  • Achtste druk, [Brugge], Desclée De Brouwer, [1955], 77 + [III] p., 27,6 x 20,1 cm.