Brugge,
LEOPOLD I LAAN 107
den 3n September 1941.
Den Heer Frank LATEUR
Lijsternest
Ingooigem.
Zeer Geachte Heer Lateur,
Onze afrekening
[1] lag juist klaar toen uw brief van 2 September hier aankwam.
[2] Dat wij ze U niet vroeger stuurden ligt enkel en alleen aan overlast van werk, en ook aan het feit dat wij moesten wachten op gegevens uit de drukkerij, waar nog plano-exemplaren van uw "
Kerstvertellingen" liggen.
Uit deze afrekening blijkt dus dat op 1 September 1941, 381 ex[emplaren] "Kerstvertellingen" verkocht waren, ongerekend de 500 ex[emplaren] die wij van ónze oplage, nog aan Veen gestuurd hebben en waarvoor het honorarium door Veen rechtstreeks aan U te betalen is.
In mijn brief van 8 Juni heb ik er U reeds op gewezen dat de mededeeling omtrent een "herdruk" op een vergissing berust.
[3] Het gaat hier enkel om een band, daar onze voorraad
gebonden boeken uitgeput is, en wij nog een partij plano liggen hebben.
Zonder mijn verlangen om deze band naar uw genoegen op te maken, zou ik het bindwerk gewoon laten uitvoeren hebben, en was er dus ook geen vergissing mogelijk geweest. Het spijt mij erg dat deze zich heeft voorgedaan.
U kunt overigens ten allen tijde laten onderzoeken of de nog voorradige exemplaren eenige afwijking vertoonen, met de exemplaren die bij 't verschijnen werden toegezonden.
Wij zouden er, eerlijk gezegd, ook nooit aan gedacht hebben, een tweeden druk buiten U om te laten maken, des te meer daar ons contractueel de voorkeur voor latere uitgaven van dit werk werd toegestaan.
[4] En ook zonder deze bepaling hadden wij het niet gedaan.
Dat weet U zelf ook wel. Doch ik kan begrijpen dat U ongeduldig geworden bent. Neem het me niet kwalijk, en probeer ook te begrijpen dat ik doorloopend overlast ben. De volgende afrekening wordt U stipt in Januari 1942 geleverd.
[5]
Hierbij ook een overzicht van den verkoop van "Paradijssprookjes".
Met hartelijke groeten, ook aan Mevrouw Lateur.
(handtekening Martha Van de Walle)
M[artha] van de Walle.
Annotations
[1]
D.i. de afrekening voor de verkoop van
Kerstvertellingen.
[2]
Cf. brief van Stijn Streuvels aan Wiek Op van
2 september 1941.
In haar brief aan Streuvels van
8 juni 1941 had Martha Van de Walle namelijk beloofd de afrekening eind juni te bezorgen. In zijn brief van 2 september 'informeerde' Streuvels naar deze afrekening.
[4]
In het contract voor de uitgave van
Kerstvertellingen (artikel 2) staat:
Voor mogelijke herdrukken of latere uitgaven van dit boek wordt aan de Uitgeverij "Wiek op" voorkeur gegeven, die dan echter binnen de zes maanden moet beslissen of zij tot de heruitgave wil overgaan.