Rossmore.
Rossmore
Johannesburg.
Resultaat 1 van 53 |
---|
Lateur, Dina (° Ingooigem, 1916-02-24 - ✝ Gent, 2000-04-06)
Lerares.
Dina Lateur werd als derde kind (van de vier) uit het huwelijk van Stijn Streuvels met Alida Staelens geboren in het Lijsternest in Ingooigem. Door de Eerste Wereldoorlog was de bewegingsvrijheid van de mensen beperkt. Daardoor had Streuvels ruim de tijd om zich met zijn dochter bezig te houden. Maar Dina was ook een inspiratiebron voor Streuvels. Als 'Prutske' werd Dina onsterfelijk gemaakt in het gelijknamige boek van Streuvels. Dina Lateur was gehuwd met een leraar, Frank Demey en werkte zelf als lerares in Sint-Bavo in Gent.
Lateur, Frank (° Heule, 1871-10-03 - ✝ Ingooigem, 1969-08-15)
Geboren als Frank Lateur en bakker van opleiding, maar onder zijn pseudoniem Stijn Streuvels als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, Vlaanderen, De Gids en De Nieuwe Gids. De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.
Lateur, Paul (° Ingooigem, 1909-01-04 - ✝ Halle, 1993-06-21)
Kunstenaar.
De enige zoon van Streuvels was geen briljante leerling, maar door zijn artistieke aanleg lag een kunstambacht voor de hand. In 1924 ging hij naar Maredsous, voor een kunstopleiding in de abdijschool. Streuvels had besloten dat zijn zoon edelsmid zou worden. Paul vestigde zich later in Brussel als tekenaar.
Lootens, Maria (° Oostrozebeke, 1884-12-01 - ✝ Oostrozebeke, 1969-08-09)
Beroep?
Zuster van Jozef Lootens. Was nauw betrokken bij de Vlaams-culturele werking die in het huis van haar vader, Jules Lootens en haar broer Jozef, vanaf 1902 plaatsgreep. Zo leerde zij in 1909 Cyriel Verschaeve kennen. Na de Eerste Wereldoorlog stond Lootens haar broer steeds meer bij in het bewaren van de omvangrijke briefwisseling en de vele manuscripten van de kapelaan van Alveringem. Uit deze bezorgdheid ontstond geleidelijk aan het Verschaeve-archief. In 1934 hielp Lootens mee aan de financiering van uitgeverij Zeemeeuw, waarvan Martha Van de Walle de leiding kreeg. Zij werd een bescheiden maar hardwerkende medewerkster van Van de Walle. Na de Tweede Wereldoorlog verleende ze nog haar hulp bij de oprichting in 1952 van de Stichting ter Bescherming van het Cultureel Erfgoed (onder meer met Stijn Streuvels en Antoon Vander Plaetse), die echter spoedig ter ziele ging maar wel de verre aanloop was tot de oprichting in 1960 van het Jozef Lootensfonds. Het was onder meer dankzij de financiële middelen, die Lootens na de dood van haar broer in 1955 ter beschikking stelde, dat dit fonds mogelijk werd.