<Resultaat 2077 van 2531

>

Den Heer S[TIJN] STREUVELS
Lijsternest,
Ingooigem.

Zeer geachte Heer Lateur,
Ik ontvang zoeven een brief uit Zuid-Afrika, gedateerd 7 Feb[ruari] waaruit het volgende voor U bestemd is:
"Die saak in verband met 'n bloemlesing uit die verhale van Styn Streuvels moet ek dadelik meld dat ons met die wegspringslag teen 'n deurslaggewende faktor bots: Dit is eenvoudig ondenkbaar dat Suid-Afrikaanse skole gebruik sal maak van die werk tensy die spelling gemoderniseer is. Hierdie saak het ek deeglik met die verskillende Departemente van Onderwys bespreek, en is jammer dat hulle standpunt beslis en finaal is."[1]
Persoonlijk heb ik ondervonden dat de jonge Afrikaners bij de lezing van het Nederlands ongeveer dezelfde moeilijkheden ondervinden als onze jonge mensen die Duits moeten lezen. Daar de bloemlezing voor de scholen bestemd is willen zij natuurlijk deze moeilijkheden ondervangen en hier en daar voor de leerlingen den weg effenen.
Voor een werk van Verschaeve dat ook voor de scholen bestemd was hebben wij een midden-oplossing gezocht die zonder de stijl van Verschaeve te veranderen toch enkele moeilijkheden uit den weg ruimde.
Graag verneem ik uw mening in deze zaak en verblijve inmiddels met vriendelijke groeten,
Hoogachtend,
(handtekening Martha Van de Walle )
M[artha van de] WALLE.
Hartelijke groeten ook aan alle "Streuvelsen" thuis en "in [partibus]..."
Hoe is 't met de "jonge menagen"?

Annotations

[1] Reeds op 14 augustus 1948 schreef Martha Van de Walle Streuvels een brief met het voorstel voor een Bloemlezing, of liever een verzameling Kortverhalen, behelzende ongeveer 45.000 woorden, bedoeld voor het middelbaar onderwijs in Zuid-Afrika.
Door minister Marchant werd in 1934 een nieuwe spelling, de z.g. examenspelling, in het Nederlandse onderwijs ingevoerd. In 1946 werd ze in België officieel, in 1947 in Nederland. Het bijbehorende 'Groene Boekje' dateert van 1954. De Leidraad en Woordenlijst zijn een uitvoering van het Belgisch Spellingsbesluit van 9 maart 1946 en de Nederlandse Spellingswet van 14 februari 1947, waarbij een regeling werd voorgeschreven met betrekking tot de schrijfwijze van het voornaamwoordelijk gebruik, het gebruik van tweede-naamvalsvormen als der, dezer en zijner, de schrijfwijze van bastaardwoorden en de tussenklanken in samenstellingen. Tevens werden er voorschriften en aanwijzingen gegeven voor de spelling van de spraakklanken, de verdeling van de woorden in lettergrepen, het gebruik van het koppelteken, het deelteken en het weglatingsteken en het gebruik van de hoofdletters. (http://www.cultuurbibliotheek.be/publicaties/vijf_eeuwen/brochure/5e_tekst.php)

Register

Naam - persoon

Lateur, Frank (° Heule, 1871-10-03 - ✝ Ingooigem, 1969-08-15)

Geboren als Frank Lateur en bakker van opleiding, maar onder zijn pseudoniem Stijn Streuvels als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, Vlaanderen, De Gids en De Nieuwe Gids. De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.

Streuvels, Stijn (° Heule, 1871-10-03 - ✝ Ingooigem, 1969-08-15)

Geboren als Frank Lateur en bakker van opleiding, maar onder zijn pseudoniem Stijn Streuvels als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, Vlaanderen, De Gids en De Nieuwe Gids. De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.

Verschaeve, Cyriel (° Ardooie, 1874-04-30 - ✝ Solbad Hall, 1949-11-08)

Pseudoniemen: Droevaert, J.V.H., I. Oorda, Peisere, Zeemeeuwe.

Vlaams-nationalistisch priester en leraar te Tielt, waar hij nog les gaf aan Joris Lannoo, en een grote invloed op hem heeft uitgeoefend. Verschaeve speelde een belangrijke rol in de Vlaamse studentenbeweging AVKS, die hij in een nationalistische richting stuurde. Tijdens de oorlog werd zijn kapelanij een drukke ontmoetingsplaats voor vele jonge Vlaamse soldaten, intellectuelen zowel als volksjongens. Hij werd hoe langer hoe radicaler, o.a. in zijn steun aan de Frontbeweging en in zijn briefwisseling met Joris Van Severen. Hij publiceerde enkele bijdragen in Vlaanderen (1922-1923). Vanaf 1924 werd er bij bisschop Waffelaert aangedrongen op maatregelen tegen Verschaeves groeiende invloed op de studenten-beweging. De bisschoppelijke veroordeling van het Vlaams-nationalisme van 11.10.1925 betrof dan ook in grote mate precies Verschaeve. Hierna evolueerde hij nog meer in scherp anti-Belgische zin. Vanaf WOII werd hij, als idealistische en compromisloze dwepersnatuur, een idool in kringen van Vlaamsgezinde, katholieke intellectuelen. Daarnaast schreef hij ook een breedvoerig en omvangrijk literair oeuvre; hij was zowel dichter, essayist als dramaturg.