Den 11. Mai 1937
Herrn Stijn Streuvels
Ingoyghem
Hochverehrter Herr Streuvels!
Zu meiner Freude ist also Frau
Valeton bereit, "
Kerstmis in Niemandsland" zu übersetzen.
[1] Damit bekommen wir nun wirklich eine vollwertige und gute Übersetzung,
[2] und nunmehr sind wir auch so weit, daß der
Vertrag über das ganze Buch geschlossen werden kann. Ich übersende Ihnen anbei das Dokument in doppelter Ausfertigung mit unserer Unterschrift.
[3] Wie Sie sehen, sind die bisherigen Verträge, namentlich der über "
Teleurgang" zugrunde gelegt.
[4] Dadurch daß "
Letzte Nacht" weggefallen ist, erhält
Langen-Müller etwas weniger, Sie dagegen etwas mehr Anteil an dem Honorar, als ich in meinem Brief vom 27. Februar geschrieben hatte.
[5]
Schicken Sie mir also bitte beide Ausfertigungen des Vertrags zurück, damit wir hier die Urkundensteuer bezahlen können, die wir selbst tragen. Diese Steuer ist jetzt in Deutschland neu eingeführt und gilt auch für Verlagsverträge. Sobald diese Steuer bezahlt ist, erhalten Sie dann das eine Dokument für Ihre Akten von uns zurück.
[6]
Inzwischen ist auch der Vertrag mit
Reclam geschlossen worden und zwar auf der Grundlage, wie ich am 13. April geschrieben hatte.
[7] Da aber
Reclam verlangt hat, daß wir "
Martje Maertens" dann nicht in einer Einzelausgabe
[2]sondern nur in einem Novellen-Sammelband
Streuvelsscher Novellen bringen (was wir nicht gut verweigern konnten), da aber andrerseits Frau
Valeton ja nun bereits die Mühe mit der Übersetzung gehabt hat, haben wir zugunsten von Frau
Valeton auf unseren Anteil an dem
Reclamschen Honorar verzichtet, so daß Frau
Valeton also
R[eichsmark] 100.- erhält. Ein Jahr nach Erscheinen des
Reclamschen Bandes darf "
Martje Maertens" von uns also in einen Novellen-Sammelband aufgenommen werden.
Ich freue mich sehr über diesen neuen Fortschritt unserer Streuvels-Ausgabe und hoffe, daß wir dem schönen Buch "Weihnachtsgeschichten" einen guten Erfolg erkämpfen.
Mit verehrungsvollen Grüßen
Ihr stets ergebener
(handtekening Adolf Spemann)
Annotations
[1]
Over de Erkelenz-vertaling van
Kerstmis in Niemandsland zelf, waarvan Erkelenz op 24 april 1937 het manuscript naar Streuvels stuurde, was Streuvels allerminst te spreken. Maar ook Erkelenz wist dat
eine Reihe Unstimmigkeiten und Ungenauigkeiten de vertaling ontsierden en
daß die deutsche Fassung noch der Feile bedürfte. De vertaling wemelde van de fouten, schreef Streuvels op
29 april 1937 aan Spemann.
Ook Erkelenz wist heel goed dat zijn vertaalproeven, en in het bijzonder die van Kerstmis in Niemandsland in gebreke bleven. Op 24 april 1937 schreef Erkelenz nogal verontschuldigend aan Streuvels: Immerhin gebe ich Ihnen die volle Freiheit, wenn Ihnen meine Uebersetzung als Grundlage der deutschen Fassung nicht genügt oder Sie die Erzählung gern ganz veröffentlicht sehen möchten, noch einen anderen Uebersetzer zu wählen. Brief in Letterenhuis, S 935/B2
En Spemann zou dit 'voorstel' ook maar al te graag letterlijk nemen. Op 3 mei 1937 schreef Spemann een harde brief aan Erkelenz, schrapte de Erkelenzvertaling en zou in de plaats Anna Valeton-Hoos, de Duitse echtgenote van de Nederlandse hoogleraar Mineralogie-Petrografie Josua Valeton, aanspreken. Anna Valeton vertaalde o.m.
Pallieter van Felix Timmermans en verzorgde voor Adolf Spemann de vertaling van
De vlaschaard. Streuvels reageerde bondig maar instemmend op deze 'plotse' wending in zijn brief van
10 mei 1937.
H. Speliers, Als een oude Germaanse eik
[2]
Weihnachtsgeschichten verscheen uiteindelijk in oktober 1937, zonder Erkelenz en op één verhaal na (
Weihnachten im Niemandsland)
übertragen von Hermine Schmülling.
De door Erkelenz voorgestelde verkorting van het verhaal Weihnachten im Niemandsland bleef niet behouden. Wel werden in Drei Könige an der Küste die passages weggelaten, waarin al te veel technische, en dus moeilijk vertaalbare termen in voorkwamen.
[3]
Het contract voor de bundel
Weihnachtsgeschichten werd op 11 mei 1937 door Engelhorn Verlag opgemaakt en op 13 mei 1937 door Stijn Streuvels ondertekend. Het contract wordt nu wordt bewaard in het Letterenhuis (S 935/C).
[4]
Het contract voor
Die grosse Brücke, d.i. de Duitse vertaling van
De teleurgang van den Waterhoek, d.d. juni 1936, wordt nu wordt bewaard in het Letterenhuis (S 935/C).
[5]
Cf. brief van Adolf Spemann aan Stijn Streuvels van
27 februari 1937.
Spemann wou van Langen-Müller de toestemming krijgen tot opname van Das Christkind en Letzte Nacht in de bundel Weihnachtsgeschichten.
Van deze onderhandelingen hield Spemann Streuvels nauwgezet op de hoogte, zoals het een goed uitgever paste en zoals Streuvels het graag had. Streuvels was namelijk heel nauwgezet in al zijn zakelijke aangelegenheden, en hij verwachtte dezelfde instelling van de mensen met wie hij zaken deed. Op
23 februari 1937 meldt Spemann dat de onderhandelingen nog volop bezig waren, maar
er [d.i. de uitgeverij Langen-Müller, JD] will uns nur eine Lizenz verkaufen en niet de werken vrijgeven voor de verzamelbundel kerstvertellingen, hoewel Engelhorn hierop had gerekend. Op
27 februari was er een doorbraak te zien en Spemann meldde:
Wir stehen vor einer Einigung mit Langen-Müller.
Een maand later zou Spemann er toch voor opteren
Letzte Nacht uit de bundel
Weihnachtsgeschichten weg te laten. Reden: alle verhalen sloten inhoudelijk perfect bij elkaar aan, met uitzondering van
Letzte Nacht, zoals Spemann schreef in zijn brief aan Streuvels van
30 maart 1937. Op
13 april was dan eindelijk
die endgültige Zustimmung von Langen-Müller eingetroffen.
[6]
Volgens de stempel van het 'Finanzamt Stuttgart-Süd' werd het belastingspercentage op 3 RM begroot. Op het contract werd dan ook een zegel ter waarde van 3 RM gekleefd.
[7]
Cf. brief van Adolf Spemann aan Stijn Streuvels d.d.
13 april 1937.
De Duitse vertaling van de novelle Martje Maertens en de misdadige grafmaker werd in 1937 door de uitgeverij Philipp Reclam te Leipzig gepubliceerd als Martje Maartens und der verruchte Totengräber. Novelle.