28.6.43
Sp
31.7.43
Oberjoch bei Hindelang
Herrn
D[okto]r Stijn Streuvels
Ingoyghem
Hochverehrter Herr
D[okto]r Streuvels!
[1]
Haben Sie herzlichsten Dank für Ihren liebenswürdigen Brief vom 28.6., der mich hier oben in den Bergen erreicht hat, wo ich einen sehr schönen Urlaub mit meiner Frau verbringe.
[2] Es ist ganz besonders liebenswürdig von Ihnen, dass Sie sich solche Mühe mit den Sprüchwörtern machen, und ich danke Ihnen recht sehr für die Liste.
[3] Sobald ich wieder in Stuttgart bin, werde ich mich bemühen, das eine oder andere zu erhalten.
Ihre Bemerkungen über "
De Blijde Dag" habe ich mir für eine etwaige Übersetzung notiert.
[4] Ich wäre sehr dankbar, wenn ich die schöne
Lijsternest-Reihe vollständig haben könnte;
[5] bisher besitze ich davon den
Vlaschaard, dann
De Maanden - alles andere fehlt mir noch. Bitte veranlassen Sie doch Ihren Verleger, dass er mir die andern Bande sendet; ich revanchiere mich gerne mit Büchern meines eigenen Verlages.
Ich habe noch vor meiner Abreise die Durchsicht der neuen Übersetzung vom
Vlaschaard beendet;
[6] dabei waren mir
de Bo und
Gezelle von grösstem Wert,
[7] sodass ich nur noch wenige Fragen stellen muss. Das will ich tun, wenn ich wieder in Stuttgart bin. Die Übersetzung enthält manches Gute, und ich hoffe, dass ich sie nun durch die gründliche
[ ]Überarbeitung so gebessert habe,
[2]dass auch Sie damit zufrieden sein können.
An der
zweibändigen Ausgabe wird tüchtig gearbeitet und zwar am ersten Band.
Der Flachsacker wird dann den zweiten Band eröffnen; sobald ich Korrekturfahnen habe, werde ich Ihnen diese (beim
Flachsacker) senden, damit Sie Gelegenheit haben, die revidierte Übersetzung zu prüfen.
[8]
Wir geniessen hier herrliche Tage hoch im Gebirge und ich mache jeden zweiten Tag eine Bergtour. Infolge der Menschenarmut dieses Gebietes sieht man viel Wild, was herrliche Bilder gibt. So habe ich gestern nacheinander vier Gemsen in den Felsen auf eine Entfernung von dreissig Metern, und dann einen riesigen Hirsch gesehen, der über eine Waldlichtung galoppierte, ein prachtvolles Tier mit einem enormen Geweih. Ich bin kein Jäger, freue mich aber umsomehr an den Tieren in freier Natur.
Ich hoffe, Sie befinden sich bei voller Gesundheit und haben keinen Bombenangriffe zu erleiden. Seien Sie herzlich gegrüsst!
In alter Verehrung
Ihr ergebener
(handtekening Adolf Spemann)
Annotations
[1]
Streuvels werd doctor honoris causa aan de universiteiten van Leuven, Münster en Pretoria.
[2]
Deze brief vonden we niet terug in de geraadpleegde archieven.
[3]
Op
19 mei 1943 vroeg Spemann aan Streuvels om informatie over werken met Vlaamse spreekwoorden en uitdrukkingen. In zijn brief aan Spemann van 2 juni 1943, die we echter niet terug vonden in de geraadpleegde archieven, moet Streuvels geantwoord hebben dat zijn
grosse folkloristische Sammlung verloren gegaan was tijdens de beschieting.
[4]
Op
10 mei 1943 had Spemann namelijk aan Streuvels geschreven dat het lezen van "De blijde dag" hem zeer was bevallen. In zijn brief aan Spemann van 28 juni 1943 moet Streuvels hierop gereageerd hebben.
[5]
De
Lijsternestreeks werd in Vlaanderen uitgegeven door de Tieltse uitgeverij Lannoo in co-productie met de N.V. Standaard Boekhandel te Antwerpen. Aanvankelijk waren 26 delen aangekondigd, maar uiteindelijk kwamen maar 10 delen van de pers. In Nederland werd de reeks door de uitgeverij L.J. Veen onder eigen uitgeversadres op de markt gebracht.
P. Thiers, Oog in oog met Streuvels, p. 49.
[6]
Op
21 juni 1943 schreef Spemann over de Duitse vertaling van
De vlaschaard door Anna Valeton aan Streuvels. Hij was dit keer uitzonderlijk niet tevreden over haar vertaalwerk, maar begreep dat het moeilijk was doordat ze gelijkenissen met de eerdere -uitstekende- vertaling van Peter Mertens wou vermijden. Zijn verbetering van Valetons werk vorderde echter moeizaam door de vele zeer specifieke volkstermen uit de boerenstiel in
De Vlaschaard.
[7]
Op
9 augustus 1941 schreef Streuvels aan Spemann dat hij een exemplaar van het West-Vlaams Idioticon voor hem op de kop had kunnen tikken.
En op
12 augustus 1941 kreeg Spemann
Loquela door de Amsterdamse uitgeverij Veen toegestuurd.
[8]
Toch zou de verzamelde uitgave
Ausgewählte Werke nog een tijd op zich laten wachten. Stuttgart was met zijn Daimler-Benzfabrieken een begeerd doelwit voor de geallieerden. In de strijd om het Ruhrgebied van 5 maart tot 14 juli 1943 voerden de geallieerden tussen de vijfhonderd en duizend vluchten uit tot boven Stuttgart. In de nacht van 11 maart 1943 werd Spemanns huis zwaar getroffen en hij had zijn leven uitsluitend te danken aan het feit dat hij met een tijgersprong de schuilkelder had bereikt. Bij de aanval van 24 juli tot 18 november 1943 op het noordelijk gelegen Hamburg kreeg het zuidelijk gelegen Stuttgart het nog eens hard te verduren. Daarbij werd vooral het stadscentrum zwaar getroffen. Bovendien werd de toevoer van papier afgesneden, zodat talloze uitgeverijen over de kop gingen. Toch zou Spemann de zaak blijven bagatelliseren tot in de herfst van 1943. De 'area bombing' trof Stuttgart in de nacht van 7 op 8 oktober. Het staande zetsel van Streuvels'
Ausgewählte Werke in zwei Bänden werd vernietigd. Tijdens de slag om Berlijn tussen 18 november 1943 en 31 maart 1944 werd Stuttgart opnieuw hevig gebombardeerd. Tijdens het bombardement van 25 juli 1944 verloor Spemann zijn beide dochters, zijn huis en weer eens Streuvels' inmiddels gedrukte
Ausgewählte Werke (ongeveer 4500 stuks).
H. Speliers, Als een oude Germaanse eik, p. 478-480.