Ingoyghem le 22 Avril, '36
Cher D[octeu]r Spemann,
Vous trouverez ci-inclus les
ex[em]pl[aires] signés du contrat
Grethlein-
Engelhorn.
[1] Cette affaire est donc enfin liquidée.
La question se pose maintenant: qu' arrivera-t-il avec ces deux livres comme nouvelle édition?
[2] Comme nous avons déjà dit: le texte devra être entièrement revu et corrigé.
2) Je veux Vous proposer de reconstruire la matière de ces livres intégralement selon le texte de l' édition originale, car comme ils se présentent maintenant, ces trois livres sont une espèce de "Mischung"
[3] une composition de nouvelles entremêlées:
p[ar exemple] Frühling ne contient qu' une seule nouvelle du livre:
Lenteleven — les deux autres (
Eine Kinderseele u[nd] Martje Maertens) appartiennent à "
Dorpsgeheimen"! J' attache particulièrement d' importance à ce que "
Frühling" soit construit d' après l' original, parce que c' est mon premier livre,
[4] et aussi pour les deux autres volumes, à ce que la suite de nouvelles reste réunie au seul et même volume comme l' original.
Je dois Vous faire remarquer que le volume "
Sonnenzeit" contient la nouvelle "
Die Ernte" traduit et édité ultérieurement par le
Insel-Verlag.
Je tiens à connaître Votre avis avant qu' on prend une décision pour une nouvelle édition de ces trois livres, (ce qui ne se fera pas de si tôt?)
Je laisse donc à Vous de traiter cette offre de la
Frankfurter Zeitung.
[5] Le
D[octeu]r Steinhausen m' a signalé comme des traducteurs de tout premier ordre:
- Rudolf Alexandre Schröder in Bremen (qui a traduit d' une manière parfaite des poësis de Guido Gezelle)[6]
- D[octeu]r Richard Möhring (Peter Gan) - Insel-Verlag - qui vient de traduire un livre de Marie Gevers (adresse: Atlantis-Verlag, Berlin)[7]
Le D[octeu]r Steinhausen trouve aussi que la traduction de Minnehandel est très bien faite.
Un de mes amis vient de me recommander encore un traducteur de toute confiance:
Heinz Graef, Studienassessor - Bedburg-Erf[ur]t
En tout cas devrions nous prendre une décision pour le roman "
Teleurgang" - qui demandera beaucoup de travail et un travail de longue durée
[.][8]
J' ai envoyé à Fr[au] Valeton la liste des Fehler que j' ai trouvé dans la traduction de Minnehandel, dont elle pourra faire son profit pour une nouvelle impression.
Je ne connais pas le D[octeu]r Jacobs (pas confondre avec le D[octeu]r Ant[oon] Jacob de Hamburg?) mais je puis m' informer auprès de Timmermans.
Peter Mertens de l'
Insel-Verlag, m' écrit qu' il travaille à une
nouvelle traduction du Flachsacker. Ik m' a envoyé aussi le texte d' une conférence qu' il donne ce jour du 22 à 15.45 au Frankfurter Sender, sous le titre: "
Deutschland ehrt flämische Dichter Träger des Rembrandt-Preises, eine Würdigung" - un article bien rédigé.
[9]
[2]
j' ai reçu une invitation du
Prof[esseur] Borchling de Hambourg, pour "die Festsitzung des Kuratoriums, in der die Erkunden des Rembrandt-Preises an die gekrönten Dichter überreicht werden sollen - auf Mittwoch den 6 Mai, nachmittags 5 Uhr im Hause Wedell zu Hamburg".
[10] Invitation que je ne puis malheureusement pas accepter pour cause d' invalidité - ce que je regrette de tout coeur.
Je me demande s' il n'y aurait pas moyen de me faire remplacer à cette cérémonie... par mon éditeur Allemand, qui pourrait y prendre la parole en mon nom et faire le discours de remerciement?
Avec mes sentiments Cordiales
(handtekening Stijn Streuvels)
Annotations
[1]
Met dit contract, dat op 16 april 1936 door Engelhorn Verlag werd opgemaakt en op 17 april door Grethlein werd ondertekend, werd de verkoop van de publicatierechten van
Sommerland en
Frühling van Grethlein aan Engelhorn Verlag vastgelegd. Engelhorn Verlag was Grethlein hiervoor een éénmalige som van 300 RM verschuldigd.
[2]
In 1937 wordt het eerste deel van Spemanns plan gerealiseerd. Dan verschijnt
Frühling, de Duitse vertaling van de novelle
Lente (1899). In 1939 publiceerde Engelhorn Verlag onder de titel
Das heisse Leben een nieuwe druk van
Sommerland.
[3]
Toen Samuel Fischer had afgehaakt, nadat hij was blijven zitten met het leeuwendeel van
Sonnenzeit (d.i. de Duitse vertaling van
Zonnetij), was Martha Sommer met haar tweede vertaling
Sommerland (
Zomerland) gaan aankloppen bij J.C.C. Bruns Verlag. De uitgeverij besloot deze prozabundel uit te geven in een oplage van 2000 exemplaren. Voor deze vertaling had Sommer een willekeurige keuze gemaakt uit Streuvels' vroegste prozabundels:
- Wachskraft, pp. 1-54. [o.t.: Groeikracht, uit: Zomerland, 1900].
- Sommerland, pp. 55-94. [o.t.: Zomerland, uit: Zomerland, 1900].
- Sommersonntag, pp. 95-146. [o.t.: Zomerzondag, uit: Zonnetij, 1900].
- Das Ende, pp. 147-176. [o.t.: Het einde, uit: Lenteleven, 1899].
- Abendruhe, pp. 177-208. [o.t.: Avondrust, uit: Zonnetij, 1900].
Na haar succes bij Bruns bleef Frau Sommer niet stilzitten. Ik heb, schreef ze naar het Lijsternest, verscheidene andere vertalingen opzij gelegd om mij weer eens voor lange tijd uitsluitend aan het Streuvelsiaanse proza te wijden. Na het verschijnen van Sommerland had ze Kinderzieltje en Martje Maertens vertaald. Ze was zelfs speciaal naar Leipzig gereisd om de novellen aan te bieden bij Insel Verlag. Maar toen Insel Verlag had geweigerd, was ze opnieuw gaan aankloppen bij J.C.C. Bruns. Bruns ging akkoord, maar hij vond twee novellen te weinig voor een prestigieus boek. Sommer voegde er de grote novelle Lente aan toe en noemde haar derde boek meteen Frühling. Brieven van Martha Sommer aan Stijn Streuvels in Letterenhuis, S 935/B2; R. Roemans en H. Van Assche, Bibliografie van Stijn Streuvels, p. 112-113; H. Speliers, Als een oude Germaanse eik, p. 29, p. 31
[4]
Lenteleven werd in 1899 gepubliceerd.
[5]
Cf. brief van Adolf Spemann aan Stijn Streuvels d.d.
14 april 1936.
De redacteur van de Frankfurter Zeitung, Wilhelm Hausenstein, had Spemann gevraagd een werk van Streuvels als feuilleton te mogen publiceren.
[6]
Guido Gezelle,
Gedichte. Leipzig, Insel Verlag, s.d., 64 S. Aus dem Flämischen übertragen von Rudolf Alexander Schröder. Insel Bücherei, 213.
[7]
Geen verdere informatie.
[8]
Pas in 1938 werd door Engelhorn Verlag een Duitse vertaling van dit werk gepubliceerd, als
Die grosse Brücke.
[9]
Op 5 februari 1936 ontving Streuvels, samen met Cyriel Verschaeve en René De Clercq, de Rembrandtprijs van Hamburg voor Nederduitsche Letterkunde en Kunst, een prijs ter waarde van 10.000 DM. Streuvels zou niet aanwezig zijn op de plechtige uitreiking van de prijs, omdat een knieontsteking hem dit belette, maar stelde in zijn brief aan Spemann van 22 april 1936 voor dat zijn uitgever de aanwezigen in zijn naam zou bedanken. De Rembrandtprijs werd Streuvels toegekend omdat hij
met zijn woord het Vlaamse Boerenleven in zijn verbondenheid aan de Vlaamse grond weergaf en daarmede getuigde van de nog ongebroken kracht van het Vlaamse volk.
QB 29/3, S. 87; http://www.uni-oldenburg.de/fb11/germanistik/sprawi/quickborn/georg44.htm; L. Schepens, Kroniek van Stijn Streuvels, p. 101
In het Letterenhuis wordt een afschrift bewaard van Peter Mertens' lezing 'Deutschland ehrt flämische Dichter: Stijn Streuvels, Träger des Rembrandt-Preises. Eine Würdigung'. De lezing werd op 22 april 1936 door de Reichssender Frankfurt uitgezonden tussen 15.45 u. en 16.00 u.
[10]
Brief van Borchling aan Streuvels van 18 april 1936 (Letterenhuis, B 7404/B).