Ingoyghem le 1 Juin, '36
Herrn
D[okto]r A[dolf] Spemann
Stuttgart
Cher D[octeu]r Spemann,
Je dois Vous féliciter, et cela me fait beaucoup de plaisir, d' apprendre que Vous faites du progrès dans la connaissance de notre langue Flamande
[1] - ce sera très important pour Vous et pour moi, et facilitera notre correspondance, une fois que je pourrai Vous écrire en flamand, parce
[ ]que le français pour moi est un pis-aller dont je ne fais usage qu' en cas de stricte nécessité.
Meine Bedenkungen gegen die Buchausgabe in der kleinen Novellenbände,
[2] ne portent aucunement contre la série en elle-même, ni contre le voisinage d' autres auteurs dans cette série, mais tout simplement contre le petit format et le caractère typographique qui ne sont pas en harmonie avec le genre du contenu. J' aurais préféré pour
Leben u[nd] Tod,
[3] l' extérieur du livre d' un caractère un peu plus sévère. La question est résolue à moitié du moment que le
Papierrand breiter wird. Pour les caractères d' imprimerie, je ne sais s' il y a inconvénient technique à ce que Vous employiez un format plus grand avec interligne plus spatiée??? Le livre y gagnerait aussi en volume.
Titel: Cette Zichoriendarre ne me satisfait pas non plus. "Ast" est un mot beaucoup plus concis et typique. J' aurais voulu Vous proposer de supprimer la Zichoriendarre et de prendre comme titre tout simplement: "Leben und Tod". Par contre, je trouve Votre proposition encore meilleure... avec une légère variante: au lieu de im feurigen Ofen: "Die Männer am feurigen Ofen"
La Fr[ankfurter] Zeitung pourra aussi donner son avis, ou proposer un autre titre. Cela a plus d' intérêt pour Vous que pour moi.
Übersetzung der Novellen:
[4] Le seul moyen sera de réviser et refaire la traduction d' après le texte de l' original. Je suis convaincu que
Fr[au] Valeton sera la personne qualifiée pour faire ce travail. (Je crois Vous avoir envoyé un
ex[em]pl[aire] de
Lenteleven et aussi un
ex[em]pl[aire] de
Dorpsgeheimen, qui contient les deux autres nouvelles-
Kinderzieltje &
Martje Maertens.
Honorar für die Novellen: d' Accord.
Teleurgang: d' Accord. Je ferai moi-même une proposition des Kürzungen.
[5]
Le
D[octeu]r Jacob vient de m' annoncer sa visite pour demain,
[6] je pourrai peut-être lui confier le renvoi du manuscrit de
Frühling et le reste. Parce
[ ]que je suis convoqué pour demain comme membre du jury (pas littéraire!) à la cour d' assises de Bruges,- une histoire qui peut durer des semaines, et c' est pour cela que je m' empresse de Vous écrire aujourd'hui.
Le genou va passablement - on s' habitue à toutes choses.
Il me reste à Vous répondre à la question honoraires pour "Erträge
[2]aus Verkauf der Novellen an Zeitungen und Zeitschriften" - Le côté "finances" ne m' intéresse pas tellement, et je puis me déclarer parfaitement d' accord avec Votre proposition,- seulement il y a le côté "logique" auquel je suis plus sensible. Cette histoire de
Bruns-
Grethlein-
Schünnemann[7] m' a coûté un tas d' embarras et correspondance, en plus:
Schünemann qui commençait par déclarer que les droits d' auteur de ces deux livres étaient résiliés, a fini par m' offrir 8 % comme honoraires, et est allé jusque 12%!!! ce que j' ai refusé tout simplement pour le principe d' avoir mes oeuvres chez le seul et même éditeur.
Je me demande donc pourquoi une perte qui n' est pas de ma faute, ni à mon profit tombe à mon détriment; pourquoi je dois aider à rétablir cet équilibre, et partager les frais de la transaction pour "zu erholen" cette perte. Mais, j' accepte volontiers votre proposition.
Avec mes salutations cordiales
(handtekening Stijn Streuvels)
Annotations
[1]
Streuvels reageert hier op de brief van Adolf Spemann d.d.
30 mei 1936.
[2]
Streuvels uitte deze bedenkingen in zijn brief aan Adolf Spemann d.d.
27 mei 1936.
[3]
De titel
Het leven en de dood in den ast wordt hier nog letterlijk vertaald als
Leben und Tod in der Zichoriendarre.
[4]
Na het verschijnen van
Sommerland had ze
Kinderzieltje en
Martje Maertens vertaald. Ze was zelfs speciaal naar Leipzig gereisd om de novellen aan te bieden bij Insel Verlag. Maar toen Insel Verlag had geweigerd, was ze opnieuw gaan aankloppen bij J.C.C. Bruns. Bruns ging akkoord, maar hij vond twee novellen te weinig voor een prestigieus boek. Sommer voegde er de grote novelle
Lente aan toe en noemde haar derde boek meteen
Frühling.
Brieven van Martha Sommer aan Stijn Streuvels in Letterenhuis, S 935/B2; R. Roemans en H. Van Assche, Bibliografie van Stijn Streuvels, p. 112-113; H. Speliers, Als een oude Germaanse eik, p. 29, p. 31
Spemann was van plan om van elk van deze novellen een nieuwe, gereviseerde, afzonderlijke druk op de Duitse markt te brengen.
[5]
Nadat Streuvels op voorstel van Adolf Spemann al behoorlijk (10 tot 15 %) had geschrapt in de eerste druk van zijn roman, suggereerde Spemann op
11 juli 1936 aan Streuvels
Die grosse Brücke nog met een twintigtal pagina's ('680 Zeilen') in te korten om op die manier dezelfde omvang te verkrijgen als
Liebesspiel in Flandern. Streuvels weigerde en reageerde geprikkeld op
17 juli. Wel suggereerde hij in diezelfde brief van 17 juli dat de vertaler dat dan desgevallend maar moest doen, maar niet mocht raken aan de essentie van de roman, of Streuvels zou de vertaling desnoods intrekken. Maar Spemann had zijn lesje wel geleerd: in zijn brief aan Streuvels van
18 juli 1936 beaamt hij dat de schrijver het laatste woord heeft. Het bleef daarom bij de reeds gemaakte schrappingen, die - het moet gezegd - talrijk zijn.
[6]
Brief in Letterenhuis, J 122/B.
[7]
Blijkens een brief van Streuvels aan Spemann van
4 februari 1936 had Streuvels een schrijven ontvangen van de firma 'Carl Schünemann' uit Bremen. Volgens Schünemann had uitgeverij Grethlein uit Leipzig, die in november 1929 uitgeverij Bruns uit Minden inclusief
Sommerland (1906) en
Frühling (1908) had overgenomen, hem de uitgeversrechten aangeboden van beide novellenbundels. Streuvels bezat echter geen contract en wist al helemaal niet wat de voorwaarden van dit contract inhielden, als het al bestond. Volgens Spemann (cf. brief aan Streuvels van
8 februari 1936) moest ofwel Schünemann ofwel Grethlein kunnen bewijzen dat ze in het bezit was van een 'rechtsgültige Autorisation'. Wanneer Schünemann de bewijzen niet op tafel kon leggen, kon het verkoopscontract Grethlein-Schünemann door de 'Reichsschrifttumskammer' nietig verklaard worden. Spemann stelde Streuvels dan ook voor Schünemann hierover een brief te schrijven volgens een door hem opgesteld ontwerp.
Op
28 februari 1936 brengt Streuvels Spemann van het vervolg van de historie op de hoogte. Hij had aan Schünemann gevraagd bewijzen te leveren dat hij [Streuvels, JD] zijn auteursrechten had afgestaan. Schünemann antwoordde als volgt:
Zur Sache selbst habe ich folgendes vorzutragen: Am 2[.] Nov[ember] 1929 erwarb der Verlag Grethlein in Leipzig gegen entsprechende Zahlungen von dem Verlag Bruns in Minden den Fundus seines Buchverlages mit sämtlichen Verlags- und Optionsrechten,... e[t ]c[e]t[era] und Rechten aus Verträgen mit Dritten. Unter den so erworbenen Rechten nebst Beständen un[d so ]w[eiter] befanden sich auch die beiden Werke "Frühling & Sommerland" von denen Vorräte bei Uebergabe aber nicht mehr vorhanden waren. Mit der Unterzeichnung und Erfüllung des geschlossenen Vertrages war die Firma Grethlein rechtmässiger Besitzer der beiden Werke Ihrer Feder, was auch der Verlag Bruns bestätigen kann und wird. Dieser Verlag hat in den abgeschlossenen Kaufvertrag auch bekundet, dass Honorarverpflichtungen auf Ihren Werken nicht mehr ruhen. Durch ein Abkommen zwischen der Firma Grethlein und mir vom 28[.] Januar d[ie]s[es Jahres] gingen die Verlagsrechte an Ihren beiden Werken von diesem Verlag auf Mich über, sodass ich jetzt vollgültiger Besitzer dieser Rechte bin. Die von Ihnen genannte Uebersetzerin [Martha Hartmann-Sommer, JD] kann bei dieser Transaktion keinesfalls in Betracht gezogen werden, da sie nicht Besitzerin der Rechte an Ihren Büchern ist. Sie brauchen sich also um Massnahmen dieser Dame nicht zu kümmern.
Um die Angelegenheit zu ordnen und sie sowohl für Sie wie für mich zu sichern, schlage ich Ihnen vor, dass wir über die von mir beabsichtigte Neuausgabe Ihrer Novellenbände einen Vertrag schliessen. Durch diesen Vertrag bestätigen Sie mir meine Ansprüche auf die Rechte an die beiden Büchern und ich sichere Ihnen hierfür eine laufende Honorarbeteiligung am Absatz der Werke zu, die in Anbetracht des Umstandes, dass die Bücher eigentlich honorarfrei sein sollten, 10 % von der Umsatzziffer der Bücher oder Büches, falls nur eines erscheint, betragen kann. Ich wäre auch zu einer baldigen Vorauszahlung an Sie in Höhe von einigen hundert Mark gern bereit.
Ihre Bedenken wegen einer Verzettelung Ihres Werkes kann ich nicht teilen, denn im hier erörterten Falle handelt es sich ja nicht um Ihr Hauptwerk, sondern um kleine Novellenbändchen. Es ist in Deutschland nichts aussergewöhnliches, dass Autoren, obgleich sie ihre grossen Bücher bei einem Verleger herausbringen, Kurzgeschichten oder Novellen in Buchreihen anderer Verlage erscheinen lassen. Im übrigen hätte ja der Verlag Engelhorn längst die Rechte an Ihren beiden Novellenbüchern erwerben können, wenn ihm daran gelegen gewesen wäre. Bitte teilen Sie mir Ihre Stellungnahme zu meinen Vorschlägen bald mit, damit ich meine Dispositionen treffen kann..........
Cf. antwoord van Spemann hierop in zijn brief aan Streuvels van
3 maart 1936.
Deze zaak werd na een lange correspondentie opgelost met een contract. Met dit contract, dat op 16 april 1936 door Engelhorn Verlag werd opgemaakt en op 17 april door Grethlein werd ondertekend, werd de verkoop van de publicatierechten van Sommerland en Frühling van Grethlein aan Engelhorn Verlag vastgelegd. Engelhorn Verlag was Grethlein hiervoor een éénmalige som van 300 RM verschuldigd.