STYN·STREUVELS
Ingoyghem le 15 D[éc]e[mbre], '36
D[octeu]r A[dolf] Spemann - Stuttgart
Cher D[octeu]r Spemann,
Certainement, la triste nouvelle nous a surpris péniblement, d' autant plus que rien ne nous a laissé prévoir ce qui devait arriver.
[1] Fr[äulein] Schmülling nous a quitté ici au mois de
Sept[embre] dernier, bien disposée, pleine de courage et avec une masse de plans pour l' avenir. Nous ne pouvons que la plaindre et en conserver un bon souvenir. C' était une personne très dévouée, loyale et honnête - une idéaliste dans le vrai sens.
[2] Il me reste aussi des comptes à régler avec la défunte. Je ne sais si elle a noté mes dispositions, ou si l' héritier, Herr
E[rnst] Kunze est au courant de ses affaires avec moi? Je n' ai encore rien appris dans ce sens.
Je suis heureux d' apprendre que les traductions marchent à volonté.
[3] Je suis curieux pour connaître Vos projets pour l' arrangement du volume "
Frühling" - si cette nouvelle sera édité à part, ou bien avec les petites nouvelles, comme dans
le volume de l' original. (Ces petites nouvelles sont presque toutes traduites par
Fr[äulein] Schmülling).
[4]
ERKELENZ. - Sa dernière lettre date du 7/8/36.
[5] Je lui ai bien stipulé que j' avais un contrat d' option avec la firme
Engelhorn,
[6] et qu' il devait s' entendre avec Vous pour toute question d' édition. Il m' écrit donc entre-autres:
"Verstehe ich Sie recht, wenn ich die Sachlage jetzt so auffasse? Entweder nimmt Engelhorn die Erzählung für eine Buchausgabe, und damit ist die Angelegenheit erledigt. Oder das zweite: Die Erzählungen passen Engelhorn nicht, und dann erscheinen sie bei Herder."[7]
Depuis lors, plus rien. C' était donc bien clair: seulement dans le cas ou un de mes livres serait décliné par Votre firme, alors il pouvait s' adresser à un autre éditeur. Il ne m' a absolument rien communiqué de ses projets quant à la publication de "
Drei Könige".
[8] Je lui ai fait savoir aussi que ces deux contes de Noël étaient déjà traduits par
Fr[äulein] S[chmülling][9] Donc... ich habe nichts autorisiert, und er hat nichts mitgeteilt!
Je me déclare parfaitement d' accord avec Votre projet pour le
Sammelband des contes de Noël. Dans la supposition que Vous pouriez Vous entendre avec la firme
Langen-Müller pour
Christkind &
Letzte Nacht.
[10] Je dois Vous faire remarquer qu' il y a encore un petit conte de Noël dans le volume de
Lenteleven: "
Kerstavond",
[11] et une autre nouvelle Nein! In „
Openlucht”: "
Grootmoederke" qui traite de
S[ain]t Nicolas. Celle-là traduite par
Schmülling, et parue dans
Germania. (
Weihnacht im flämischen Stall a paru dans le
Rheinisch-Westfälische Zeitung).
[12]
Toujours pas de nouvelles de la publication du
Flachsacker dans le
Insel-Verlag,- cela est déplorable, qu' on tient là un de mes meilleurs livres en sequestre!
[13]
j' Ai bien reçu la dernière collection des "Besprechungen".
[14] Je
[2]constate que le dernier petit livre - "
Männer am feurigen Ofen" est très bien accueilli par le public Allemand, et a une bonne presse. Cette série d' articles m' est d' un grand intérêt, et elle s' accroît prodigieusement!
La couleur du ciel m' importe peu pour le moment:
[15] le temps m' est favorable au travail.
Je me permets de Vous envoyer un fragment de mon nouveau roman, qui avance péniblement vers la fin.
[16]
Avec mes Salutations Cordiales
(handtekening Stijn Streuvels)
P[ost-scriptum] J' ai reçu il y a quelques jours un chèque de la banque de Stuttgart, de la part de Votre firme, de 877.79 Belga's, pour je ne sais quels honoraires.
[17]
Annotations
[1]
Hermine Schmülling pleegde op 9 november 1936 zelfmoord. Haar lijk werd gevonden op enkele kilometers van waar zij woonde. Zij verdronk in een Rijnbocht ter hoogte van Repelen-Baerl, gelegen in het voormalige graafschap Moers op de linkeroever van de rivier, oudtijds omgeven door de hertogdommen Kleef, Gelre, Berg en door enige tot Keur-Keulen behorende landen. Het gebied was een leenroerig goed geweest van de hertogen van Kleef. Schmülling was 55 jaar daarvoor in Kleef geboren. Speliers ging op zoek naar een mogelijke aanleiding voor deze zelfdoding en speculeerde:
Het is waar dat Spemann haar als vertaalster op een zijspoor had gezet, maar toch kwamen heel wat van haar Streuvelsvertalingen met de nodige retouches in aanmerking voor publicatie. Was haar huishulpje Annelies ondertussen getrouwd en voelde Hermine zich nu door Jan en alleman in de steek gelaten? Of voelde zij zich bedreigd door zoveel onbegrip in die afstandelijke, zakelijke mannenwereld? Voelde zij zich in de steek gelaten door haar Vlaamse schrijver die zij zo bewonderde? Of was Hermine Schmülling misschien lid van de partij geworden en van zichzelf gaan walgen? Zoveel was zeker: in nauwelijks drie jaar tijd had deze labiele maar zo vertederende vrouw haar intellectuele integriteit verloren. Misschien moet men alle factoren samen nemen en besluiten dat zij psychisch geen weerstand meer kon bieden aan die angstige bedreiging van het Derde Rijk. Prosper Arents, De Vlaamse schrijvers in het Duitsch vertaald, p. L; H. Speliers, Als een oude Germaanse eik, p. 246
[2]
Schmülling had Streuvels nog bezocht in de nazomer van 1936 tijdens haar jaarlijkse vakantie in Hotel Terlinck in Koksijde. In zijn memoires noteerde Streuvels op 17 november 1936:
De politieke toestanden en gebeurtenissen in Duitsland hebben haar van de wijs gebracht - haar idealisme overrompeld, geknakt. Het is een jammerlijk einde en het brengt treurnis om die goede ziel. Wat hebben wij dikwijls zitten praten over zwaarwichtige levensdingen, die zij overdreven ernstig opnam. Het doodsbericht valt hier binnen op een sombere novemberdag en het is mij een obsessie geworden te denken aan de Rijn en dat lijk meegesleurd in de snelvlietende stroom... Stijn Streuvels, Volledig Werk, 4, p. 1457.
[6]
Met deze overeenkomst, d.d. april 1935, verbond Streuvels zich ertoe zijn werken die nog niet in het Duits waren vertaald, allereerst aan J. Engelhorns Nachf. aan te bieden.
[7]
In zijn brief aan Streuvels van 19 juni 1936 aan Streuvels deed Erkelenz het voorstel voor een Duitse vertaling en bundeling van enkele van diens in Duitsland onuitgegeven kerstvertellingen. Hij schreef:
Der Verlag Herder in Freiburg betonte seine Bereitwilligkeit etwas von Ihnen zu bringen, da er Sie sehr bewundere. Er bat um den Vorschlag eines Werkes, das sich für ihn eigne. Ich schlug ihm daraufhin eine Sammlung Ihrer bisher noch nicht in Deutschland erschienenen Weihnachtserzählungen vor: also "Kerstmis in Niemandsland", "Drie Koningen aan de Kust", "Het Kerstvertelsel", wozu ich mich noch aus Ihrem Werk einer Nikolauserzählung [d.i. Grootmoederken, JD] zu entsinnen glaubte. [...] Wenn Sie trotzdem einen Band Weihnachtserzählungen für Ihr Gesamtwerk planen, daß sich bei Engelhorn in Aufbau befindet, so stände meines Erachtens nichts im Wege, diese Sammlung später zu veranstalten, die ja vollständig sein könnte, und diese durch Hermine Schmülling übersetzen zu lassen. Die unsere wäre denn eine reine Zwischenausgabe. Brief van 19 juni 1936, Letterenhuis, S 935/B2
Omdat hij Streuvels niet veel eerder van dit plan op de hoogte had gebracht en Engelhorn Verlag, die in april 1935 toch de optie op de Duitse vertalingen van Streuvels' werken had verworven, al helemaal links had laten liggen, ging Erkelenz behoorlijk in de fout. Streuvels' verbolgen reactie op Erkelenz' brief van 19 juni verplichtte de vertaler er uiteindelijk toe toch maar contact op te nemen met de 'Stuttgarter' uitgeverij. Op 6 juli deelde Erkelenz aan Streuvels het volgende mee: Freilich bitte ich um Entschuldigung, daß ich Ihnen selber über all das nicht laufend geschrieben habe. Aber ich war mit Herrn Pohl [d.i. Streuvels' literair adviseur, JD] im Einvernehmen und meinte dadurch die Sache in Ordnung, zumal ich glaubte, Ihnen nicht unnötig mit Briefen lästig fallen zu dürfen. An Engelhorn habe ich inzwischen geschrieben. Aber er scheint keineswegs gewillt zu sein, andere Ausgaben in anderen Verlagen zu gestatten, nicht einmal das kleine Bändchen der Weihnachtsgeschichten. Obwohl ich das für deutsche Verhältnisse sehr kleinlich und auch kurzsichtig finde, da es Ihr Ansehen nur steigern würde, wenn auch die großen Möglichkeiten des Verlages Herder sich für Sie einsetzten: [...] Ich werde aber nichts unternehmen, bevor Sie Ihren Standpunkt dargelegt haben. [...] Brief in Letterenhuis, S 935/B2; H. Speliers, Als een oude Germaanse eik
[8]
Tot zijn grote verrassing had Spemann van de redactie
der hier in Stuttgart bei der Union Deutsche Verlagsgesellschaft erscheinenden "Bibliothek der Unterhaltung und des Wissens" vernomen, dat Erkelenz op 5 november 1936 aan de 'Bibliothek' de publicatierechten van zijn vertaling
Drei Könige an der Küste voor RM 120.- had verkocht; de uitgeverij betaalde hem dit bedrag reeds op 16 november 1936 uit. Spemann wou onmiddellijk weten of Streuvels
inzwischen autorisiert had en of Erkelenz hem ook de verkoop aan de 'Bibliothek' had meegedeeld. Cf. brief van Adolf Spemann aan Stijn Streuvels d.d.
11 december 1936.
Erkelenz had zich bovendien niet correct gedragen, toen hij aan de redactie van de 'Bibliothek' ook nog schreef: Im nächsten Jahr erscheint, von mir besorgt, und übersetzt, eine Sammlung der Weihnachtsgeschichten des bedeutenden flämischen Dichters Stijn Streuvels, terwijl daarover eigenlijk nog helemaal geen sluitende overeenkomst was gesloten. Weihnachsmärchen in einem flämischen Stall verscheen in 1932 in de Rheinisch-Westfälische Zeitung terwijl Drei Könige an der Küste, eveneens in 1932, werd opgenomen in de Münchener Neuesten Nachrichten.
[9]
Tot overmaat van ramp - voor Erkelenz althans - was Spemann tot de ontdekking gekomen dat Erkelenz' vertaling van
Kerstvertelsel,
Bubenweihnacht (
Kerstmis van de kwajongens), in 1932 reeds door de Duitse vertaalster Hermine Schmülling werd gerealiseerd en onder de titel
Weihnachtsmärchen in einem flämischen Stall (
Kerstsprookje in een Vlaamse stal) een publicatie in een krant kende, die Spemann echter niet meer
feststellen kon -
dem Format nach kann es die "Kölnische Volkszeitung" oder die "Germania" gewesen sein - net zoals Erkelenz ook de vertaling
Die heiligen drei Könige an der Küste van Schmülling had. Erkelenz wachtte dus blijkbaar op een strategische manier het moment af om zijn slag te slaan tot Hermine Schmülling was gestorven.
H. Speliers, Als een oude Germaanse eik.
[10]
Van deze onderhandelingen hield Spemann Streuvels nauwgezet op de hoogte, zoals het een goed uitgever paste en zoals Streuvels het graag had. Streuvels was namelijk heel nauwgezet in al zijn zakelijke aangelegenheden, en hij verwachtte dezelfde instelling van de mensen met wie hij zaken deed. Op
23 februari 1937 meldt Spemann dat de onderhandelingen nog volop bezig waren, maar
er [d.i. de uitgeverij Langen-Müller, JD] will uns nur eine Lizenz verkaufen en niet de werken vrijgeven voor de verzamelbundel kerstvertellingen, hoewel Engelhorn hierop had gerekend. Op
27 februari was er een doorbraak te zien en Spemann meldde:
Wir stehen vor einer Einigung mit Langen-Müller.
Een maand later zou Spemann er toch voor opteren
Letzte Nacht uit de bundel
Weihnachtsgeschichten weg te laten. Reden: alle verhalen sloten inhoudelijk perfect bij elkaar aan, met uitzondering van
Letzte Nacht, zoals Spemann schreef in zijn brief aan Streuvels van
30 maart 1937. Op
13 april was dan eindelijk
die endgültige Zustimmung von Langen-Müller eingetroffen.
[12]
Grossmütterchen. Eine Niklasgeschichte is de vertaling door Hermine Schmülling van Streuvels'
Grootmoederken uit
Openlucht (1905).
De vertaling verscheen eerst in Germania.
Germania was een Duitse, katholieke, dagelijkse krant. Deze krant verscheen vanaf 1 januari 1871 (proefnummer in 1870) in Berlijn. Vanaf 1923 probeerden conservatievelingen (vooral F. von Papen) de democratisch-republikeinse koers van de krant te wijzigen. Het blad kon na 1933 blijven verschijnen, door een aanpassing aan de NS-lijn, maar vanaf 31 december 1938 werd het verdere verschijnen van de krant stopgezet. Meyers Enzyklopädisches Lexikon, deel 10, p. 148.
[13]
Op
18 augustus 1933 had Insel Verleger Kippenberg zijn plannen ontvouwd om
Der Flachsacker, d.i. de Duitse vertaling van
De vlaschaard, uit te brengen in een nieuwe vertaling, om daarna een keuze te maken uit het hele oeuvre volgens het drievoudige oorlogscontract en om ten slotte kleinere werken van Streuvels te brengen in de
Insel-Bücherei. Maar omdat er niets gebeurde en Streuvels had gezien
dat de duitsche uitgaaf van De vlaschaard sedert geruime tijd uit Uw catal. verdwenen is (of het boek er ooit in is voorgekomen?) vraagt hij in zijn brief aan Kippenberg van
14 maart 1935 waarom er zo weinig publiciteit voor dit boek werd gemaakt
in tegenstelling met de drukke publiciteit voor vertalingen van andere Vlaamsche boeken, Timmermans dus. Streuvels vervolgt:
In geval Gij er aan verzaken wilt, en de uitgaaf vrij laat, zou ik er aan houden eene nieuwe uitgaaf te laten verschijnen, opdat het boek, samen bij de andere Duitsche vertalingen, kan in den handel komen. Adolf Spemann werd in deze brief nog niet genoemd.
Kippenberg wist dat Spemann op een uitgave van
Der Flachsacker aasde, omdat die bij hem had aangedrongen om een gemeenschappelijke Streuvelscampagne op te zetten in de Duitse pers. Dit blijkt uit de brief van Adolf Spemann aan Stijn Streuvels van
11 maart 1935.
Nauwelijks vijf dagen later schrijft Kippenberg aan Streuvels in het Nederlands dat hij vasthoudt aan zijn voornemen om zelf een nieuwe, verbeterde vertaling van het werk uit te geven. Spemann kon zijn
Vlaschaard-droom opbergen. Het contract van december 1915 bleef onherroepelijk in Leipzig liggen en de nieuwe uitgave van Der Flachsacker werd uitgegeven door Insel Verlag.
H. Speliers, Als een oude Germaanse eik, p. 296-297; briefwisseling Streuvels-Kippenberg in Letterenhuis, K 423/B1 en GSAW
[14]
Spemann verstuurde deze recensies op 2 december 1936.
[15]
Spemann wenste Streuvels in zijn brief d.d.
11 december 1936 ein klein wenig mehr blauen Himmel toe dan in Stuttgart.
[16]
Streuvels werkte al sedert 1934 aan zijn boek
Levensbloesem, dat uiteindelijk in 1937 door de Amsterdamse uitgeverij L.J. Veen zou gepubliceerd worden.
[17]
Bij deze brief wordt een cheque bewaard, d.d. 30 november 1936, waarmee de Deutsche Bank und Disconto-Gesellschaft, Filiale Stuttgart een bedrag van 877.79 Belga's (= 369,99 RM) overmaakt aan Streuvels. Het bedrag komt Streuvels toe volgens de afrekening d.d. 14 oktober 1936.