STYN·STREUVELS
Ingoyghem den 8sten Oktober, '42
Vereerde D[octo]r Spemann,
Hierbij ontvangt U het contract onderteekend en gedateerd terug.
[1] Laten we hopen dat de nieuwe uitgaaf der "
Ausgewählte Werke" op ordentelijk papier kan verschijnen en dat wij er genoegen aan beleven mogen. Ik ben benieuwd de "Satzprobe" te zien. Ik ben eveneens benieuwd te kunnen nagaan hoe Frau
Valeton de nieuwe vertaling van
De Vlaschaard zal bewerken.
[2] D[okto]r Jacobs was hier voor enkele weken nog bij de verfilming van
De Vlaschaard;
[3] sedert heeft
Dina hem ontmoet in Gent, en het doet mij genoegen te vernemen dat U eindelijk zijn antwoord hebt bekomen.
[4] D[okto]r Jacobs heb ik verleden jaar een exemplaar ter hand gesteld van de
nieuwe uitgaaf van Teleurgang,- als ik zijn adres moest kennen, zou ik hem vragen zijn tekst nog even te willen nazien met het oog op latere wijzigingen,- misschien wilt U zelf hem daar op wijzen? Het schijnt dat heer
Jacobs voor 't oogenblik in Urlaub was.
Het ware zeker te wenschen als U van
D[okto]r Kippenberg de toestemming kondet verkrijgen om de vertaling van Frau
Valeton ook als afzonderlijke uitgaaf in Uw fonds te kunnen opnemen. Hiermede verklaar ik mij volkomen akkoord met de door U gestelde regeling van honoreeren.
[5] Dat ware bijzonderlijk in mijn voordeel,- daargelaten dat ik er evenveel prijs op stel, buiten het
honorar[ium], ook nog een verbeterde tekst te zien toepassen aan
De Vlaschaard.
Het zal mij genoegen doen kennis te kunnen maken met den nieuwen auteur die mij tot nog toe onbekend was -
Fr[iedrich Wilhelm] Hymmen:
[6] en evenzeer met den roman van
Kurt Kluge "
Grevasalvas".
[7] Met vriendelijken dank op voorhand!
[8] De avonden worden lang en ik stel mij voor - als het hier op de streek rustig blijven mag! - eene vracht boeken te lezen,- vooreerst aan de beurt komen:
Hölderlin (nu ben ik met zijne brieven bezig,
[9] die mij voortdurend denken doen aan
Vincent Van Goch, den Hollandeschen schilder) en
Stifter, met nog enkele andere.
Hier is de Herfst ingetreden... en we stikken in het... Obst!
Met alle goede wenschen voor de toekomst en
Hartelijken groet
(handtekening Stijn Streuvels)
Annotations
[1]
D.i. het contract voor de verzamelbundel
Ausgewählte Werke.
[2]
Halverwege 1942 was de kogel door de kerk. Op
17 augustus 1942 schreef Adolf Spemann aan Streuvels verheugd dat Kippenberg de toestemming had gegeven om
Der Flachsacker op te nemen in een tweedelige Streuvelsuitgave. Spemann wou een compleet nieuwe vertaling van
De vlaschaard omdat die van Peter Mertens zijns inziens vanuit Duits standpunt niet voldeed. Hij had daarvoor Anna Valeton aangesproken en haar bovendien opgezocht om de samenstelling van de beide Streuvelsbanden te bespreken. De tweedelige publicatie zou 'in een mooi, edel Latijnschrift' gedrukt worden, niet in de Fraktur (cf. brief van Adolf Spemann aan Stijn Streuvels d.d.
18 september 1942).
Pas op 3 augustus 1949 zal Anton Kippenberg de rechten op
De vlaschaard afstaan, op voorwaarde dat Adolf Spemann niet vertaler Peter Mertens, maar vertaalster Anna Valeton zou aanduiden. Cf. het contract tussen Stijn Streuvels en Adolf Spemann d.d. 3 augustus 1949 en de brief van Adolf Spemann aan Stijn Streuvels d.d.
3 augustus 1949.
H. Speliers, Als een oude Germaanse eik, p. 478-480.
[3]
In de loop van 1942 werd
De vlaschaard een eerste keer verfilmd door de Duitse filmmaatschappij Terra-film, in regie van B. Barlog. Paul Wegener speelde Boer Vermeulen, Maria Koppenhöfer Barbele, Bruni Löbel vertolkte Schellebelle en Paul Klinger was Louis Vermeulen. In Ingooigem en omgeving werden heel wat opnamen gemaakt waarin plaatselijke acteurs kleine rolletjes of een figurantenrol speelden. Ook Stijn Streuvels trad op in een scène met een tram.
P. Thiers, Oog in oog met Streuvels, p. 75.
[6]
Friedrich Wilhelm Hymmen,
Briefe an eine Trauernde: vom Sinn des Soldatentodes. Stuttgart, J. Engelhorns Nachf. Spemann, 1942.
[7]
Kurt Kluge,
Grevasalvas, die Geschichte eines entfachten Menschen. Stuttgart, J. Engelhorns Nachf. A. Spemann, s.d. [1942]. 1-15. Tausend: August 1942.
[9]
Mogelijk wordt hier het volgende werk bedoeld: Eugen Kurt Fischer,
Hölderlin sein Leben in Selbstzeugnissen, Briefen und Berichten. Berlin, Propyläen-Verlag, 1938.