STYN·STREUVELS
Ingoyghem den 14den Augustus, '47
25 AUG[USTUS] 1947
Vereerde D[octo]r Spemann,
Uw brief van 8 dezer heeft mij heden bereikt
[1] - deze uit Zürich heb ik eveneens gekregen
[2] - of en hoe ik daarop heb geantwoord, herinner ik mij niet meer.
Nu doe ik het maar zonder uit stel.
Met de gezondheid gaat het zoo goed als het kan... voor de jaren. We zijn eigenlijk aan de renteniers-periode (na een jubileum van 75 gaat het niet anders)
[3] dat wil zeggen: zware tuinarbeid... verboten! Voor de rest is alles in orde, en met de pen gaat het ook best. We zorgen voor een mooien ouden dag, en als er niets voorvalt, hopen we...
In Zürich was het uitstekend en is alles best verloopen,
[4] buiten het terugkeeren dat samenviel met de staking (Streich) op de spoorwegen in Frankrijk; de Belgische Consul is ons moeten ter hulp komen om ons met een auto, dwars door de prachtige Vogeezen, tot Luxemburg te brengen. Aan het PEN-congres zelf heb ik niet veel meegedaan; het voornaamste is: persoonlijk kennis maken met leden uit ander landen en het verblijf met de feestelijkheden, alles om ter best. Ik heb er kennis kunnen maken met
Ernst Wiechert en met
Werner Bergengruenn. Nu ben ik hun boeken aan 't lezen.
Erich Kästner echter heb ik niet te zien gekregen. Ik hoorde dat hij zich wat achteruit hield?
Het
Arche-Verlag zal, in akkoord met
Engelhorn-Verlag een paar kleine bandjes uitgeven (Kerstnovellen, geloof ik) en ook een herdruk van
Letzte Nacht dat vrij is gekomen omdat
Langen-Müller opgehouden heeft te bestaan. Over de vier plaquetten werd verder niets afgehandeld.
[5]
Van de twee banden
Ausgewählte Werke heb ik een
exempl[aar] kunnen meenemen uit Zürich.
[6] Ik heb er ook een
ex[em]pl[aar] van laten opsturen aan heer
Hans Nimtz te Krefeld. Ik moet U niet zeggen dat de uitvoering van dit werk ten zeerste te bewonderen valt, gezien in welke omstandigheden het vervaardigd is geworden!
[7] Ik ben er heel tevreden mede en verwacht dat er eerlang gelegenheid zijn zal de overige Beleg-
exempl[aren] hier thuis te krijgen?
Intusschen zijn de onderhandelingen verder aan gang tusschen
Wiener Volksbuchverlag en heer
Hans Müller voor de Lizenz-overname in Duitschland van "
Levensbloesem."
[8] De moeilijkheid echter is, naar ik uit Wien verneem: dat er tusschen Oostenrijk en Duitschland geen briefwisseling mogelijk is! Voor een paar dagen nu, heb ik een brief uit Wien, met de voorwaarden in vermeld van die overname, aan heer
Müller in Stuttgart doorgestuurd.
[9] Ik ben benieuwd hoe die voorwaarden zullen aangenomen worden. Ik hoor daar wel gaarne nader bericht over, van Uwent wege.
[10]
Naar ik hoor is het toegelaten drukwerk naar Duitschland op te sturen tot een
max[i]m[um] gewicht van 500
gr[am] Ik stuur U dus heden per post een
ex[em]pl[aar] van
Jantje Verdure. Zoo gauw ik van U bericht van goede aankomst krijg, zend ik U de overige
ex[em]pl[aren] van
Doodendans,
Dorpsgeheimen en
Openlucht.
[11]
Met onze huisgenooten gaat het uitstekend:
Dina is op vacantiereis in Zwitserland (Lugano)
Isa is in een boekhandel te Kortrijk,
[12] en komt elken avond naar huis. Met moeder de vrouw is het ook in orde. We hebben een ouderwetschen altmodischen zomer: een overvloed van fruit en de oogst is reeds totaal binnen. Nu nog is het een hitte en we leven in het lommer Schatten onder de boomen. Het kan best een voortreffelijke herfst worden.
[2]
Uwe "Kauzenhütte" gelijkt op een sprookje,- iets van Sneeuwwitje, uit de verte een idylle! Ik moet U allen geluk wenschen met den moed om zoo iets op te richten. Ik heb er altijd van gedroomd: had mijn boeltje hier moeten vernield worden, ergens in een bosch een hutje te betrekken... zonder boeken of iets van het overtollige: réduire la vie à sa plus simple expression! Maar 't is toch beter zulke rampen te kunnen ontgaan en midden de moeilijk vergaarde kostbaarheden voort te kunnen leven.
Dat
Anton Kippenbergs vrouw gestorven is, wist ik nog niet. Dat zal voor hem een zware slag geweest zijn. Een vriend van mij sprak gister toevallig over haar en vroeg mij of ik haar werk over
Rilke kende?
[13]
Hier ook zijn een en ander van de vrienden gestorven:
Vermeylen,
Toussaint,
De Praetere (die de eerste uitgaaf van
Lenteleven uitgaf en illustreerde) en
Felix Timmermans, ellendig aan zijn dood gekomen bij de épuratie! Ik voeg er hier een doodprentje bij. Misschien zal
[Anton] Kippenberg er aan houden er een te krijgen? Op zijn ziekbed heeft hij wonderschoone verzen geschreven die nu in een bundeltje verschenen zijn.
[14] Ja, er is hier heel wat gebeurd, en nog aan 't gebeuren...
Met hartelijken groet van ons allen
(handtekening Stijn Streuvels)
1 Beilage
Annotations
[3]
Stijn Streuvels werd op 3 oktober 1946 75 jaar.
[4]
Van 1 tot 8 juni 1947 woonde Streuvels, samen met zijn jongste dochter Isa, het PEN-congres te Zürich bij.
L. Schepens, Kroniek van Stijn Streuvels, p. 117.
!!!Het Arche-Verlag zal, in akkoord met Engelhorn-Verlag een paar kleine bandjes uitgeven (Kerstnovellen, geloof ik): KOHU opzoeken!!!
!!!een herdruk van Letzte Nacht dat vrij is gekomen omdat Langen-Müller opgehouden heeft te bestaan!!!
[5]
Op
6 april 1947 schreef Spemann reeds aan Streuvels dat hij wou vermijden dat een Zwitserse uitgave van de 4 plaquetten een Duitse uitgave onmogelijk zou maken.
[6]
Op
9 mei 1947 schreef Hans Müller aan Stijn Streuvels dat hij twee exemplaren van de
Ausgewählte Werke in zwei Bänden door een vriend (Helmut Dressler) in Zürich zou laten bezorgen, zodat Streuvels eindelijk toch al twee van de vijftig auteursexemplaren van deze uitgave in handen kon krijgen.
[7]
Cf. artikel 5 van het contract voor
Ausgewählte Werke, dat op 30 september 1942 door Engelhorn Verlag werd opgemaakt en ondertekend en waarvoor Streuvels op 8 oktober 1942 zijn goedkeuring gaf:
Der Verfasser erhält fünfzig Freistücke.
De verzamelde uitgave had een tijd op zich laten wachten. Stuttgart was met zijn Daimler-Benzfabrieken een begeerd doelwit voor de geallieerden. In de strijd om het Ruhrgebied van 5 maart tot 14 juli 1943 voerden de geallieerden tussen de vijfhonderd en duizend vluchten uit tot boven Stuttgart. In de nacht van 11 maart 1943 werd Spemanns huis zwaar getroffen en hij had zijn leven uitsluitend te danken aan het feit dat hij met een tijgersprong de schuilkelder had bereikt. Bij de aanval van 24 juli tot 18 november 1943 op het noordelijk gelegen Hamburg kreeg het zuidelijk gelegen Stuttgart het nog eens hard te verduren. Daarbij werd vooral het stadscentrum zwaar getroffen. Bovendien werd de toevoer van papier afgesneden, zodat talloze uitgeverijen over de kop gingen. Toch zou Spemann de zaak blijven bagatelliseren tot in de herfst van 1943. De 'area bombing' trof Stuttgart in de nacht van 7 op 8 oktober. Het staande zetsel van Streuvels' Ausgewählte Werke in zwei Bänden werd vernietigd. Tijdens de slag om Berlijn tussen 18 november 1943 en 31 maart 1944 werd Stuttgart opnieuw hevig gebombardeerd. Tijdens het bombardement van 25 juli 1944 verloor Spemann zijn beide dochters, zijn huis en weer eens Streuvels' inmiddels gedrukte Ausgewählte Werke (ongeveer 4500 stuks). H. Speliers, Als een oude Germaanse eik, p. 478-480.
[8]
Eind 1936 kwam Spemann voor het eerst in contact met
Levensbloesem waaraan Streuvels al sinds 1934 bezig was en dat in 1937 door de Amsterdamse uitgeverij L.J. Veen werd gepubliceerd. Op
18 december 1936 bedankte Spemann Streuvels voor het toezenden van enkele fragmenten uit
Levensbloesem en drukte tegelijk zijn hoop uit genoeg kennis van het 'Vlaams' te bezitten om Streuvels' tekst te begrijpen. Anna Valeton verklaarde zich bereid de vertaling te verzorgen en zou, zo kondigde Spemann op
23 december 1937 aan, Streuvels nog een bezoek brengen om enkele vertaalmoeilijkheden en mogelijke inkortingen te bespreken. Bij diezelfde brief, waaruit het voornemen blijkt om de tekst in te korten, stak Spemann nog een contract, waarmee Streuvels het alleenrecht afstond aan de Stuttgarter uitgeverij om
Levensbloesem in het Duits te vertalen.
Spemann, die uiteindelijk moest toegeven dat hij er niet in geslaagd was het werk in het Nederlands te lezen, maar enkel de Duitse vertaling van Valeton, feliciteerde Streuvels op
7 december 1938 en prees
Levensbloesem als een belangrijk werk dat zeer geschikt was voor een Duitse vertaling. Wel vond hij Valetons vertaling zelf vaak wat onbeholpen en weinig aangenaam om te lezen en hij stelde Streuvels voor het manuscript volledig te herwerken. Voor de volledige bewerking van de Duitse vertaling moest een door Streuvels ingekort Vlaams exemplaar dienst doen.
Drie weken later, op
29 december 1938, liet Streuvels weten dat hij van mening was dat het boek kon en moest omgewerkt worden, maar, merkte hij terecht op dat dit enige tijd zou vergen. Het door Streuvels herwerkte en fel ingekorte originele exemplaar van de eerste Nederlandstalige druk uit 1937 zou Spemann in maart 1939 in handen krijgen. Eén opmerking moest de uitgever dan nog van het hart, zoals we in zijn brief van
3 januari 1939 kunnen lezen. De lezer zou namelijk naar zijn mening in het begin moeilijkheden ondervinden om
den Gang der Erzählung te begrijpen en hij stelt voor door één of twee zinnen de lezer in te lichten. Het antwoord op de vraag of Streuvels zijn tekst in die zin herwerkte, is niet terug te vinden in de brieven. Spemanns opmerking was zelfs het laatste wat in die periode over de uitgave van de Duitse vertaling van
Levensbloesem op papier werd gezet.
Wat volgde - en daarvan vonden we wel sporen terug in de correspondentie - was een persoonlijk onderhoud tussen Streuvels en Spemann, waarin de publicatie van de Duitse vertaling van
Levensbloesem door laatstgenoemde van de hand werd gewezen omdat
Charakter der Personen im Verlauf der Handlung, nicht stimmten mit der Politischen Tendenz der Deutschen Zensur, d.i. de Blut-und-Boden-literatuur (cf. Streuvels' verwijzing naar dit onderhoud in zijn brief aan van Hans Müller van
15 december 1946).
De vertaling van Anna Valeton zou aan de kant worden geschoven en negen jaar later door haar advocaat opgeëist worden. Pas zes jaar na het persoonlijke onderhoud waarin Valetons vertaling door Spemann van de hand werd gewezen, rook Streuvels zijn kans om
Levensbloesem toch nog aan het Duitstalige taalgebied aan te bieden. Op 4 december 1945 had Heinz Kövari, vertaler en bemiddelaar van de Weense uitgeverij Wiener Volksbuchverlag, zich achter zijn typmachine gezet om Streuvels het voorstel over te maken voor de Duitse vertaling van één van Streuvels' werken, waarvan de rechten nog vrij waren. Streuvels zag er geen graten in de uitgave van de Duitse vertaling van
Levensbloesem aan Wiener Volksbuchverlag over te laten. Hij zou immers tot
28 januari 1946, de dag waarop voor het eerst sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog opnieuw een brief vanuit Stuttgart naar Ingooigem vertrok, geen nieuws van zijn uitgevers uit Duitsland ontvangen en hij zou tot dan ook niet weten of er nog één in leven was en al evenmin of er aan verder uitgeven of exploiteren van zijn Duitse vertalingen kon of zou voortgedaan worden. Uit beleefdheid bracht Streuvels Engelhorn Verlag, die in 1937 immers het alleenrecht op de Duitse vertaling van
Levensbloesem had verworven, op de hoogte van de geplande uitgave. Op
6 april 1947, antwoordde Adolf Spemann gunstig op Streuvels' voorstel. Streuvels drong er vervolgens bij Wiener Volksbuchverlag op aan dat Engelhorn het werk in Duitsland mocht exploiteren en de onderhandelingen tussen beide uitgeverijen voor de 'Lizenz'-overname in Duitsland kwamen geleidelijk op gang. Op 9 september 1947 werden definitieve afspraken gemaakt wat uitmondde in de ondertekening van een onderlinge overeenkomst.
[9]
De brief van Wiener Volksbuchverlag aan Engelhorn Verlag dateert van 3 juli 1947. We lezen
Wir danken es einen reinen Zufall, wenn wir Ihnen heute dieses Schreiben zugehen lassen können. Unsere vorausgehenden Zuschriften an Ihren Verlag als Antwort auf Ihre Briefe haben Sie leider infolge der jetzigen Verhältnisse nicht erreichen können. Wir selbst sind schuldlos daran. Und nun zur Sache selbst, Sie haben uns wiederholt geschrieben, das Sie Interesse hätten das neue Werk von Streuvels: "Lebensbloesem" zu erwerben und Sie möchten aus diesem Grunde mit uns zu einem Übereinkommen gelangen. Zu den folgenden Bedingungen wären wir grundsätzlich bereit, Ihnen die Verlagsrechte für Deutschland zu übertragen:
- 1. Zur deutschen Übersetzung ist Herr Heinz P. Kövari, Wien 8., Lerchenfelderstrasse 160 autorisiert. Wir haben Herrn Kövari mit 4 Prozent von allen umgesetzten Exemplaren beteiligt. Diese deutsche Übertragung, die von Herrn Streuvels begutachtet wurde, müste auch der Engelhorn-Verlag übernehmen. Es ist also für die Herausgabe des Romans in Deutschland ein Übereinkommen zwischen Ihnen und dem Übersetzer erforderlich.
- 2. Für die Herausgabe in Ihrem Verlag ist auch die Zustimmung des Verfassers Bedingung.
- 3. Der Engelhorn-Verlag ist nur berechtigt, das Verlagsrecht an diesem Werk innerhalb Deutschlands zu verwerten.
- 4. Als Entschädigung gibt der Engelhorn-Verlag der Büchergilde Gutenberg Wien die Verlagsrechte für 10.000 Streuvels, "Knecht Jan", und weiters für ein neues Werk in einer einmaligen Auflage von 10.000 Exemplaren. Die Auswahl des neuen Buches erfolgt durch uns auf Grund Ihrer Vorschlagsliste.
Wir erwarten zu unserem Vorschlag Ihre Stellungnahme. Aus unserem Schreiben ersehen Sie die Bereitwilligkeit, Ihnen in der Angelegenheit Streuvels entgegenzukommen. Vielleicht kommen wir auf dieser Basis zu einem beiderseits zufriedenstellenden übereinkommen, das auch gleichzeitig der Auftakt sein könnte für spätere geschäftliche Beziechungen zwischen unserer Wiener Büchergilde mit derzeit 30.000 Buchabonnenten und Ihrem sehr geschätzten Verlag.
[11]
Uit Streuvels' brief aan Spemann van
9 september 1947 vernemen we dat het boek onbesteld terugkeerde.
[12]
D.i. Zonnewende te Kortrijk.
[13]
Katharina Kippenberg,
Rainer Maria Rilke: ein Beitrag. Leipzig: Insel Verlag, 1935.
[14]
Na de Tweede Wereldoorlog werd Felix Timmermans beschuldigd van culturele collaboratie. Hij werd niet gearresteerd, maar zijn goederen werden onder sequester gesteld. In 1946 werd zijn dossier zonder gevolg geklasseerd. Ondertussen had de polemiek rond zijn houding de verzwakte hartlijder zwaar op de proef gesteld. De laatste jaren van zijn leven bracht hij door in zijn ziekenkamer, werkend aan de dichtbundel
Adagio en aan een (postuum verschenen) roman over Adriaan Brouwer waarin hij zich mede door eigen ervaringen liet inspireren, twee werken die tot zijn beste geschriften behoren.
Elektronische NEVB.