Si novissem te desiderare biblia hebraïca, quae aliquot abhinc mensibus tradere dignatus es, utique jam dudum ea misissem; sed nunc primum, a Domino Catulle audivi te eorum indigere. Quapropter festino ea mittere, gratias ex toto corde tibi agens, quod potui iis tamdiu uti. Quoad grammaticam Champollionis, qua te egere non dixit Domino Catulle, pergratum mihi feceris, si possum eam adhuc retinere, saltem usque ad majores ferias, propter alphabeta linguarum orientalium.
p1
Brugis, 5° Julii 1860.
Carissime Domine[1]
Addictissimus tuus famulus in Christo,
F De Grendele
Noten
[1] Vertaling Paul Thoen (Latijn):
Dierbare Mijnheer,
Had ik geweten dat je je Hebreeuwse bijbel miste, die je zo goed geweest bent mij enkele maanden geleden uit te lenen, dan had ik die zeker al lang teruggestuurd; maar nu pas heb ik van Mijnheer Catulle vernomen dat je die nodig had. Daarom haast ik mij die te zenden, je heel hartelijk dankend dat ik er zolang gebruik mocht van maken. Wat de grammatica van Champollion betreft, waarover Mijnheer Catulle niet gezegd heeft dat je die nodig had, zou je mij een groot genoegen doen, als ik die nog wat mocht bijhouden, ten minste tot de grote vakantie, omwille van de alfabetten van de oosterse talen.
Je heel toegewijde dienaar in Christus
F De Grendele