<Resultaat 178 van 2308

>

p1+
Mynheer.

Gisteren zult gy zeker vernomen hebben dat ik naer huis gekomen ben opdat vader styf slecht lag. ik hebbe hem nog levende en by zyn verstand, doch spraekeloos, gevonden en binst den nacht is hy in den Heer ontslapen. Bidde u dat gy zyne ziele toch zoude willen indachtig zyn en vragen dat de Eng. seminaristen ook wat voor hem zouden willen bidden

Ik zende u het zintje opdat gy het eens zoude willen overzien en verbeteren wel te verstaen en aenstonds, aenstons zoude willen wederzend. op het adres hier nevens..

Uw onderdanige dienaer in Christo
Victor Van Coillie
Beveren 18 Mariamaend A D 1862.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamVan Coillie, Victor
Datums° Beveren bij Roeselare, 13/10/1838 - ✝ Ingelmunster, 20/07/1888
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; auteur
BioVictor Van Coillie was de zoon van bakker Jan Van Coillie (Beveren bij Roeselare 1797-1862) en Juliana De Clercq (Roeselare 1800 - Beveren bij Roeselare 1845). Hij was een poësisleerling van Guido Gezelle aan het kleinseminarie te Roeselare (1858-1859), retorica (1859-1860) en filosofie (1860-1861). Zijn priesterwijding ontving hij te Brugge op 10 juni 1865. In 1865 werd hij leraar Nederlands en Frans aan het college te Kortrijk. In 1867 ging hij les geven aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge. Vervolgens werd hij onderpastoor op Sint-Michiels te Roeselare (21/08/1875) en op Sint-Amands te Ingelmunster (19/09/1877). Hij was een letterkundige en in 1877 publiceerde hij Drij verhalen: Geeraard de Broedermoord, De ring van Aartsbisschop Boonen en 't Verzonken kasteel. Hij werkte mee aan het tijdschrift Rond den Heerd met bijdragen als Helfried de schelm en De Kruisvaart der kinderen. Van Coillie was een vriend van Gezelle, die voor hem gelegenheidsgedichten schreef zoals Van de wilgen in de bundel Gedichten, gezangen en gebeden en het zielsgedichtje Hij, dichterlijk begaafd bij zijn overlijden in 1888.
Links[odis], [dbnl]
Relatie tot Gezelleoud-leerling kleinseminarie Roeselare; correspondent; medewerker Rond den Heerd; gelegenheidsgedichten
Bronnen https://docplayer.nl/22053553-Roeselaarse-auteurs-openbare-bibliotheek-brugge-guido-gezellearchief-fotocollectie-victor-van-coillie.html

Briefschrijver

NaamVan Coillie, Victor
Datums° Beveren bij Roeselare, 13/10/1838 - ✝ Ingelmunster, 20/07/1888
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; auteur
BioVictor Van Coillie was de zoon van bakker Jan Van Coillie (Beveren bij Roeselare 1797-1862) en Juliana De Clercq (Roeselare 1800 - Beveren bij Roeselare 1845). Hij was een poësisleerling van Guido Gezelle aan het kleinseminarie te Roeselare (1858-1859), retorica (1859-1860) en filosofie (1860-1861). Zijn priesterwijding ontving hij te Brugge op 10 juni 1865. In 1865 werd hij leraar Nederlands en Frans aan het college te Kortrijk. In 1867 ging hij les geven aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge. Vervolgens werd hij onderpastoor op Sint-Michiels te Roeselare (21/08/1875) en op Sint-Amands te Ingelmunster (19/09/1877). Hij was een letterkundige en in 1877 publiceerde hij Drij verhalen: Geeraard de Broedermoord, De ring van Aartsbisschop Boonen en 't Verzonken kasteel. Hij werkte mee aan het tijdschrift Rond den Heerd met bijdragen als Helfried de schelm en De Kruisvaart der kinderen. Van Coillie was een vriend van Gezelle, die voor hem gelegenheidsgedichten schreef zoals Van de wilgen in de bundel Gedichten, gezangen en gebeden en het zielsgedichtje Hij, dichterlijk begaafd bij zijn overlijden in 1888.
Links[odis], [dbnl]
Relatie tot Gezelleoud-leerling kleinseminarie Roeselare; correspondent; medewerker Rond den Heerd; gelegenheidsgedichten
Bronnen https://docplayer.nl/22053553-Roeselaarse-auteurs-openbare-bibliotheek-brugge-guido-gezellearchief-fotocollectie-victor-van-coillie.html

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamBeveren
GemeenteRoeselare

Naam - persoon

NaamVan Coillie, Victor
Datums° Beveren bij Roeselare, 13/10/1838 - ✝ Ingelmunster, 20/07/1888
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; auteur
BioVictor Van Coillie was de zoon van bakker Jan Van Coillie (Beveren bij Roeselare 1797-1862) en Juliana De Clercq (Roeselare 1800 - Beveren bij Roeselare 1845). Hij was een poësisleerling van Guido Gezelle aan het kleinseminarie te Roeselare (1858-1859), retorica (1859-1860) en filosofie (1860-1861). Zijn priesterwijding ontving hij te Brugge op 10 juni 1865. In 1865 werd hij leraar Nederlands en Frans aan het college te Kortrijk. In 1867 ging hij les geven aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge. Vervolgens werd hij onderpastoor op Sint-Michiels te Roeselare (21/08/1875) en op Sint-Amands te Ingelmunster (19/09/1877). Hij was een letterkundige en in 1877 publiceerde hij Drij verhalen: Geeraard de Broedermoord, De ring van Aartsbisschop Boonen en 't Verzonken kasteel. Hij werkte mee aan het tijdschrift Rond den Heerd met bijdragen als Helfried de schelm en De Kruisvaart der kinderen. Van Coillie was een vriend van Gezelle, die voor hem gelegenheidsgedichten schreef zoals Van de wilgen in de bundel Gedichten, gezangen en gebeden en het zielsgedichtje Hij, dichterlijk begaafd bij zijn overlijden in 1888.
Links[odis], [dbnl]
Relatie tot Gezelleoud-leerling kleinseminarie Roeselare; correspondent; medewerker Rond den Heerd; gelegenheidsgedichten
Bronnen https://docplayer.nl/22053553-Roeselaarse-auteurs-openbare-bibliotheek-brugge-guido-gezellearchief-fotocollectie-victor-van-coillie.html
NaamVan Coillie, Jan
Datums° Beveren (Roeselare), 17/04/1797 - ✝ 18/05/1862
GeslachtMannelijk
Beroepbakker
BioVader van Victor van Van Coillie. Hij was een bakker en gehuwd met Juliana Declercq.
Bronnen http://www.vancoilge.net/

Naam - plaats

NaamBeveren
GemeenteRoeselare

Naam - instituut/vereniging

NaamEngels Seminarie
BeschrijvingHet Engels Seminarie te Brugge werd opgericht door John Sutton in 1858 met de steun van de Engelse katholieke kerkleiding. Sutton was een tot het katholieke geloof bekeerde Engelse baron die in 1855 een groot fortuin geërfd had. Hiermee liet hij scholen en kerkelijke gebouwen herstellen of bouwen en richtte hij katholieke instellingen op. In het Engels Seminarie werden Engelse, Schotse en Vlaamse jongens opgeleid tot missionarissen voor Engeland. Ook Gezelles broer Jozef was er een tijdje ingeschreven als leerling. Het seminarie was gevestigd langs de Lange Rei in Brugge, schuin tegenover het grootseminarie en verhuisde later naar de Potterierei, nu het Sint-Leocollege . Op 26 augustus 1860 werd Gezelle er aangesteld als professor in de filosofie. Hij zou er vijf jaar blijven, vanaf februari 1861 als vice-rector. De benoeming was voor Gezelle een hoogtepunt in zijn professioneel en sociaal leven. Door zijn functie kwam hij nu in contact met prominente Engelse clerici als Wiseman en Faber.
Datering1859-1873
Links[odis]

Indextermen

Briefontvanger

Gezelle, Guido

Briefschrijver

Van Coillie, Victor

Correspondenten

Gezelle, Guido
Van Coillie, Victor

Naam - instituut/vereniging

Engels Seminarie

Naam - persoon

Van Coillie, Victor
Van Coillie, Jan

Naam - plaats

Beveren

Plaats van verzending

Beveren

Titel18/05/1862, Beveren (Roeselare), Victor Van Coillie aan [Guido Gezelle]
EditeurPaul Thoen; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderVan Coillie, Victor
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum18/05/1862
VerzendingsplaatsBeveren (Roeselare)
AnnotatieBriefversie van datering: 18 Mariamaend A D 1862 ; adressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie.
Fysieke bijzonderheden
Drager enkel vel, 213x135
wit
papiersoort: 1 zijde beschreven, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden papiermerk: Bath
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle (inkt, hand P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief4385
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|10673
Inhoud
IncipitGisteren zult gy zeker vernomen
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.