<Resultaat 229 van 2307

>

p1
Mynheer en liefste Vriend in Christo

Ik neme eenige oogenblikken waer om u myne dankbaerheid te komen uit drukken voor de hulp welke gy ons gedaen hebt in het oprigten onzer feest[1] zeker zou ik u moeten bedanken in den naem van al de congreganisten en in ‘t bezonder van de raedsheeren, maer niemand weet wie de dichter van die versen is, niemand uitgenomen den directeur Mr Van Zieleghem[2] men zegt dat Hemeryck poëet geworden is in Rhetorika enz. enz. En welke dankbaerheid kan ik u betoonen, ten zy een onweerdig gebed dat ik somwylen voor u en voor uw geliefkoosd Engeland kan ten hemel stieren? dat alleen kan ik u geven en dat beloof ik u uit den grond van myn hert.

Mynheer, ware het mogelyk ik zou u geheel geern een schets geven van onze p2feest; nooit zekerlyk was er zoo schoone feest in ‘t externaet gevierd: de oversten der congregatie spaerden noch tyd noch moeite om ze te bereiden, een dobbele krans van blouwe en witte bloemen was van binnen rond de kappel geleid; jaerschriften met yfte omringd waren aen drie kanten derzelve; een jaerschrift in halfronde gedrukt en geboord met blouwe en witte bloemen was boven den autaer; al elke kant van den autaer was een dobbele pyramide met keersen, en een halfronde keersen vereenigde boven den autaer de toppen der pyramiden; op den autaer zag men niet dan keerse en bloeme. Alles was gereed, wy verlangden maer meer naer den oogenblik waer de H. Misse de congreganisten ging byeen roepen; helaes al ons werk ging in een oogenblik vernietigd worden: onder de misse binst dat Mr Van Zieleghem preekte de vlam eener keers sloeg tegen het jaerschrift van den autaer dat aenstonds het vier aen de bloemen voortzette; gelukkiglyk hadden wy eenen goeden pompier; Isid. Fraeys sprong op den autaer en p3had welhaest den brand gebluscht; achter de misse elk stelde zich weder aen ‘t werk en tegen dat de congregatie voor de tweede mael moest beginnen was jaerschrift, bloemen alles weer hersteld, en de kappel stond weer in al haren luister. Mr Vandale heeft ons in de tegenwoordigheid van M. M. Van Zieleghem, Delbaere en Ide een schoon sermoen gepredikt. Daerna werden de gedachtenissen uitgedeeld en de feest werd geeindigd met het zingen van den Te Deum.

Mynheer, vergeef my dat ik u zoolang bezig houde; ontfang nog eens de hertelykste dankbetuigingen van
Uwen toegenegen Vriend in Christo
Isidoor Hemeryck
Rousselaere den 10sten 10ber 1863

Noten

[1] Isidoor Hemeryck vraagt in de brief van 01/12/1863 aan Guido Gezelle een gedicht voor het jubelfeest in het kleinseminarie. Gezelle schreef het gedicht Als Pius spreekt. Het gedicht staat op het bidprentje met als titel: Ter gelegenheid van den 25sten verjaerdag der congregatie (ter eere van de onbevlekte maegd opgericht by de dagscholieren van het klein seminarie te Rousselaere) en van de dryhonderdjarige jubelfeest, door Z.H. Paus Pius den IX ingesteld. (Guido Gezellearchief nr. 1544)
[2] Van Zieleghem is de enige aan wie Hemeryck bekend gemaakt heeft dat het gedichtje eigenlijk van Gezelle komt. Dat zou er kunnen op wijzen dat ze het beter vonden de herkomst van het vers in de ruimere Roeselaarse context niet bekend te maken.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamHemeryck, Isidoor
Datums° Beveren, 10/04/1843 - ✝ Leuven, 13/05/1912
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; hoogleraar; vicerector; geestelijk directeur
BioIsidoor Hemeryck, zoon van Karolus Hemeryck, brouwer en herbergier, en Isabella Verlez, was oud-leerling van het kleinseminarie te Roeselare: humaniora (retorica 1864) en filosofie (1865). Op 01/12/1863 vroeg hij aan Gezelle een gedicht voor het jubelfeest van de Mariacongregatie in het kleinseminarie. Gezelle schreef Als Pius spreekt. Hij ontving zijn priesterwijding op 19/12/1868. Hij was leraar aan het St. Lodewijkscollege te Brugge van 07/1868 tot 09/1872. Vanaf 09/1872 was hij vicerector van het Justus Lipsiuscollege. In 1880 werd hij president van het Justus-Lipsiuscollege en hoogleraar Latijn, Duits en Nederlands aan de Ecole normale ecclésiastique des humanités. Hij was ook betrokken bij het Institut préparatoire aux écoles spéciales. Vanaf 1887 was hij assessor van de vicerector en vanaf 1875 werd hij geestelijk directeur van de Zusters van Liefde te Leuven. Hij werd erekanunnik te Brugge (08/04/1885). Hij was de vertrouwensman van bisschop Faict aan de universiteit.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde; aanvrager gelegenheidsgedicht
BronnenR. Vanlandschoot, Albrecht Rodenbach. Biografie, p.395

Briefschrijver

NaamHemeryck, Isidoor
Datums° Beveren, 10/04/1843 - ✝ Leuven, 13/05/1912
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; hoogleraar; vicerector; geestelijk directeur
BioIsidoor Hemeryck, zoon van Karolus Hemeryck, brouwer en herbergier, en Isabella Verlez, was oud-leerling van het kleinseminarie te Roeselare: humaniora (retorica 1864) en filosofie (1865). Op 01/12/1863 vroeg hij aan Gezelle een gedicht voor het jubelfeest van de Mariacongregatie in het kleinseminarie. Gezelle schreef Als Pius spreekt. Hij ontving zijn priesterwijding op 19/12/1868. Hij was leraar aan het St. Lodewijkscollege te Brugge van 07/1868 tot 09/1872. Vanaf 09/1872 was hij vicerector van het Justus Lipsiuscollege. In 1880 werd hij president van het Justus-Lipsiuscollege en hoogleraar Latijn, Duits en Nederlands aan de Ecole normale ecclésiastique des humanités. Hij was ook betrokken bij het Institut préparatoire aux écoles spéciales. Vanaf 1887 was hij assessor van de vicerector en vanaf 1875 werd hij geestelijk directeur van de Zusters van Liefde te Leuven. Hij werd erekanunnik te Brugge (08/04/1885). Hij was de vertrouwensman van bisschop Faict aan de universiteit.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde; aanvrager gelegenheidsgedicht
BronnenR. Vanlandschoot, Albrecht Rodenbach. Biografie, p.395

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamRoeselare
GemeenteRoeselare

Naam - persoon

NaamFraeys, Isidoor
Datums° Roeselare, 30/05/1846 - ✝ Aarsele, 23/03/1918
GeslachtMannelijk
Beroepleraar, priester; aalmoezenier; pastoor
BioIsidoor Fraeys, zoon van Isidorus Fraeys, deurwaarder, en Maria Caytan, was leerling aan het kleinseminarie van Roeselare. Hij nam in januari 1862 deel aan een loterij voor de financiering van de kerk te Highgate (Londen) waarvoor Gezelle bemiddelde. Hij kwam uit de retorica in 1865 en uit filosofie in 1866. Op 15/09/1869 werd hij leraar aan het college te Ieper. Hij werd tot priester gewijd te Brugge op 02/04/1870. Tussen 18/09/1873 en 19/08/1878 was hij leraar aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge. Hij werd aalmoezenier van de drukkerij van Sint-Augustinus (19/08/1878), onderpastoor te Pittem (18/05/1880), en pastoor te Snellegem (07/03/1894) en te Handzame (27/05/1898). In 1917 werd hij dienstdoend pastoor in Aarsele, waar hij overleed.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde; oud-leerling kleinseminarie Roeselare
NaamHemeryck, Isidoor
Datums° Beveren, 10/04/1843 - ✝ Leuven, 13/05/1912
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; hoogleraar; vicerector; geestelijk directeur
BioIsidoor Hemeryck, zoon van Karolus Hemeryck, brouwer en herbergier, en Isabella Verlez, was oud-leerling van het kleinseminarie te Roeselare: humaniora (retorica 1864) en filosofie (1865). Op 01/12/1863 vroeg hij aan Gezelle een gedicht voor het jubelfeest van de Mariacongregatie in het kleinseminarie. Gezelle schreef Als Pius spreekt. Hij ontving zijn priesterwijding op 19/12/1868. Hij was leraar aan het St. Lodewijkscollege te Brugge van 07/1868 tot 09/1872. Vanaf 09/1872 was hij vicerector van het Justus Lipsiuscollege. In 1880 werd hij president van het Justus-Lipsiuscollege en hoogleraar Latijn, Duits en Nederlands aan de Ecole normale ecclésiastique des humanités. Hij was ook betrokken bij het Institut préparatoire aux écoles spéciales. Vanaf 1887 was hij assessor van de vicerector en vanaf 1875 werd hij geestelijk directeur van de Zusters van Liefde te Leuven. Hij werd erekanunnik te Brugge (08/04/1885). Hij was de vertrouwensman van bisschop Faict aan de universiteit.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde; aanvrager gelegenheidsgedicht
BronnenR. Vanlandschoot, Albrecht Rodenbach. Biografie, p.395
NaamVan Dale, Emile Alfons Gustave
Datums° Kortrijk, 12/08/1839 - ✝ Nottingham, 26/10/1898
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; missionaris
VerblijfplaatsEngeland
BioEmile Van Dale ontving zijn priesterwijding op 04/06/1863. Hij was vier jaar leraar aan het kleinseminarie van Roeselare. Hij vertrok op 17/09/1867 naar Engeland, meer bepaald naar Southwark en op 05/09/1868 naar het bisdom Salford. Hij werkte gedurende tien jaar aan St. Joseph's en St. Augustine's te Manchester. In 1878 ging hij over naar het bisdom Nottingham en nam daar verschillende bedieningen op tot hij als pastoor van Long Eaton overleed in 1898.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III.
NaamVan Zieleghem, Constant
Datums° Tielt, 01/12/1831 - ✝ Brugge, 30/04/1902
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; pastoor
BioConstant Van Zieleghem, zoon van Leo Van Zieleghem, landsman, en Francisca Persyn, ontving zijn priesterwijding te Brugge op 19/12/1857. In 1858 was hij leraar aan het kleinseminarie van Roeselare. Hij werd onderpastoor te Pittem (22/10/1872), pastoor van de Potterie te Brugge (10/12/1875) en bestuurder van de Brugse zondagsscholen. Gezelle schreef op zijn aanvraag ter ere van de feesten voor de heilige Idisbald: Een Beevaartslied voor Idisbald. De zusters van de Potterie bewaren sedert 1831 de relikwieën van Sint-Idisbald.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; aanvrager gelegenheidsgedicht
Bronnen https://brugseverzen.wordpress.com/tag/constant-van-zieleghem/
NaamDelbaere, Rufin; Delbaere, Ivo Rufinus
Datums° Ingooigem, 07/02/1833 - ✝ Brugge, 22/12/1887
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; pastoor
BioIvo Rufinus Delbaere werd op 7 februari 1833 geboren als zoon van Martinus Josephus Delbaere (1798-1855), heel- en vroedmeester, en Marie Juliana Christiaens (1801-1853). Net als zijn broers was hij oud-leerling van Guido Gezelle. Hij werd in 1858 zelf leraar aan het St.-Amandscollege van Kortrijk. Hij ontving zijn priesterwijding op 18/12/1858 te Brugge. In 1859 werd hij leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Hij werd titularis van de poësis in 1863 en in 1865 van de retorica, waar hij in 1873 opgevolgd werd door Hugo Verriest. Vervolgens werd hij onderpastoor van de O.L.Vrouwekerk te Brugge (24/09/1873), pastoor te Sint-Andries (09/05/1877) en pastoor van de Sint-Jacobskerk te Brugge (25/07/1883). Hij overleed er op 22 december 1887. Hij is tevens de auteur van een aantal toneelstukken.
Links[odis]
Relatie tot Gezellekleinseminarie Roeselare; oud-leerling van Gezelle
Bronnen https://nl.geneanet.org/; https://doodsprentjes.be/index.php?lang=Nld&p=search;
NaamIde, Baziel
Datums° Sint-Eloois-Vijve, 28/11/1839 - ✝ Moorsele, 17/02/1917
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; aalmoezenier; leraar; onderpastoor; pastoor
BioBaziel Ide, zoon van Ivo Ide, landbouwer, en Isabella Dewitte, werd op 23/06/1862 een jaar leraar en vervolgens subregent in het kleinseminarie te Roeselare. Hij werd tot priester gewijd te Brugge op 18/12/1862. Vervolgens was hij werkzaam als onderpastoor te Poperinge (29/10/1866), en als pastoor te Westouter (20/09/1882-10/10/1906). Op 28/09/1907 werd hij aalmoezenier van de zusters van het kind Jezus te Moorsele.
Links[odis]

Naam - plaats

NaamRoeselare
GemeenteRoeselare

Titel - gedicht van Guido Gezelle

TitelAls Pius spreekt de wereld roert
PublicatieVerzameld dichtwerk, deel V, p. 59

Titel10/12/1863, Roeselare, Isidoor Hemeryck aan [Guido Gezelle]
EditeurPaul Thoen; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderHemeryck, Isidoor
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum10/12/1863
VerzendingsplaatsRoeselare (Roeselare)
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie.
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 215x135
wit
papiersoort: 3 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden papiermerk: angoulème
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle; idem rechts: 10/12 1863 (inkt, beide hand P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief4579
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|10863
Inhoud
IncipitIk neme eenige oogenblikken
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.