P.-J. Scherpenseel
Consul Generaal
Der
Zuid-Afrikaansche Republiek
te Brussel
Uiterst aangenaam en vereerend waren mij uwe hooggeachte letteren van den 22 dezer, waarvoor ik Uw Zeer Eerwaarde vooreerst mijn oprechtsten dank betuig.
Heb ik op uwen geëerden brief niet onmiddelijk geantwoord, de reden ervan is, dat ik buiten Brussel op een afscheidsreis van bloedverwanten, vrienden en goede betrekkingen gedurende 5 a 6 dagen ben geweest & in deze dagen buitengewoon drukke bezigheden heb.
In het belang der belgische nijverheid en handel ga ik a.s. maandag, via Engeland en Kaapland voor 4 à 5 maanden op reis naar Zuid-Afrika en wel onder bijzondere begunstiging en bescherming der Belgische Regeering.
Mijne reis naar dat nieuwe Groote Dietschland der XXe eeuw heeft voor doel daar de belgische belangen in zake van spoorweg- bank- munt- & koloniewezen te bevorderen, en waarbij in alles onze moedertaal de eerste rol vervult en op taalgebied alleen als machtgeefster troont.
Uw Zeer Eerwaarde zult dus wel begrijpen, dat het mij oneindig veel genoegen zou doen, indien p2ik onder den helderen blauwen hemel van Zuid-Afrika, waar ons dietsche volk zoo krachtdadig zijn bestaand handhaaft, indien ik daar het goede nieuws mocht vernemen, dat de Koninklijke Vlaamsche Academie mij als buitenlandsch — Nederlandsch Zuid-Afrikaansch — eerelid in haar midden had opgenomen.
Ik zou daarover des te meer voldaan zijn, wijl alsdan ook Zuid-Afrika in Uw zeer geleerde Taalkamer zou vertegenwoordigd zijn, al is het ook nog op de meest bescheidene wijze, toestand die volkomen zou strooken met de zoo breede en edele gedachten in den door Uw Zeer Eerwaarde aan mij gerichten brief vooruitgezet. - In andere woorden, in naam van het Dietsche Zuid-Afrika zal ik trachten mij Uwer groote welwillendheid jegens mij zooveel mogelijk waardig & verdienstelijk te maken.
Uit Pretoria beloof ik Uw Zeer Eerwaarde een bijzonder schrijven in het begin van Februari, wanneer ik er eerst zal wezen — ik reis eerst naar den Oranje-Vrijstaat, naar Bloemfontein, waar ik 1/2 maand hoop te vertoeven.
Ondertusschen zal het nieuwe jaar zijn aangebroken, waarin ik Uw Zeer Eerwaarde uit die verre gewesten mijn heilwenschen hoop aan te bieden, maar uw eens met deze bede; dat Uw Zeer Eerwaarde mij in Uw heilig Ambt ook eens moogt herdenken bij den Algoede, opdat ik Gade & Kroost metp3het overdierbare Oude Vaderland moge wederzien onder Gods wijze beschikking na in het Nieuwe Vaderland iets goeds gesticht te hebben voor het wederkeerig geluk en heil van beiden.
P.S.
Met Uw Zeer Eerwaarde hebben nog schriftelijk de volgende academie-leden mij gemeld, dat zij op mij stemmen zullen nl. de heeren Obrie, De Vos, Broeckaert, Alberdingk-Thym en Hansen = 6.
De heeren Stroobant, v. Droogenbroek, Coopman & Hiel hebben mij hun eerewoord gegeven, dat zij hetzelfde zullen doen - = 4
De heer Obrie heeft mij verder verzekerd, dat de heeren de Potter & Micheels ook voor mij zullen stemmen en de heer Broeckaert schrijft mij, dat de heer Daems ook gunstig voor mij gestemd is. = 3
Eindelijk verzekert mij mijn vriend de heer van den Bemden Senator te Antwerpen, dat hij al zijn invloed zal gebruiken, om de heeren Mathot & De Laet mij gunstig te doen wezen hetgeen tot 14 à 15 stemmen kan voeren.
Alleen verneem ik dat de heer Snieders mij in het geheim tegenwerkt & zelfs vijandig is om een geheel & al ongegronde reden, welke de heer Obrie, Uw Zeer Eerwaarde nog voor de kiezing zal mededeelen.p4Voor besluit meen ik Uw Zeer Eerwaarde nog te moeten mededeelen, dat ik op letterkundig gebied veel meer als volksvoordrachtgever sedert 20 à 21 jaren ben werkzaam dan als eigenlijke schrijver, en moesten die voordrachten, waarvan ik meestal de minuten behouden heb, ooit gedrukt worden, zij zouden het zes dubbele mijner gedrukte schriften beslaan.
2de P.S.
Mocht ik Uw Zeer Eerwaarde soms een bijzonderen dienst in Zuid-Afrika kunnen bewijzen, zoo houd ik mij steeds te Uwer beschikking. In Bloemfontein is mijn adres ten huize van den heer Canisius en te Pretoria ten huize van den heer Albracht, Consul van Belgie, daar ter stede.