<Resultaat 1177 van 2074

>

p1

P.-J. Scherpenseel

Consul Generaal

Der

Zuid-Afrikaansche Republiek

te Brussel

Zeer Eerwaarde Heer,

Uiterst aangenaam en vereerend waren mij uwe hooggeachte letteren van den 22 dezer, waarvoor ik Uw Zeer Eerwaarde vooreerst mijn oprechtsten dank betuig.

Heb ik op uwen geëerden brief niet onmiddelijk geantwoord, de reden ervan is, dat ik buiten Brussel op een afscheidsreis van bloedverwanten, vrienden en goede betrekkingen gedurende 5 a 6 dagen ben geweest & in deze dagen buitengewoon drukke bezigheden heb.

In het belang der belgische nijverheid en handel ga ik a.s. maandag, via Engeland en Kaapland voor 4 à 5 maanden op reis naar Zuid-Afrika en wel onder bijzondere begunstiging en bescherming der Belgische Regeering.

Mijne reis naar dat nieuwe Groote Dietschland der XXe eeuw heeft voor doel daar de belgische belangen in zake van spoorweg- bank- munt- & koloniewezen te bevorderen, en waarbij in alles onze moedertaal de eerste rol vervult en op taalgebied alleen als machtgeefster troont.

Uw Zeer Eerwaarde zult dus wel begrijpen, dat het mij oneindig veel genoegen zou doen, indien p2ik onder den helderen blauwen hemel van Zuid-Afrika, waar ons dietsche volk zoo krachtdadig zijn bestaand handhaaft, indien ik daar het goede nieuws mocht vernemen, dat de Koninklijke Vlaamsche Academie mij als buitenlandsch — Nederlandsch Zuid-Afrikaansch — eerelid in haar midden had opgenomen.

Ik zou daarover des te meer voldaan zijn, wijl alsdan ook Zuid-Afrika in Uw zeer geleerde Taalkamer zou vertegenwoordigd zijn, al is het ook nog op de meest bescheidene wijze, toestand die volkomen zou strooken met de zoo breede en edele gedachten in den door Uw Zeer Eerwaarde aan mij gerichten brief vooruitgezet. - In andere woorden, in naam van het Dietsche Zuid-Afrika zal ik trachten mij Uwer groote welwillendheid jegens mij zooveel mogelijk waardig & verdienstelijk te maken.

Uit Pretoria beloof ik Uw Zeer Eerwaarde een bijzonder schrijven in het begin van Februari, wanneer ik er eerst zal wezen — ik reis eerst naar den Oranje-Vrijstaat, naar Bloemfontein, waar ik 1/2 maand hoop te vertoeven.

Ondertusschen zal het nieuwe jaar zijn aangebroken, waarin ik Uw Zeer Eerwaarde uit die verre gewesten mijn heilwenschen hoop aan te bieden, maar uw eens met deze bede; dat Uw Zeer Eerwaarde mij in Uw heilig Ambt ook eens moogt herdenken bij den Algoede, opdat ik Gade & Kroost metp3het overdierbare Oude Vaderland moge wederzien onder Gods wijze beschikking na in het Nieuwe Vaderland iets goeds gesticht te hebben voor het wederkeerig geluk en heil van beiden.

In die hoop bied ik Uw Zeer Eerwaarde, mijne beste groete aan & wensch U 's Hemels rijkste Zegeningen!
Uw dienstwillige
Taal- en Stambroeder
PJScherpenseel

P.S.

Met Uw Zeer Eerwaarde hebben nog schriftelijk de volgende academie-leden mij gemeld, dat zij op mij stemmen zullen nl. de heeren Obrie, De Vos, Broeckaert, Alberdingk-Thym en Hansen = 6.

De heeren Stroobant, v. Droogenbroek, Coopman & Hiel hebben mij hun eerewoord gegeven, dat zij hetzelfde zullen doen - = 4

De heer Obrie heeft mij verder verzekerd, dat de heeren de Potter & Micheels ook voor mij zullen stemmen en de heer Broeckaert schrijft mij, dat de heer Daems ook gunstig voor mij gestemd is. = 3

Eindelijk verzekert mij mijn vriend de heer van den Bemden Senator te Antwerpen, dat hij al zijn invloed zal gebruiken, om de heeren Mathot & De Laet mij gunstig te doen wezen hetgeen tot 14 à 15 stemmen kan voeren.

Alleen verneem ik dat de heer Snieders mij in het geheim tegenwerkt & zelfs vijandig is om een geheel & al ongegronde reden, welke de heer Obrie, Uw Zeer Eerwaarde nog voor de kiezing zal mededeelen.p4Voor besluit meen ik Uw Zeer Eerwaarde nog te moeten mededeelen, dat ik op letterkundig gebied veel meer als volksvoordrachtgever sedert 20 à 21 jaren ben werkzaam dan als eigenlijke schrijver, en moesten die voordrachten, waarvan ik meestal de minuten behouden heb, ooit gedrukt worden, zij zouden het zes dubbele mijner gedrukte schriften beslaan.

Meest hoogachtend
PJS

2de P.S.

Mocht ik Uw Zeer Eerwaarde soms een bijzonderen dienst in Zuid-Afrika kunnen bewijzen, zoo houd ik mij steeds te Uwer beschikking. In Bloemfontein is mijn adres ten huize van den heer Canisius en te Pretoria ten huize van den heer Albracht, Consul van Belgie, daar ter stede.

PJS

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamScherpenseel, Peter Jozef
Datums° Schinveld, 01/12/1842 - ✝ Schaarbeek, 12/01/1892
GeslachtMannelijk
Beroephoofdopsteller; consul-generaal; auteur
BioPeter Jozef Scherpenseel werd geboren te Schinveld (Nederlands-Limburg) als zoon van Jean Arnold Scherpenseel en Anne Catherine Buijsers. Hij verhuisde in 1865 naar België en trouwde op 28/08/1875 met Thérèse Hubertine Abels. Ze woonden te Schaarbeek, Brussel. Hij was actief op (taal)politiek vlak. Zo was hij lid van de Brusselse verenigingen De Veldbloem (1872-1873) en het Nationael Tooneel en bestuurslid van het Willemsfonds (1873-1875). Ook redigeerde hij de Vlaamsgezinde Brusselse weekbladen "De Kerels" (1870-1875) en "De Vlaamsche Standaard" (1881-1884). Hij publiceerde onder meer de "Schets over den politieken toestand der gemeente Schinveld (Limburg), 1849-1869, in verband gebracht met de laatste kiezerskwestie" (Luik, 1870), "De invloed der stereotypie in het Drukwezen" (Brussel, 1873) en "La vérité sur la situation militaire des Pays-Bas, de la Belgique et de la Hollande" (Utrecht, 1879). Daarnaast schreef hij "De Zuid-Afrikaansche spoorweg-quaestie in België en Holland" (Brussel, 1888) en vertaalde hij "How I Found Livingstone" (Amsterdam, 1885), van Henry Morton Stanley (1872). Sinds 1887 was hij gezant en Belgisch adviseur in Transvaal, Zuid-Afrika. Als aanhanger van de Groot-Nederlandse gedachte toonde hij dezelfde belangstelling als Guido Gezelle voor de taal- en stamverwante Boeren van Zuid-Afrika. Hij stond aan de wieg van de Eerste Boerenbeweging in Vlaanderen (1881-1895) en probeerde economische betrekkingen op gang te brengen tussen België en de Zuid-Afrikaansche Republiek (ZAR). Zijn idealisme was echter sterk verweven met materialistisch eigenbelang. Zo probeerde hij tevergeefs opdrachten voor de aanleg van spoorwegen in de ZAR in handen te krijgen en ook de oprichting van de brandverzekeringsmaatschappij Neerlandia (Brussel, 1889) en de Belgische-Zuid-Afrikaansche Handelsmaatschappij (1891) waren, weliswaar mislukte, pogingen om zijn Vlaamsgezindheid en Transvaal-sympathie commercieel uit te buiten. Dankzij Gezelles steun werd hij buitenlands erelid van de Koninklijke Vlaamse Academie op 24/12/1888.
Links[dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; buitenlands erelid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
Bronnen https://www.litnet.co.za/guido-gezelle-en-zuid-afrika-die-nasionale-digter-van-vlaandere-in-ons-verre-suid-hoek/ ; https://www.litnet.co.za/guido-gezelle-en-zuid-afrika-deel-2-die-nasionale-digter-van-vlaandere-in-ons-verre-suid-hoek/ ; https://search.arch.be/ ; https://www.openarch.nl/ ; https://books.google.be/books?vid=GENT900000219586&printsec=frontcover#v=onepage&q&f=false ; http://demodernetijd.nl/wp-content/uploads/DNE-1979-2c-Fasel-Maas.pdf ; https://books.google.be/books?vid=GENT900000219167&printsec=frontcover#v=onepage&q&f=false ; https://nevb.be/wiki/Scherpenseel(s),_Pieter_J. ;

Briefschrijver

NaamScherpenseel, Peter Jozef
Datums° Schinveld, 01/12/1842 - ✝ Schaarbeek, 12/01/1892
GeslachtMannelijk
Beroephoofdopsteller; consul-generaal; auteur
BioPeter Jozef Scherpenseel werd geboren te Schinveld (Nederlands-Limburg) als zoon van Jean Arnold Scherpenseel en Anne Catherine Buijsers. Hij verhuisde in 1865 naar België en trouwde op 28/08/1875 met Thérèse Hubertine Abels. Ze woonden te Schaarbeek, Brussel. Hij was actief op (taal)politiek vlak. Zo was hij lid van de Brusselse verenigingen De Veldbloem (1872-1873) en het Nationael Tooneel en bestuurslid van het Willemsfonds (1873-1875). Ook redigeerde hij de Vlaamsgezinde Brusselse weekbladen "De Kerels" (1870-1875) en "De Vlaamsche Standaard" (1881-1884). Hij publiceerde onder meer de "Schets over den politieken toestand der gemeente Schinveld (Limburg), 1849-1869, in verband gebracht met de laatste kiezerskwestie" (Luik, 1870), "De invloed der stereotypie in het Drukwezen" (Brussel, 1873) en "La vérité sur la situation militaire des Pays-Bas, de la Belgique et de la Hollande" (Utrecht, 1879). Daarnaast schreef hij "De Zuid-Afrikaansche spoorweg-quaestie in België en Holland" (Brussel, 1888) en vertaalde hij "How I Found Livingstone" (Amsterdam, 1885), van Henry Morton Stanley (1872). Sinds 1887 was hij gezant en Belgisch adviseur in Transvaal, Zuid-Afrika. Als aanhanger van de Groot-Nederlandse gedachte toonde hij dezelfde belangstelling als Guido Gezelle voor de taal- en stamverwante Boeren van Zuid-Afrika. Hij stond aan de wieg van de Eerste Boerenbeweging in Vlaanderen (1881-1895) en probeerde economische betrekkingen op gang te brengen tussen België en de Zuid-Afrikaansche Republiek (ZAR). Zijn idealisme was echter sterk verweven met materialistisch eigenbelang. Zo probeerde hij tevergeefs opdrachten voor de aanleg van spoorwegen in de ZAR in handen te krijgen en ook de oprichting van de brandverzekeringsmaatschappij Neerlandia (Brussel, 1889) en de Belgische-Zuid-Afrikaansche Handelsmaatschappij (1891) waren, weliswaar mislukte, pogingen om zijn Vlaamsgezindheid en Transvaal-sympathie commercieel uit te buiten. Dankzij Gezelles steun werd hij buitenlands erelid van de Koninklijke Vlaamse Academie op 24/12/1888.
Links[dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; buitenlands erelid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
Bronnen https://www.litnet.co.za/guido-gezelle-en-zuid-afrika-die-nasionale-digter-van-vlaandere-in-ons-verre-suid-hoek/ ; https://www.litnet.co.za/guido-gezelle-en-zuid-afrika-deel-2-die-nasionale-digter-van-vlaandere-in-ons-verre-suid-hoek/ ; https://search.arch.be/ ; https://www.openarch.nl/ ; https://books.google.be/books?vid=GENT900000219586&printsec=frontcover#v=onepage&q&f=false ; http://demodernetijd.nl/wp-content/uploads/DNE-1979-2c-Fasel-Maas.pdf ; https://books.google.be/books?vid=GENT900000219167&printsec=frontcover#v=onepage&q&f=false ; https://nevb.be/wiki/Scherpenseel(s),_Pieter_J. ;

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamBrussel
GemeenteBrussel

Naam - persoon

NaamAlberdingk Thijm, Peter Paul
Datums° Amsterdam, 21/10/1827 - ✝ Kessel-Lo, 01/02/1904
GeslachtMannelijk
Beroepleraar; hoogleraar; auteur; geschiedschrijver; letterkundige
VerblijfplaatsNederland
BioPaul Alberdingk-Thijm was hoogleraar in de Nederlandse en Germaanse Letterkunde aan de katholieke universiteit te Leuven. Hij was een jongere broer van de Nederlandse letterkundige Jozef Alberdingk-Thijm die o.m. in 1855 het tijdschrift "Dietsche Warande" had opgericht. Na hogere studies te Utrecht zette hij zijn opleiding in Duitsland (Freiburg) voort. Hij werd eerst leraar te Maastricht, daarna, vanaf 1870, hoogleraar te Leuven. Hij werd meteen tot ondervoorzitter, en na de dood van Pieter Willems in 1898, tot voorzitter gekozen van het Vlaamse studentengenootschap 'Met Tijd en Vlijt' waardoor hij een bijzondere invloed uitoefende op de jonge Albrecht Rodenbach. In 1875 werd hij tevens stichter en eerste voorzitter (1875-1878) van het Davidsfonds. In oktober 1886 werd hij lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde en in december van datzelfde jaar nam hij de "Dietsche Warande" over van zijn broer. Hij verkocht het tijdschrift in 1899 aan Maria Belpaire die het blad samensmolt met "Het Belfort". Als auteur publiceerde P. Alberdingk-Thijm literaire en historische studies die getuigen van een breed humanistische visie.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
NaamBroeckaert, Jan
Datums° Wetteren, 13/02/1837 - ✝ Dendermonde, 09/02/1911
GeslachtMannelijk
Beroepgemeentesecretaris; griffiergriffier van het vredegerecht, auteur, dichter; geschiedschrijver; letterkundige
BioJan Broeckaert was eerst gemeentesecretaris en ontvanger van het "Bureel van weldadigheid en der godshuizen" van zijn geboorteplaats Wetteren, en later griffier van het Vredegerecht aldaar. Hij was de auteur van o.a. historische werken over Wetteren en omliggende gemeenten. Voor verschillende van zijn werken, bekroond door de Koninklijke Vlaamse Academie te Brussel, werkte hij samen met Frans De Potter : Geschiedenis der gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen (Gent, vanaf 1862) Statistische verhandeling over de gemeente Nazareth (Brussel, 1869) Antoon Van Dijck (Brussel, 1873), Over den Belgischen boerenstand (Brussel, 1880).
Links[dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst Cordelia Van De Wiele; corresponderend lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal-en Letterkunde
Bronnen https://nevb.be/wiki/Broeckaert,_Jan
NaamCoopman, Theofiel
Datums° Gent, 24/11/1852 - ✝ Schaarbeek, 04/06/1915
GeslachtMannelijk
Beroepauteur; dichter; bediende; boekhouder
BioTheofiel Coopman volgde zijn humaniora aan het Koninklijk Atheneum te Gent. Hij had er o.m. Max Rooses als leraar. Hij trouwde met Marie Dillens en het koppel vestigde zich in 1873 te Brussel. Coopman werkte er als bediende, boekhouder, ambtenaar en directeur van de vertaaldienst van het Ministerie van Spoorwegen, Post en Telegrafie. Hij schreef gedichten en romantische liederen die getuigen van zijn liefde voor Vlaanderen. Samen met Victor dela Montagne stichtte hij in 1877 het tijdschrift "De Nederlandsche Dicht- en Kunsthalle" en gaf hij ook een bloemlezing uit (Onze Dichters, 1830-1880, eene halve eeuw Vlaamsche poëzie. Antwerpen: 1880). Hij schreef nog diverse werken in samenwerking met andere auteurs zoals Jan Broeckaert en Lodewijk Scharpé. Hij was lid van de Veldbloem, secretaris van de Brusselse afdeling van het Willemsfonds, medewerker bij de organisatie van de Nederlandsche Taal- en Letterkundige Congressen en medestichter en bestuurslid van het Nationaal Vlaamsch Verbond. In 1886 werd hij werkend lid en in 1901 bestuurder van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde.
Links[wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst Cordelia Van De Wiele; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
Bronnen https://nevb.be/wiki/Coopman,_Theophiel
NaamDe Potter, Frans
Datums° Gent, 04/01/1834 - ✝ Gent, 15/08/1904
GeslachtMannelijk
Beroepjournalist, publicist; geschiedschrijver; bibliograaf
BioDe Potter genoot alleen lager onderwijs en studeerde verder op eigen kracht. Hij begon als redacteur bij de dagbladpers (1856-1870) en schopte het daarna tot hoofdredacteur van het katholieke Fondsenblad (1871-1878). In 1886 werd hij de eerste vast secretaris van de toen opgerichte Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. Aanvankelijk publiceerde hij bij het Willemsfonds, maar vanaf begin jaren 1870 kiest hij de kant van de katholieke partij. Hij stond mee aan de wieg van het Davidsfonds in 1875 en was er vanaf 1878 tot aan zijn overlijden de eerste algemene secretaris, en bovendien ook voorzitter van de afdeling Gent van 1885 tot 1904. Hij publiceerde tal van werken: eerst verhalen en geschriften over folklore, daarna op het terrein van de geschiedenis, in het bijzonder van de Vlaamse gemeenten. Te vermelden zijn vooral zijn Vlaamsche Bibliographie in 4 delen (1893-1902) en een aantal delen van een Geschiedenis van de Gemeenten van Oost-Vlaanderen (samen met Jan Broeckaert).
Links[wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
Bronnen https://nevb.be/wiki/De_Potter,_Frans ; J. Broeckaert, Frans de Potter en zijne werken. In: Jaarboek van de Kon. Vl. Academie voor Taal- en Letterkunde, 1906; W. Rombauts, De Koninklijke Academie voor Taal- en Letterkunde, Gent 1979, p. 53-54
NaamDe Vos, Amand; Amandus; Wazenaar
Datums° Eksaarde, 09/09/1840 - ✝ Gent, 04/11/1906
GeslachtMannelijk
Beroepdichter; legerarts; polemist; schrijver
BioAmand De Vos studeerde, na middelbare studies in het college van Sint-Niklaas en zijn militaire dienst, theologie en geneeskunde te Gent en te Brussel. Hij promoveerde tot dokter in de geneeskunde. Hij was arts bij het leger van 1870 tot 1889. Ondertussen schreef hij gedichten en prozaschetsen en wilde hij vanuit een diep rechtvaardigheidsgevoel de Vlaamse Multatuli worden met zijn debuut "Een Vlaamsche Jongen" (1879). Deze autobiografische roman riep wegens zijn polemisch karakter verdeelde reacties op. Ook in zijn strijd voor Vlaamse ontvoogding voelde hij zich vaak verkeerd begrepen en laakte hij in tal van polemische teksten de partijpolitieke bekommernissen van heel wat politici en auteurs. Dat was ook de reden waarom hij in 1886 inging op het voorstel lid te worden van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. Door conflicten met zijn militaire overheid werd hij vervroegd op pensionering gestuurd. Na zijn ontslag werkte hij nog als arts in Gent.
Links[wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
Bronnen https://nevb.be/wiki/De_Vos,_Amand
NaamDaems, Servatius; Frater Domien
Datums° Noorderwijk, 04/06/1838 - ✝ Tongerlo, 30/07/1903
GeslachtMannelijk
Beroeppredikant; Norbertijner kanunnik; bibliothecaris; letterkundige
VerblijfplaatsNederland
BioServaas Daems deed zijn humaniora aan het college te Herentals en trad daarna in bij de Norbertijnen te Tongerlo, waar hij bibliothecaris werd en professor in de theologie. Hij stelde zijn talent als redenaar en als dichter vooral in dienst van zijn godsdienstig en pedagogisch ideaal. Op taalgebied nam Daems een algemeen-Nederlands standpunt in en voelde niet veel voor particularisme. Hij was lid van de Maatschappij te Leiden sedert 1882 en werd in 1886 ook verkozen tot lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. Als bestuurder hield hij in 1900 onder de titel "Een eeuw van strijd" een invloedrijke toespraak over honderd jaar Vlaamse taalstrijd. Als letterkundige publiceerde hij de roman "Voor twee Vaders" (1868) en een humoristisch boekje "De Kruiwagens" (1869). Verder ook het toneelstuk "Sinte Dimphna’s Marteldood" (1874) en een aantal dichtbundels, sommige in middeleeuws trant. Hij vertaalde ook de XXste zang van Longfellows "Hiawatha". Tussen Gezelle en Daems bestond er maar matige waardering. Zo schreef hij een parodie op Gezelles "Bezoek bij 't graf".
Links[odis], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal-en Letterkunde
Bronnen https://nevb.be/wiki/Daems,_Servaas_D.; R. Sterkens, Servaas Daems en zijn letterkundige werken, 1935
NaamHansen, Constant Jacob
Datums° Vlissingen, 04/10/1833 - ✝ Brasschaat, 14/04/1910
GeslachtMannelijk
Beroepletterkundige; bibliothecaris
BioGeboren in 1833 uit een Deense vader en een Zeeuwse moeder verhuisde Hansen met de familie in 1835 naar Antwerpen. Na het lager onderwijs en enkele jaren atheneum werkte hij zich op als boekhouder, journalist, leraar, vertaler en adjunct-stadsarchivaris tot uiteindelijk hoofdbibliothecaris van de stad Antwerpen. In 1886 werd hij lid van de toen net opgerichte Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. Ondertussen had hij zich door de beschrijving van een reis in Noord-Duitsland en Denemarken (1860), door een bloemlezing en door journalistieke bijdragen, lezingen en voordrachten bekend gemaakt in Vlaanderen als promotor van de Scandinavische cultuur en vooral als leider van een ‘Aldietsche beweging’, die een taalkundige toenadering tussen het Nederlands en het Nederduits of ‘Platduits’ beoogde door middel van een gemeenschappelijke spelling. Dit bezorgde hem overigens heel wat kritiek. Hij slaagde er wel in om in Vlaanderen belangstelling te wekken voor de Nederduitse dialecten en cultuur.
Links[wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
NaamHiel, Emmanuel
Datums° Sint-Gillis-Dendermonde, 31/05/1834 - ✝ Schaarbeek, 27/08/1899
GeslachtMannelijk
Beroepschrijver; ambtenaar
BioEmmanuel Hiel was een Vlaams dichter en medelid van Gezelle bij de Academie. Hij groeide op in Dendermonde en verhuisde in 1857 naar Brussel. Hij werd er eerst tolbeambte en uiteindelijk ambtenaar bij het ministerie van Binnenlandse Zaken. Hij kwam er in contact met Vlaamsgezinde radicale en vrijzinnige Brusselse liberalen. Hij engageerde zich in Vlamingen Vooruit!, de vrijmetselaarsloge Les Amis Philanthropes en was medeoprichter van de Willemsfondsafdeling. Van 1879 tot 1884 was hij liberaal gemeenteraadslid te Schaarbeek. Hij ijverde er onder meer voor de vertaling van de straatnaamborden. Intussen werd hij hoogleraar Nederlandse voordracht bij het Koninklijk Conservatorium te Brussel. Hij kreeg ook een nauwe band met Peter Benoit, voor wie hij vele liedteksten dichtte. In 1869 werd hij lid van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden en in 1886 stichtend lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, waarvan hij in 1889 ondervoorzitter en in 1890 voorzitter was.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
Bronnen https://nevb.be/wiki/Hiel,_Emanuel_(eigenlijk_Emmanuel)
NaamObrie, Julius
Datums° Gent, 16/03/1849 - ✝ Gent, 20/11/1929
GeslachtMannelijk
Beroepmagistraat; hoogleraar; auteur
BioJulius Obrie werd geboren in Gent op 16 maart 1849 als zoon van een gerechtsdeurwaarder. Hij deed zijn middelbare studies aan het Koninklijk Atheneum en aan het Sint-Barbaracollege in Gent en studeerde er daarna rechten aan de universiteit (promotie 1872). Na zijn studies kwam hij aan de Gentse balie waar hij, samen met Albert Fredericq het initiatief nam om de taalwet op het gerecht te bespoedigen. Samen met hem stichtte hij in 1874 ook de Vlaamse Conferentie aan de balies van Antwerpen en Gent. In 1876 werd hij benoemd tot vrederechter in het kanton Waarschoot. Vanaf 1885 was hij voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde. Obrie was katholiek en vlaamsgezind maar hield zich buiten de partijstrijd. Hij ijverde voor de verstandhouding tussen juristen in Nederland en België met het oog op een Vlaamse rechtswetenschap en het gebruik van een zuivere Nederlandse rechtstaal. Hij was ook betrokken bij de Nederlandse Taal- en Letterkundige congressen. In 1880 was hij verkozen tot lid van de Maatschappij te Leiden en in 1886 tot werkend lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. In 1890 werd hij belast met de Nederlandse cursus van strafrecht te Luik en in 1897 hoogleraar aan de Gentse universiteit. Hij bleef er doceren tijdens de eerste wereldoorlog wat leidde tot zijn ontslag in 1919 aan de universiteit en in de Academie.
Links[dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
Bronnen https://nevb.be/wiki/Obrie,_Julius
NaamScherpenseel, Peter Jozef
Datums° Schinveld, 01/12/1842 - ✝ Schaarbeek, 12/01/1892
GeslachtMannelijk
Beroephoofdopsteller; consul-generaal; auteur
BioPeter Jozef Scherpenseel werd geboren te Schinveld (Nederlands-Limburg) als zoon van Jean Arnold Scherpenseel en Anne Catherine Buijsers. Hij verhuisde in 1865 naar België en trouwde op 28/08/1875 met Thérèse Hubertine Abels. Ze woonden te Schaarbeek, Brussel. Hij was actief op (taal)politiek vlak. Zo was hij lid van de Brusselse verenigingen De Veldbloem (1872-1873) en het Nationael Tooneel en bestuurslid van het Willemsfonds (1873-1875). Ook redigeerde hij de Vlaamsgezinde Brusselse weekbladen "De Kerels" (1870-1875) en "De Vlaamsche Standaard" (1881-1884). Hij publiceerde onder meer de "Schets over den politieken toestand der gemeente Schinveld (Limburg), 1849-1869, in verband gebracht met de laatste kiezerskwestie" (Luik, 1870), "De invloed der stereotypie in het Drukwezen" (Brussel, 1873) en "La vérité sur la situation militaire des Pays-Bas, de la Belgique et de la Hollande" (Utrecht, 1879). Daarnaast schreef hij "De Zuid-Afrikaansche spoorweg-quaestie in België en Holland" (Brussel, 1888) en vertaalde hij "How I Found Livingstone" (Amsterdam, 1885), van Henry Morton Stanley (1872). Sinds 1887 was hij gezant en Belgisch adviseur in Transvaal, Zuid-Afrika. Als aanhanger van de Groot-Nederlandse gedachte toonde hij dezelfde belangstelling als Guido Gezelle voor de taal- en stamverwante Boeren van Zuid-Afrika. Hij stond aan de wieg van de Eerste Boerenbeweging in Vlaanderen (1881-1895) en probeerde economische betrekkingen op gang te brengen tussen België en de Zuid-Afrikaansche Republiek (ZAR). Zijn idealisme was echter sterk verweven met materialistisch eigenbelang. Zo probeerde hij tevergeefs opdrachten voor de aanleg van spoorwegen in de ZAR in handen te krijgen en ook de oprichting van de brandverzekeringsmaatschappij Neerlandia (Brussel, 1889) en de Belgische-Zuid-Afrikaansche Handelsmaatschappij (1891) waren, weliswaar mislukte, pogingen om zijn Vlaamsgezindheid en Transvaal-sympathie commercieel uit te buiten. Dankzij Gezelles steun werd hij buitenlands erelid van de Koninklijke Vlaamse Academie op 24/12/1888.
Links[dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; buitenlands erelid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
Bronnen https://www.litnet.co.za/guido-gezelle-en-zuid-afrika-die-nasionale-digter-van-vlaandere-in-ons-verre-suid-hoek/ ; https://www.litnet.co.za/guido-gezelle-en-zuid-afrika-deel-2-die-nasionale-digter-van-vlaandere-in-ons-verre-suid-hoek/ ; https://search.arch.be/ ; https://www.openarch.nl/ ; https://books.google.be/books?vid=GENT900000219586&printsec=frontcover#v=onepage&q&f=false ; http://demodernetijd.nl/wp-content/uploads/DNE-1979-2c-Fasel-Maas.pdf ; https://books.google.be/books?vid=GENT900000219167&printsec=frontcover#v=onepage&q&f=false ; https://nevb.be/wiki/Scherpenseel(s),_Pieter_J. ;
NaamVan Droogenbroeck, Jan; Ferguut, Jan
Datums° Sint-Amands, 17/01/1835 - ✝ Schaarbeek, 27/05/1902
GeslachtMannelijk
Beroepauteur; dichter; leraar; muziekleraar; ambtenaar; redacteur
BioJan Van Droogenbroeck was aanvankelijk onderwijzer in Schaarbeek (1855-1870). Vanaf 1870 gaf hij les aan de muziekschool van Schaarbeek en Sint-Joost. In 1877 werd hij ambtenaar aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Hij was een dichter en prozaschrijver die in het begin publiceerde onder het pseudoniem Jan Ferguut. Gezelle droeg aanvankelijk het gedicht Weldadig zonneweer op aan Jan Van Droogenbroeck. In Rijmsnoer liet hij deze opdracht vallen. Van Droogenbroeck had in 1896 de vijfjaarlijkse prijs voor poëzie toegewezen gekregen en niet Gezelle. Hij was medewerker van de tijdschriften De Toekomst en Noord en Zuid en hoofdredacteur van De Zweep.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie
NaamMathot, Lodewijk Jan; L. Van Ruckelingen, Lodewijk Van Loenhout en Steven Lambrechts
Datums° Antwerpen, 26/08/1830 - ✝ Antwerpen, 5/07/1895
GeslachtMannelijk
Beroepauteur; industrieel; politicus
BioLodewijk Jan Mathot nam na zijn middelbare schoolstudies het strohoedenbedrijf van zijn vader over. De jonge Mathot hield zich bezig met de studie en vertaling van antieke auteurs, maar na zijn toetreding tot de letterkundige kring De Goudbloem begon hij ook eigen literair werk te creëren. Hij schreef novelles en drama en legde zich daarnaast vooral toe op historisch onderzoek. Voor zijn "Geschiedenis der Oostenrijksche Nederlanden" ontving hij in 1864 de vijfjaarlijkse prijs voor geschiedenis. Mathot was een overtuigd katholiek en zette zich volop in voor de Vlaamse kwestie. Hij was actief lid van Vlaamse culturele en literaire verenigingen, waaronder het Davidsfonds, de Vlaamse Beweging en de Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. Hij richtte het tijdschrift "Nederduitsch overzigt" op, werkte mee aan het tijdschrift "De Vlaemsche School" en zetelde in de redactie van "Het Belfort". Van 1863 tot 1872 zetelde hij in de Antwerpse gemeenteraad als vertegenwoordiger van de Vlaamse beweging. Mathot was geen voorstander van een vereniging van Vlaanderen en Nederland maar streed wel voor de opbouw van een algemene Nederlandse literatuur en voor de vernederlandsing van het Vlaamse openbaar leven. In die zin steunde hij op het eind van zijn leven de christen-democratie, aangezien het hervormde stemrecht het volk naar voren schoof en de invloed van de verfranste burgerij terugdrong.
Links[dbnl]
Relatie tot GezelleKoninklijke Vlaamse Academie
Bronnen https://www.kantl.be/over-kantl/alle-leden/mathot-lodewijk-jan
NaamSnieders, Jan Renier
Datums° Bladel, 22/11/1812 - ✝ Turnhout, 09/04/1888
GeslachtMannelijk
Beroepauteur; arts; letterkundige; volksschrijver
VerblijfplaatsNederland
BioGeboren in het Noord-Brabantse Bladel kwam hij, na humaniorastudies in Roermond en Eindhoven, aan de Leuvense universiteit geneeskunde studeren en vestigde zich in 1838 te Turnhout. Hij stichtte er in 1842 het Taalgenootschap ‘De Dageraed’ en richtte er in 1875 een afdeling van het Davidsfonds op waarvan hij ook voorzitter werd. In 1887 werd hij buitenlands erelid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. Ondanks zijn drukke dokterspraktijk was hij een vruchtbaar schrijver. Naast verhalen in het tijdschrift "Noord en Zuid" en "Het Handelsblad", waarvan zijn jongere broer August hoofdredacteur was, schreef hij tientallen landelijke, Kempische dorpsverhalen in de trant van Conscience, die getuigden van zijn diepe gehechtheid aan geloof en taal. Zijn beste werken dateren uit zijn eerste periode, o.m. "De Meesterknecht" (1855) en "De lelie van ’t gehucht" (1860). Na 1870 overheerste de moraliserende tendens, o.m. in "De Geuzen in de Kempen" (1875) en "De goochelaar" (1875).
Links[wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellebuitenlands erelid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal-en Letterkunde
BronnenJ.E.Jansen, Gedenkboek gewijd aan Dr. Jan Renier Snieders. In Taxandria 1931; R. Dubois, Het volksleven in het werk van J.R.Snieders. In: Noordgouw, (1965), p.183-217, (1966), p.15-51 en 91-112.
NaamMicheels, Jan Jozef Matthijs
Datums° Maastricht, 25/01/1831 - ✝ Brussel, 31/08/1897
GeslachtMannelijk
Beroepleraar; docent
VerblijfplaatsNederland
BioJ. Micheels studeerde aan het atheneum te Maastricht en behaalde in 1865 het diploma van geaggregeerd leraar van het middelbaar onderwijs. Hij was achtereenvolgens leraar te Dendermonde, Mechelen en Bergen en vanaf 1876 aan het atheneum te Gent. Van 1879 was hij leraar Duits aan de normaalschool te Gent en van 1884 aan de Hogere Normaalschool. Toen die opgenomen werd in de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte werd hij bevorderd tot docent. Hij werkte mee aan verscheidene bladen en tijdschriften, o.a. het "Nederduitsch Tijdschrift" en "De Toekomst", maar heeft vooral verdienste als leraar. Wat hij publiceerde handelde hoofdzakelijk over het onderwijs van het Nederlands en over taalkunde. Hij was lid van het Willemsfonds en werd op 14/11/1886 verkozen tot lid van de pas opgerichte Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. Hij werd ook ondervoorzitter in 1891 en voorzitter in 1892.
Relatie tot Gezellelid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde.
Bronnen https://nevb.be/wiki/Micheels,_Jan_J.M.
NaamStroobant, Eugeen Edward
Datums° Turnhout, 30/01/1819 - ✝ Brussel, 06/05/1889
GeslachtMannelijk
Beroepletterkundige; politicus
BioNa middelbare studies in Diest werd Stroobant in 1836 notarisklerk in zijn geboortestad en daarna, in 1840, in Brussel. In 1855 werd hij tot notaris benoemd in St.-Pieters-Leeuw, later in Sint-Gillis en vanaf 1874 in Brussel zelf. Daar heeft hij een actieve culturele rol gespeeld (men noemde hem ‘vader Stroobant’), vooral met betrekking tot het Nederlandstalig toneelrepertoire in de hoofdstad. Hij was er voorzitter van de toneelmaatschappij De Wijngaerd en schreef zelf, bewerkte en vertaalde tal van toneelstukken, o.m. het zangspel "Willem Beukels" (1853), samen met S.C.A. Willems. In 1884 werd hij tot volksvertegenwoordiger gekozen, een mandaat dat in 1888 verlengd werd. Hij was van bij de oprichting in 1886 lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde.
Links[odis], [wikipedia]
Relatie tot Gezellelid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde.
Bronnen https://nevb.be/wiki/Stroobant,_Eugeen_E. ; J. Muyldermans, Eugeen-Edward Stroobant. In: Jaarboek der Kon. Vl. Academie voor Taal- en Letterkunde, (1898), p. 143-177
NaamDe Laet, Jan Jacob; Johan Alfried
Datums° Antwerpen, 13/12/1815 - ✝ Antwerpen, 22/04/1891
GeslachtMannelijk
Beroepschrijver; journalist; politicus; bedrijfsleider
BioJan Jacob De Laet was geneeskundige van opleiding, maar maakte al gauw de overstap naar het schrijverschap. Na een Franstalig debuut publiceerde hij gedichten, kortverhalen en een roman. Eerst als journalist, o.m. als redacteur van het eerste Nederlandstalige dagblad Vlaemsch België (1844), later ook als katholiek volksvertegenwoordiger had hij grote invloed op de Vlaamse Beweging en de taalwetgeving. Hij was medeoprichter van de Nederduitsche Bond en de Meetingpartij en steunde in 1863 ook te Brugge de alliantie tussen katholieken en Vlaamsgezinde progressieven. Hij had lang geen rechtstreeks contact met Gezelle. Vanaf 1886 tot zijn dood in 1891 was hij medelid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde.
Links[odis], [dbnl]
Bronnen https://nevb.be/wiki/De_Laet,_Jan_J.
NaamVan den Bemden, Jacques
Datums° Antwerpen, 21/02/1828 - ✝ Antwerpen, 16/04/1900
GeslachtMannelijk
Beroepsenator; vishandelaar
BioJacques Edouard Eugène Van den Bemden werkte als reder in de visserij en als handelaar van vis en visproducten. Van 1868 tot 1872 was hij gemeenteraadslid te Antwerpen. In 1884 werd hij katholiek senator voor het arrondissement Antwerpen en hij vervulde dit mandaat tot in 1889. In datzelfde jaar werd hij volksvertegenwoordiger voor hetzelfde arrondissement en dat bleef hij tot aan zijn dood.
Links[odis], [wikipedia]
NaamAlbracht, Maurits Johan
Datums° Groningen, 27/01/1846
GeslachtMannelijk
Beroepboekhouder; consul; auteur
VerblijfplaatsNederland
BioMaurits Johan Albracht werd geboren in 1864 te Groningen, als zoon van Josephus Johannes Albracht, boekbinder, en Grietje Ampsink. In 1869 trouwde hij met Maria Sjabbe(n)s, met wie hij vijf kinderen kreeg. Na een faillissement in Amsterdam was hij vanaf 1886 consul voor België in Zuid-Afrika. Hij vestigde zich in Pretoria. Hij was er ook lid van de commissie voor waterverdeling te Schoonspruit en secretaris van de in 1889 gestichte Transvalia Land- Exploratie en Mijnmaatschappij.
Bronnen https://archive.org/stream/indexderstaatsc00staagoog/indexderstaatsc00staagoog_djvu.txt; https://archive.org/stream/mendelssohnssout01smen/mendelssohnssout01smen_djvu.txt "Die Geskiedenis van die Nederlandsche Bank..." ; https://www.openarch.nl/saa:433db6d6-283d-4e17-944e-bacada7678b7 ; http://www.hjmwijers.nl/KEH/Pietermaat-FP-kwst.htm
NaamMarinus, Willem; Willem Herman Canisius
Datums° Middelburg, 06/01/1817 - ✝ Worcester (Kaapprovincie), 12/09/1890
GeslachtMannelijk
Beroepauditeur-generaal; consul
VerblijfplaatsNederland; Zuid-Afrika
BioWillem Marinus noemde zich ook Willem Herman Canisius. Hij was werkzaam als auditeur-generaal van Oranje Vrijstaat van 1881 tot 1886, en van 1877 tot 1887 als Nederlands consul te Bloemfontein (Zuid-Afrika).

Naam - plaats

NaamAntwerpen
GemeenteAntwerpen
NaamBrussel
GemeenteBrussel
NaamPretoria
NaamBloemfontein

Naam - instituut/vereniging

NaamDe Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal en Letterkunde
BeschrijvingDit wetenschappelijk genootschap bestudeert en stimuleert de Nederlandse taal- en literatuur. Na een lange voorgeschiedenis werd het opgericht bij Koninklijk Besluit van 8 juli 1886 als Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. De activiteiten omvatten onder meer maandelijkse bijeenkomsten met wetenschappelijke en letterkundige besprekingen, prijsvragen en publicaties. Guido Gezelle was één van de stichtende leden. Dit was een belangrijke erkenning van zijn werk. Hij was betrokken bij verschillende prijsvragen en schonk ook een deel van zijn boeken aan de academie.
Datering1886-heden
Links[wikipedia]

Titel29/11/1888, Brussel, Peter Jozef Scherpenseel aan [Guido Gezelle]
EditeurLouise Snauwaert; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderScherpenseel, Peter Jozef
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum29/11/1888
VerzendingsplaatsBrussel (Brussel)
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie.
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 275x210
wit
papiersoort: 4 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden papier met briefhoofd: P.-J. Scherpenseel // Consul Generaal // der // Zuid-Afrikaansche Republiek // te Brussel
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle (inkt, hand P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief6077 G
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|10972
Inhoud
IncipitUiterst aangenaam en vereerend waren mij
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.