p1
PETIT SEMINAIRE DE ROULERS
Vriend Guido,
Dank u grootelyks voor al uw zorg. Booser's knecht is my komen vragen of hy met zyn wagentje wilde ryden naer Brugge om aftehalen wat hy woensdag niet had kunnen medevoeren, & 'k heb gezeid van Ja. Hoe nu alles afloopen zal, laet ik aen Gods goede voorzienigheid & uwe vriendelyke zorg[1] Ik verwacht u zonder faut, woensdag morgen, & al de meesters met my vragen u van te komen. Anders krygt gy geen reke geschrifte. Niet van willen, maer van moeten. Zy gerust wegens Van Coillie, wy zullen daer van spreken.
Tot woensdag!
Tuus in Christo.
BVanhove
Kanunnik Superior
19 nov. 64.