<Resultaat 259 van 2074

>

p1+
Eerw. Heer Onderpastor en Vriend,

Vandage had ik den tyd gevonden een bladje papier vol te schryven voor onze gazette. Naer dat het geschreven was vond ik met Mr De Grendele goed dat dezen hierby gevoegden helft van ‘t bladje beter met den aerd van ‘t Jaer 30 of met dien van de Gazette van Thielt overeenkomt en daerom vertoef ik niet u dit te zenden, u verzoekende dat gy dit zoudt keeren of wenden naer beliefte. Daerom voeg ik hier de eigennamen by: het eerste is op den distriktkommissaris Vanden Berghe, ‘t is klaer, het tweede is op J. Mulle, sekretaris, van Thielt; het derde is op den doktor Maillet van Thielt en die L….. is Delannoy genaemd den loodgieter en wonende op de markt by het stadhuis waer de kiezing plaets had.

Ontvang myne regtzinnigste gevoelens van eerbied en aenkleving.
Uw toegenegenste Vriend.
A. Vandemaele.
p2Aen Mr Gezelle, onderpastoor.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamVandemaele, Aloïs
Datums° Zwevegem, 09/06/1834 - ✝ Asper, 06/03/1912
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; directeur klooster; aalmoezenier; pastoor
BioAloïs Vandemaele werd geboren te Zwevegem als zoon van een bakker. Hij studeerde aan het kleinseminarie te Roeselare. De vier jaar jongere Vandemaele leerde er Gezelle kennen die er toen ook leerling was (schooljaar 1849-1850). Gezelle vertrok om te studeren aan het grootseminarie te Brugge. Vandemaele begon vanuit Roeselare zijn correspondentie met Gezelle. Zijn eerste bekende brief dateert van 15 december 1850, Vandemaele was toen 16 jaar. Hij en Gezelle waren dus schoolvrienden. Na zijn seminarieopleiding keerde Gezelle terug naar het kleinseminarie als leraar waar hij ook les gaf aan Vandemaele tijdens het schooljaar 1854-1855. Vandemaele deed zijn intrede in het grootseminarie te Brugge op 01/10/1856. Als seminarist werd hij lid van Gezelles Confraternity. Op 01/10/1859 werd Vandemaele leraar fysica en wiskunde aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge en op 17 december van dit jaar ontving hij zijn priesterwijding. Op 10/04/1861 werd hij leraar Latijn, Engels en wiskunde aan het Sint-Jozefscollege te Tielt, waar hij via Guido Gezelle Engelse studenten naartoe trachtte te krijgen, in eerste instantie om zijn studenten beter hun Engels te kunnen laten oefenen. Het was de bedoeling om hen na de collegetijd in Tielt door te sturen naar het Engels seminarie in Brugge, zodat zij als priester het katholieke geloof zouden verspreiden in Engeland. Op 22/04/1868 werd hij onderpastoor te Oostrozebeke (Sint-Amandskerk) en op 24/05/1871 te Poperinge. Daarna werd hij overgeplaatst naar Kortrijk waar hij op 08/10/1874 bestuurder werd van de Congregatie van de zusters Paulienen en tevens aalmoezenier van de gevangenis. Op 26/10/1878 volgde zijn eerste aanstelling als pastoor te Oostduinkerke (Sint-Niklaaskerk), en daarna, op 06/02/1889, werd hij nog pastoor te Lauwe. Op 23/02/1900 nam hij daar ontslag.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; schoolvriend; oud-leerling; aanvrager gelegenheidsgedicht (Te Lauwe)
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III

Briefschrijver

NaamVandemaele, Aloïs
Datums° Zwevegem, 09/06/1834 - ✝ Asper, 06/03/1912
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; directeur klooster; aalmoezenier; pastoor
BioAloïs Vandemaele werd geboren te Zwevegem als zoon van een bakker. Hij studeerde aan het kleinseminarie te Roeselare. De vier jaar jongere Vandemaele leerde er Gezelle kennen die er toen ook leerling was (schooljaar 1849-1850). Gezelle vertrok om te studeren aan het grootseminarie te Brugge. Vandemaele begon vanuit Roeselare zijn correspondentie met Gezelle. Zijn eerste bekende brief dateert van 15 december 1850, Vandemaele was toen 16 jaar. Hij en Gezelle waren dus schoolvrienden. Na zijn seminarieopleiding keerde Gezelle terug naar het kleinseminarie als leraar waar hij ook les gaf aan Vandemaele tijdens het schooljaar 1854-1855. Vandemaele deed zijn intrede in het grootseminarie te Brugge op 01/10/1856. Als seminarist werd hij lid van Gezelles Confraternity. Op 01/10/1859 werd Vandemaele leraar fysica en wiskunde aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge en op 17 december van dit jaar ontving hij zijn priesterwijding. Op 10/04/1861 werd hij leraar Latijn, Engels en wiskunde aan het Sint-Jozefscollege te Tielt, waar hij via Guido Gezelle Engelse studenten naartoe trachtte te krijgen, in eerste instantie om zijn studenten beter hun Engels te kunnen laten oefenen. Het was de bedoeling om hen na de collegetijd in Tielt door te sturen naar het Engels seminarie in Brugge, zodat zij als priester het katholieke geloof zouden verspreiden in Engeland. Op 22/04/1868 werd hij onderpastoor te Oostrozebeke (Sint-Amandskerk) en op 24/05/1871 te Poperinge. Daarna werd hij overgeplaatst naar Kortrijk waar hij op 08/10/1874 bestuurder werd van de Congregatie van de zusters Paulienen en tevens aalmoezenier van de gevangenis. Op 26/10/1878 volgde zijn eerste aanstelling als pastoor te Oostduinkerke (Sint-Niklaaskerk), en daarna, op 06/02/1889, werd hij nog pastoor te Lauwe. Op 23/02/1900 nam hij daar ontslag.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; schoolvriend; oud-leerling; aanvrager gelegenheidsgedicht (Te Lauwe)
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamTielt
GemeenteTielt

Naam - persoon

NaamDe Grendele, Felix; De Grendel
Datums° Beveren (Roeselare), 05/01/1836 - ✝ Beveren, 11/12/1917
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; directeur; onderpastoor; pastoor; auteur
BioFelix De Grendele was de zoon van Ferdinandus De Grendele, wever, en Coleta Degrendele. Hij werd laureaat in de gemeenteschool van Ardooie (1849) en de normaalschool te Torhout (1854). In de personeelslijst van het kleinseminarie te Roeselare staat hij vermeld als onderwijzer aan het Sint-Michielsinstituut (1853-1858). In de "palmares" is hij pas te vinden voor de retorica (1858) en het filosofiejaar (1859). Hij werd leraar aan het college van Tielt op 27/12/1861. Hij werd tot priester gewijd te Brugge op 18/12/1862 door bisschop Delebecque van Gent, die de wellicht zieke Mgr. Malou verving. De Grendele verliet Brugge al na anderhalf jaar theologie. Hij was toen halfweg de twintig en zeker ouder dan de meesten van zijn medestudenten. Waarschijnlijk had hij in Roeselare al bewezen dat hij als onderwijzer in staat was de humaniora in te halen. Vermoedelijk mocht hij nu hetzelfde doen met de theologie. In het college van Tielt heerste een pionierssfeer rond een klein en hecht korps, geïnteresseerd in Engels en de Engelsen en betrokken in de persstrijd. De Grendele kende niet alleen Engels, maar uit de correspondentie van Aloïs Vandemaele met Guido Gezelle blijkt dat hij ook actief was als journalist. Hij had Gezelle daarbij als mentor en was als schrijver een voorbeeld voor Aloïs Vandemaele. Mogelijk heeft Mgr. Malou hem dus in die gespannen jaren omwille van zijn talent en betrouwbaarheid al vroeg in de strijd gegooid. Vervolgens werd hij directeur van de Xaverianenschool te Wervik (23/07/1869), onderpastoor te Anzegem (14/09/1876), pastoor te Koolkerke (19/09/1881), Gijzelbrechtegem (27/06/1884) en Oostkerke bij Diksmuide (10/10/1894).
Links[odis]
Relatie tot Gezelleoud-leerling kleinseminarie Roeselare; lid van Gezelles confraternity; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamVandemaele, Aloïs
Datums° Zwevegem, 09/06/1834 - ✝ Asper, 06/03/1912
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; directeur klooster; aalmoezenier; pastoor
BioAloïs Vandemaele werd geboren te Zwevegem als zoon van een bakker. Hij studeerde aan het kleinseminarie te Roeselare. De vier jaar jongere Vandemaele leerde er Gezelle kennen die er toen ook leerling was (schooljaar 1849-1850). Gezelle vertrok om te studeren aan het grootseminarie te Brugge. Vandemaele begon vanuit Roeselare zijn correspondentie met Gezelle. Zijn eerste bekende brief dateert van 15 december 1850, Vandemaele was toen 16 jaar. Hij en Gezelle waren dus schoolvrienden. Na zijn seminarieopleiding keerde Gezelle terug naar het kleinseminarie als leraar waar hij ook les gaf aan Vandemaele tijdens het schooljaar 1854-1855. Vandemaele deed zijn intrede in het grootseminarie te Brugge op 01/10/1856. Als seminarist werd hij lid van Gezelles Confraternity. Op 01/10/1859 werd Vandemaele leraar fysica en wiskunde aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge en op 17 december van dit jaar ontving hij zijn priesterwijding. Op 10/04/1861 werd hij leraar Latijn, Engels en wiskunde aan het Sint-Jozefscollege te Tielt, waar hij via Guido Gezelle Engelse studenten naartoe trachtte te krijgen, in eerste instantie om zijn studenten beter hun Engels te kunnen laten oefenen. Het was de bedoeling om hen na de collegetijd in Tielt door te sturen naar het Engels seminarie in Brugge, zodat zij als priester het katholieke geloof zouden verspreiden in Engeland. Op 22/04/1868 werd hij onderpastoor te Oostrozebeke (Sint-Amandskerk) en op 24/05/1871 te Poperinge. Daarna werd hij overgeplaatst naar Kortrijk waar hij op 08/10/1874 bestuurder werd van de Congregatie van de zusters Paulienen en tevens aalmoezenier van de gevangenis. Op 26/10/1878 volgde zijn eerste aanstelling als pastoor te Oostduinkerke (Sint-Niklaaskerk), en daarna, op 06/02/1889, werd hij nog pastoor te Lauwe. Op 23/02/1900 nam hij daar ontslag.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; schoolvriend; oud-leerling; aanvrager gelegenheidsgedicht (Te Lauwe)
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamVan den Berghe, Constant
Datums° Aarsele, 05/08/1808 - ✝ Roeselare, 26/06/1895
GeslachtMannelijk
Beroepambtenaar; organist; oprichter van kranten
BioConstant Van Den Berghe werd in 1824 ambtenaar en werkte als gemeentebediende in Aarsele, en in 1847 arrondissementscommissaris voor Roeselare-Tielt. Hij was beïnvloed door de Verlichting en het utopisch socialisme van Saint-Simon. Hij streefde naar het herstel van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, waardoor hij samen met zijn gezin in moeilijkheden geraakte na 1830. Hij was een voorstander van het algemeen stemrecht, van kosteloos onderwijs en een rechtvaardig belastingstelsel. Politiek gezien was hij een radicale en progressieve liberaal die ijverde voor de Nederlandse taal. Hij was de stichter van de Tieltse academie in 1841. Hij was ook de oprichter van diverse kranten waaronder het Vlaamsgezinde De Thieltenaar (1843), het liberale De Volksvriend (1850), het Boekske van de Vlaemsche landbouwer (1858) en De stem der Vlaemsche landbouwer (1863). In De stem der Vlaemsche landbouwer streefde hij naar de heropleving van de landbouw en de textielindustrie.
Links[wikipedia]
NaamDelannoy, Julianus Augustus
Datums° Tielt, 16/06/1857 - ✝ ?,
GeslachtMannelijk
Beroeploodgieter
BioDelannoy was loodgieter. Hij huwde op 27/07/1882 met Melania De Deyne, mutsenmaakster. Hij vestigde zich op de markt te Tielt.
Bronnen https://search.arch.be/nl/
NaamMaillet, Georges
Datums° Tielt-Winge, 21/02/1868 - ✝ Tielt, 18/12/ 1919
GeslachtMannelijk
Beroeparts
Bioinwoner van Tielt
Bronnen https://www.geni.com/people/georges-malliet/6000000030985016250
NaamMulle, Joseph Edmond
Datums° 1853 - ✝ 1890
GeslachtMannelijk
Beroepstadssecretaris; notaris
BioJoseph Edmond Mulle was stadssecretaris en notaris te Tielt. Hij woonde in de Hoogstraat 54, een herenhuis dat hij in 1865 grondig liet verbouwen.

Naam - plaats

NaamTielt
GemeenteTielt

Titel - werk van Guido Gezelle

Titelt Jaer 30 of politieke wegwyzer voor treffelyke lieden.
Links[gezelle.be]

Titel - ander werk

TitelGazette van Thielt (periodiek)
Datum1853-1940
PlaatsTielt
UitgeverJ. Minnaert
Links[odis]

Titel02/11/1866, Tielt, Aloïs Vandemaele aan Guido Gezelle
EditeurJohan Van Eenoo; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderVandemaele, Aloïs
OntvangerGezelle, Guido
Verzendingsdatum02/11/1866
VerzendingsplaatsTielt (Tielt)
Fysieke bijzonderheden
Drager enkel vel, 208x133
blauw, vierkant geruit
papiersoort: 1 zijde beschreven; zijde 2 met adressaat, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden papiermerk: Bath
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle (inkt, hand P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief4795
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|11121
Inhoud
IncipitVandage had ik den tyd gevonden
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.