Ik stel voor, in de Januari-zitting der Academie, een voorstel in te dienen omtrent het benoemen eener Commissie voor het verzamelen en uitgeven onzer vlaamsche vak- en kunstwoorden. Mag ik de vrijheid nemen U, eerlang, de toelichting te onderwerpen? Indien gij het stuk goed keurt, zullen wij het gezamenlijk onderteekenen en ter onderteekening voorleggen aan eenige andere achtbare collega's, als b.v. de heeren Gaillard, Van Droogenbroeck, P. Genard, Stallaert, Nolet, enz.
Ik behoef U niet te zeggen van hoeveel gewicht die zaak - eene hoofdzaak - voor onze geliefde moedertaal is. Immers, gij hebt mij daarover met zooveel geestdrift p2geestdrift geschreven en gesproken! Zoals gij zegdet, kunnen wij, met verzamelde krachten, iets nuttigs en degelijks tot stand brengen, dat tot eere van onze taalkamer strekken kan.
Wat dunkt U?
De heer Gaillard heeft mij geschreven over de candidatuur van den zedigen en begaafden werker Karel De Flou (Brugge). Ik heb ze, op zijn verlangen, dadelijk aanbevolen aan de heeren Nolet, Stroobant, Van Droogenbroeck, enz.[2]
Laat mij tevens uwe aandacht vestigen op de candidaturen, voorgesteld door den heer Dr. Nolet, namenlijk die der heeren V. Dela Montagne (Antwerpen); advocaat Prayon-van Zuylen (Gent) neef van den onder-bestuurder Jr. de Pauw, en Em. Van Driessche (te Elsene-Brussel).
Die 4 heeren[3] zouden eene goede aanwinst zijn voor onze Koninklijke Taalkamer. Zij hebben veel geschreven.
p3Uw dienstwillige dienaar