<Resultaat 1050 van 2074

>

p1
Waarde heer en Collega[1]

Ik stel voor, in de Januari-zitting der Academie, een voorstel in te dienen omtrent het benoemen eener Commissie voor het verzamelen en uitgeven onzer vlaamsche vak- en kunstwoorden. Mag ik de vrijheid nemen U, eerlang, de toelichting te onderwerpen? Indien gij het stuk goed keurt, zullen wij het gezamenlijk onderteekenen en ter onderteekening voorleggen aan eenige andere achtbare collega's, als b.v. de heeren Gaillard, Van Droogenbroeck, P. Genard, Stallaert, Nolet, enz.

Ik behoef U niet te zeggen van hoeveel gewicht die zaak - eene hoofdzaak - voor onze geliefde moedertaal is. Immers, gij hebt mij daarover met zooveel geestdrift p2geestdrift geschreven en gesproken! Zoals gij zegdet, kunnen wij, met verzamelde krachten, iets nuttigs en degelijks tot stand brengen, dat tot eere van onze taalkamer strekken kan.

Wat dunkt U?

De heer Gaillard heeft mij geschreven over de candidatuur van den zedigen en begaafden werker Karel De Flou (Brugge). Ik heb ze, op zijn verlangen, dadelijk aanbevolen aan de heeren Nolet, Stroobant, Van Droogenbroeck, enz.[2]

Laat mij tevens uwe aandacht vestigen op de candidaturen, voorgesteld door den heer Dr. Nolet, namenlijk die der heeren V. Dela Montagne (Antwerpen); advocaat Prayon-van Zuylen (Gent) neef van den onder-bestuurder Jr. de Pauw, en Em. Van Driessche (te Elsene-Brussel).

Die 4 heeren[3] zouden eene goede aanwinst zijn voor onze Koninklijke Taalkamer. Zij hebben veel geschreven.

p3
Ik druk U, Waarde heer en Collega, de hand van harte,

Uw dienstwillige dienaar

Th. Coopman

Noten

[1] Gezelle stuurde deze brief naar Emiel Demonie voor een reactie op Coopmans voorstel i.v.m. de vak- en kunstwoorden. E. Demonie stuurde de brief samen met zijn reactie terug naar Gezelle zie: E. Demonie aan Guido Gezelle van xx/0-11/1887
[2] Gaat over de verkiezing van 10 briefwisselende leden en 25 buitenlandse ereleden voor de Koninklijke Vlaamse Academie. In de vergadering van 19/10/1887 werd er een voorlopige lijst opgesteld. De lijst was pas definitieve lijst op 31/10/1887 en werd daarna gedrukt en aan de leden gezonden. De verkiezing vond plaats op de vergadering van 16/11/1887.
[3] Geen van deze 4 heren werd verkozen in de zitting van 16/11/1887.

Register

Correspondenten

NaamCoopman, Theofiel
Datums° Gent, 24/11/1852 - ✝ Schaarbeek, 04/06/1915
GeslachtMannelijk
Beroepauteur; dichter; bediende; boekhouder
BioTheofiel Coopman volgde zijn humaniora aan het Koninklijk Atheneum te Gent. Hij had er o.m. Max Rooses als leraar. Hij trouwde met Marie Dillens en het koppel vestigde zich in 1873 te Brussel. Coopman werkte er als bediende, boekhouder, ambtenaar en directeur van de vertaaldienst van het Ministerie van Spoorwegen, Post en Telegrafie. Hij schreef gedichten en romantische liederen die getuigen van zijn liefde voor Vlaanderen. Samen met Victor dela Montagne stichtte hij in 1877 het tijdschrift "De Nederlandsche Dicht- en Kunsthalle" en gaf hij ook een bloemlezing uit (Onze Dichters, 1830-1880, eene halve eeuw Vlaamsche poëzie. Antwerpen: 1880). Hij schreef nog diverse werken in samenwerking met andere auteurs zoals Jan Broeckaert en Lodewijk Scharpé. Hij was lid van de Veldbloem, secretaris van de Brusselse afdeling van het Willemsfonds, medewerker bij de organisatie van de Nederlandsche Taal- en Letterkundige Congressen en medestichter en bestuurslid van het Nationaal Vlaamsch Verbond. In 1886 werd hij werkend lid en in 1901 bestuurder van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde.
Links[wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst Cordelia Van De Wiele; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
Bronnen https://nevb.be/wiki/Coopman,_Theophiel
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamCoopman, Theofiel
Datums° Gent, 24/11/1852 - ✝ Schaarbeek, 04/06/1915
GeslachtMannelijk
Beroepauteur; dichter; bediende; boekhouder
BioTheofiel Coopman volgde zijn humaniora aan het Koninklijk Atheneum te Gent. Hij had er o.m. Max Rooses als leraar. Hij trouwde met Marie Dillens en het koppel vestigde zich in 1873 te Brussel. Coopman werkte er als bediende, boekhouder, ambtenaar en directeur van de vertaaldienst van het Ministerie van Spoorwegen, Post en Telegrafie. Hij schreef gedichten en romantische liederen die getuigen van zijn liefde voor Vlaanderen. Samen met Victor dela Montagne stichtte hij in 1877 het tijdschrift "De Nederlandsche Dicht- en Kunsthalle" en gaf hij ook een bloemlezing uit (Onze Dichters, 1830-1880, eene halve eeuw Vlaamsche poëzie. Antwerpen: 1880). Hij schreef nog diverse werken in samenwerking met andere auteurs zoals Jan Broeckaert en Lodewijk Scharpé. Hij was lid van de Veldbloem, secretaris van de Brusselse afdeling van het Willemsfonds, medewerker bij de organisatie van de Nederlandsche Taal- en Letterkundige Congressen en medestichter en bestuurslid van het Nationaal Vlaamsch Verbond. In 1886 werd hij werkend lid en in 1901 bestuurder van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde.
Links[wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst Cordelia Van De Wiele; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
Bronnen https://nevb.be/wiki/Coopman,_Theophiel

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamBrussel
GemeenteBrussel

Naam - persoon

NaamCoopman, Theofiel
Datums° Gent, 24/11/1852 - ✝ Schaarbeek, 04/06/1915
GeslachtMannelijk
Beroepauteur; dichter; bediende; boekhouder
BioTheofiel Coopman volgde zijn humaniora aan het Koninklijk Atheneum te Gent. Hij had er o.m. Max Rooses als leraar. Hij trouwde met Marie Dillens en het koppel vestigde zich in 1873 te Brussel. Coopman werkte er als bediende, boekhouder, ambtenaar en directeur van de vertaaldienst van het Ministerie van Spoorwegen, Post en Telegrafie. Hij schreef gedichten en romantische liederen die getuigen van zijn liefde voor Vlaanderen. Samen met Victor dela Montagne stichtte hij in 1877 het tijdschrift "De Nederlandsche Dicht- en Kunsthalle" en gaf hij ook een bloemlezing uit (Onze Dichters, 1830-1880, eene halve eeuw Vlaamsche poëzie. Antwerpen: 1880). Hij schreef nog diverse werken in samenwerking met andere auteurs zoals Jan Broeckaert en Lodewijk Scharpé. Hij was lid van de Veldbloem, secretaris van de Brusselse afdeling van het Willemsfonds, medewerker bij de organisatie van de Nederlandsche Taal- en Letterkundige Congressen en medestichter en bestuurslid van het Nationaal Vlaamsch Verbond. In 1886 werd hij werkend lid en in 1901 bestuurder van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde.
Links[wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst Cordelia Van De Wiele; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
Bronnen https://nevb.be/wiki/Coopman,_Theophiel
NaamDeflou, Karel
Datums° Brugge, 09/07/1853 - ✝ Brugge, 27/06/1931
GeslachtMannelijk
Beroephistoricus; filoloog; letterkundige
BioKarel Deflou was de zoon van een antiquaar-prentenhandelaar in de Gruuthusestraat, naast de drukkerij waar Guido Gezelles ‘Jaer 30’ verscheen. Door het overlijden van zijn vader in 1866 kwam er een einde aan het antiquariaat en kon de jonge Karel niet verder studeren. Na zijn basisonderwijs werd hij bediende, en vervolgens beambte bij de provincie West-Vlaanderen. Hij bekwaamde zich op eigen houtje in de Germaanse en oude talen en legde zich toe op taalstudie en geschiedenis. Vooral de toponymie boeide hem. Hij was een schrijver en historicus met een grote werkkracht en een goed geheugen. De eerste bijdrage die van hem in druk kwam, behandelde de Brugse straatnamen. Vanaf 1879 begon hij de toponiemen te verzamelen, een decennialange bezigheid die in zijn monumentale woordenboek zou uitmonden. Vanaf 1887 werd hij lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, en vanaf 1926 ook van de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie. Verder was hij ook bestuurslid van het Genootschap voor Geschiedenis te Brugge sinds 1911, en was hij de eerste bibliothecaris van het Willemsfonds te Brugge. Zijn meesterwerk is het 'Woordenboek der Toponymie in Westelijk Vlaanderen', dat in 18 delen verscheen tussen 1914 en 1938. Nog vooraleer het af was, werd hem hiervoor in 1928 een grootse hulde gebracht en verkreeg hij een eredoctoraat van de KUL. Aanvankelijk sloot Deflou aan bij de kring rond Julius Sabbe. Dankzij de taalkundige belangstelling hebben Deflou en Gezelle elkaar pas echt gevonden in de Loquela-periode. De Flou was in 1882 getrouwd met Eulalie Sylvie Verbrugghe, die ooit nog een buurmeisje van Gezelle was geweest aan de Lange Rei/Potterierei.
Links[wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst Cordelia Van De Wiele; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
Naamdela Montagne, Victor
Datums° Antwerpen, 08/10/1854 - ✝ Sainte-Adresse, 19/08/1915
GeslachtMannelijk
Beroepdichter; toneelschrijver; ambtenaar
BioVictor Alexis de la Montagne behoorde tot de Antwerpse drukkersfamilie De la Montagne die zich eind 19de eeuw met succes zou toeleggen op de diamantslijperij. Hij studeerde aan het Atheneum in zijn geboortestad en werkte er aanvankelijk in het familiebedrijf. In 1875 debuteerde hij met de bundel "Onze strijd". Samen met Theophiel Coopman stichtte hij in 1878 het tijdschrift "Nederlandsche Dicht- en Kunsthalle" en gaf hij in 1880 de bloemlezing "Onze dichters 18430-1880" uit. Ook in 1880 werd hij ambtenaar bij het Ministerie van Justitie te Brussel. In 1883 publiceerde hij zijn bundel "Gedichten", waaruit heel wat op muziek gezet werd. Samen met M.E. Van Bergen schreef hij het toneelstuk "Anoniem" (1880). In 1884 verscheen zijn verzameling "Vlaamsche pseudoniemen". Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd hij naar Le Havre, Frankrijk, gestuurd, waar hij overleed te Sainte-Adresse.
Links[wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
NaamDe Pauw, Napoleon
Datums° Gent, 26/09/1835 - ✝ Gent, 08/04/1922
GeslachtMannelijk
Beroepmagistraat; uitgever; hoogleraar; schepen; auteur
BioNapoleon De Pauw ging naar het atheneum te Gent waar hij samen in de klas zat met Julius Vuylsteke, Tony Bergmann, Emile Moyson en Prosper Claeys. Hij had er o.a. J.F.J. Heremans als leraar. Hij studeerde rechten aan de Gentse universiteit, waar hij ook medestichter was van de vrijzinnige studentenvereniging Het Taalminnend Studentengenootschap 't Zal Wel Gaan. In 1860 promoveerde hij tot doctor in de rechten. Hij liep stage bij H. Metdepenningen en werd advocaat-generaal (1893) en procureur-generaal (1902). In 1907 ging hij op emeritaat. Net zoals zijn vader was hij liberaal en orangist. Hij was lid van tal van literaire genootschappen: De Taal is gansch het Volk, het Willemsfonds, de Maatschappij der Vlaamsche Bibliophilen. Hij was in 1886 medestichter van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde en was er tweemaal bestuurder. Hij schreef literaire, historische en literair-historische werken zoals Tijdvak van Jacob van Artevelde (3 dln. 1872-1885) en Bijdragen tot de Geschiedenis der Middelnederlandsche letterkunde in Vlaanderen (1879). Hij was een ook uitgever Middelnederlandse teksten. De Pauw behoorde tot een oud Gents patriciërsgeslacht en enkele maanden voor zijn dood werd hij door de koning tot de adelstand verheven en verkreeg hij de titel van baron.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
Bronnen https://ojs.ugent.be/GT/article/view/5472/5390
NaamGailliard, Edward Louis
Datums° Brugge, 04/07/1841 - ✝ Brugge, 29/07/1922
GeslachtMannelijk
Beroepboekhandelaar-uitgever; archivaris; historicus; taalkundige
BioGailliard ging naar het Sint-Lodewijkscollege (Brugge) en het kleinseminarie te Roeselare, waar hij les kreeg van Guido Gezelle. Toen zijn vader in 1864 stierf, nam hij diens drukkerij-boekbinderij over. Bij hem verschenen Rond den Heerd, La Flandre, De Halletoren en vele andere tijdschriften en boeken. Hij schreef samen met Gilliodts een Table analytique en een Glossaire Flamand. In december 1884 werd hij rijksarchivaris te Brugge. Hij was stichtend lid van de Koninklijke Academie voor Vlaamse Taal- en Letterkunde (08/07/1886) en secretaris van haar Bestendige Commissie voor Middelnederlandse Letterkunde. Van 1894 tot 1905 werkte hij aan De Keure van Hazebroek (5 delen).
Links[wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellezanter (WDT); correspondent; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde; oud-leerling van Gezelle; uitgever van Rond den Heerd
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamGénard, Pieter
Datums° Antwerpen, 27/04/1830 - ✝ Antwerpen, 03/03/1899
GeslachtMannelijk
Beroephistoricus; bibliothecaris-archivaris
BioPierre Marius Nicolas Jean (Pieter) Génard was een autodidact. In 1849 werd hij onder-bibliothecaris van de stad Antwerpen, daarna in 1863 stadsarchivaris en vanaf 1868 bibliothecaris-archivaris. Met Pieter Génard brak een nieuw tijdperk aan in het Antwerpse stadsarchief, o.m. met de uitgave van het "Antwerpsch archievenblad". Hij was ondertussen in 1855 medeoprichter geweest van het tijdschrift "De Vlaamsche School". In 1886 werd Génard verkozen tot lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde (voorzitter in 1893) en in 1887 tot lid van de Koninklijke Commissie voor geschiedenis. Zijn belangrijkste werken waren "Het Wapenboek in Antwerpsche gemeente-instellingen" (1893) en het tweedelige "Anvers à travers les âges" (1886-87). Dankzij hem werd te Antwerpen het Steen als museum van oudheidkunde ingericht en werd het huis van Plantyn door de stad aangekocht.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
NaamNolet de Brauwere van Steeland, Jan
Datums° Rotterdam, 23/02/1815 - ✝ Vilvoorde, 21/06/1888
GeslachtMannelijk
Beroepauteur
VerblijfplaatsNederland
BioJan Nolet De Brauwere van Steelandt was een Belgisch-Nederlandse schrijver. Hij deed zijn humaniorastudies in Doornik en in Brugge. Later ging hij rechten studeren aan de Rijksuniversiteit Gent. Hij behoorde tot de vriendenkring van Jan Frans Willems (1832 -1838). Daarna studeerde hij verder aan de Katholieke Universiteit Leuven bij kanunnik Jan Baptist David. Hij was auteur van meerdere epische gedichten en medewerker aan diverse tijdschriften. Hij was ook lid van het Brussels Taal- en Letterkundig Genootschap, voorzitter van het Taalverbond en lid van de Koninklijke Academie voor Taal- en Letterkunde. Hij was voorvechter van het behoud van het Nederlands en nam nooit afstand van zijn Nederlandse nationaliteit. Hij was een vurig tegenstander van het taalparticularisme en van de verfransing in Vlaanderen. In polemische geschriften ging hij heftig tekeer ging het West-Vlaamse taalparticularisme.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
NaamPrayon van Zuylen, Alfons Marie Napoleon; Terlaenen, Alfred; Hieckx Az., A.
Datums° Gent, 19/11/1848 - ✝ Twickenham, 16/11/1916
GeslachtMannelijk
Beroepadvocaat; journalist
VerblijfplaatsEngeland
BioAlfons Prayon van Zuylen volgde zijn middelbaar onderwijs aan het Gentse atheneum en studeerde rechten aan de universiteit van Gent. Hij werd in 1873 advocaat en was wisselend in Gent en Elsene gevestigd. Op 12 september 1874 trouwde hij met barones Helena van Zuylen van Nyevelt. In 1905 vestigde hij zich in Engeland. Hij was medestichter, redacteur en medewerker van het tijdschrift het Nederlandsch Museum. Hij werkte ook mee aan tal van andere tijdschriften zoals De Gentsche Studenten-Almanakken, Vox Studiosorum, Het Studentenweekblad, De Nederlandsche Dicht- en Kunsthalle, De Leeswijzer, het Volksbelang, De Zweep, De Flamingant e.a. Ondanks zijn Franstalige opvoeding, had hij toch veel interesse voor het Vlaams. Hij publiceerde over het pangermanisme en kwam in ruzie met Willem De Vreese. Daarnaast schreef hij ook novellen. Als lid van de Koninklijke Vlaamse Academie publiceerde hij een lijvig boek: Korte staatkundige geschiedenis van het Iersche volk (Gent: A. Siffer 1902)
Links[dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; corresponderend lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
Bronnen https://nevb.be/wiki/Prayon-van_Zuylen,_Alfons_M.N.
NaamStallaert, Karel
Datums° Merchtem, 23/09/1820 - ✝ Schaarbeek, 24/11/1893
GeslachtMannelijk
Beroepambtenaar; archivaris; leraar; auteur
BioKarel Stallaert erfde van zijn grootvader, dichter Jan Frans Stallaert, zijn gevoel voor taal. Zijn moeder, Hendrika Janssens, leerde hem Nederlands en Frans lezen. In 1828 werd hij naar een kostschool in Turnhout gestuurd. Daarna studeerde hij aan het Klein Seminarie in Mechelen en aan de Faculteit Wijsbegeerte en Letteren van de universiteit in Leuven, waar hij lid werd van ‘Met Tijd en Vlijt’. Om financiële en familiale redenen moest hij die studies opgeven en werd hij een tijdje beambte in het Ministerie van Financiën te Brussel. Door bemiddeling van H. Delecourt werd Stallaert er in 1850 archivaris van de burgerlijke godshuizen, waar hij een aantal Nederlandstalige oorkonden ontdekte. Vanaf 1854 was hij leraar Nederlands aan het Koninklijk Atheneum en later ook aan de Militaire School. Vanaf 1857 was hij lid van de Maatschappij te Leiden en twee jaar later werd hij ook lid van het Comité flamand de France. In de Spellingcommissie stond hij de eenheid met het Noorden voor, maar verscheidenheid in de woordenschat. In 1886 verscheen de eerste aflevering van zijn glossarium van verouderde rechtstermen, kunstwoorden en oudere uitdrukkingen uit Vlaamse, Brabantse en Limburgse oorkonden (1886-93). In dat jaar werd Stallaert ook op 15 december verkozen tot lid van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
Bronnen https://nevb.be/wiki/Stallaert,_Karel_F.
NaamVan Droogenbroeck, Jan; Ferguut, Jan
Datums° Sint-Amands, 17/01/1835 - ✝ Schaarbeek, 27/05/1902
GeslachtMannelijk
Beroepauteur; dichter; leraar; muziekleraar; ambtenaar; redacteur
BioJan Van Droogenbroeck was aanvankelijk onderwijzer in Schaarbeek (1855-1870). Vanaf 1870 gaf hij les aan de muziekschool van Schaarbeek en Sint-Joost. In 1877 werd hij ambtenaar aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Hij was een dichter en prozaschrijver die in het begin publiceerde onder het pseudoniem Jan Ferguut. Gezelle droeg aanvankelijk het gedicht Weldadig zonneweer op aan Jan Van Droogenbroeck. In Rijmsnoer liet hij deze opdracht vallen. Van Droogenbroeck had in 1896 de vijfjaarlijkse prijs voor poëzie toegewezen gekregen en niet Gezelle. Hij was medewerker van de tijdschriften De Toekomst en Noord en Zuid en hoofdredacteur van De Zweep.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie
NaamStroobant, Eugeen Edward
Datums° Turnhout, 30/01/1819 - ✝ Brussel, 06/05/1889
GeslachtMannelijk
Beroepletterkundige; politicus
BioNa middelbare studies in Diest werd Stroobant in 1836 notarisklerk in zijn geboortestad en daarna, in 1840, in Brussel. In 1855 werd hij tot notaris benoemd in St.-Pieters-Leeuw, later in Sint-Gillis en vanaf 1874 in Brussel zelf. Daar heeft hij een actieve culturele rol gespeeld (men noemde hem ‘vader Stroobant’), vooral met betrekking tot het Nederlandstalig toneelrepertoire in de hoofdstad. Hij was er voorzitter van de toneelmaatschappij De Wijngaerd en schreef zelf, bewerkte en vertaalde tal van toneelstukken, o.m. het zangspel "Willem Beukels" (1853), samen met S.C.A. Willems. In 1884 werd hij tot volksvertegenwoordiger gekozen, een mandaat dat in 1888 verlengd werd. Hij was van bij de oprichting in 1886 lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde.
Links[odis], [wikipedia]
Relatie tot Gezellelid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde.
Bronnen https://nevb.be/wiki/Stroobant,_Eugeen_E. ; J. Muyldermans, Eugeen-Edward Stroobant. In: Jaarboek der Kon. Vl. Academie voor Taal- en Letterkunde, (1898), p. 143-177
NaamVan Driessche, Emmanuel
Datums° Zele, 24/06/1824 - ✝ Elsene, 24/08/1897
GeslachtMannelijk
Beroepschrijver; politicus; leraar
BioEmmanuel Van Driessche was een Vlaams schrijver en politicus. Hij was leraar Nederlandse letterkunde aan het Koninklijk Atheneum te Brussel tot hij in 1885 met pensioen ging. Hij ging in Elsene wonen, waar hij gemeenteraadslid en schepen werd. Naast toneelstukken schreef hij vooral romantisch en geschiedkundig werk. Hij was een vooraanstaand vrijzinnige en flamingant, en ijverde voor een Vlaamse schouwburg in Brussel.
Links[dbnl]
Bronnen https://nevb.be/wiki/Van_Driessche,_Emmanuel

Naam - plaats

NaamAntwerpen
GemeenteAntwerpen
NaamBrugge
GemeenteBrugge
NaamBrussel
GemeenteBrussel
NaamElsene
GemeenteElsene
NaamGent
GemeenteGent

Naam - instituut/vereniging

NaamDe Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal en Letterkunde
BeschrijvingDit wetenschappelijk genootschap bestudeert en stimuleert de Nederlandse taal- en literatuur. Na een lange voorgeschiedenis werd het opgericht bij Koninklijk Besluit van 8 juli 1886 als Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. De activiteiten omvatten onder meer maandelijkse bijeenkomsten met wetenschappelijke en letterkundige besprekingen, prijsvragen en publicaties. Guido Gezelle was één van de stichtende leden. Dit was een belangrijke erkenning van zijn werk. Hij was betrokken bij verschillende prijsvragen en schonk ook een deel van zijn boeken aan de academie.
Datering1886-heden
Links[wikipedia]

Titel16/10/1887, Brussel, Theofiel Coopman aan [Guido Gezelle]
EditeurRik Van Gorp; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderCoopman, Theofiel
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum16/10/1887
VerzendingsplaatsBrussel (Brussel)
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie; Gezelle stuurde deze brief naar Emiel Demonie voor een reactie. E. Demonie stuurde deze brief samen met zijn reactie terug naar Gezelle zie: brief van E. Demonie aan Guido Gezelle van xx/[0-11/1887]
Gepubliceerd inGezelle-briefwisseling 1: Verzameling archief en museum voor het Vlaamse cultuurleven Antwerpen / door R.F. Lissens. - Antwerpen : De Nederlandsche Boekhandel, 1970, p.35-36
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 208x130
wit, rechthoekig geruit
papiersoort: 3 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Toevoegingen op zijde 1 midden in de bovenrand: Aan G. Gezelle (inkt, hand P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief5908
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|11133
Inhoud
IncipitIk stel voor, in de
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.