<Resultaat 338 van 2074

>

p1
Weledele Heer,

In eene onlangs te Mechelen gehouden bijeenkomst werd besloten eene Maatschappij te stichten, met het doel de wetenschappelijke studie der moedertaal in Zuid-Nederland te bevorderen, en aan de ondergeteekenden de last opgedragen zich tot een beperkt getal beoefenaars der taalkunde in ons land te wenden, om deze te verzoeken hun bij het inrichten van zulk eene vereeniging behulpzaam te wezen, en verder aan hare werkzaamheden te willen deel nemen. Daar uwe warme liefde voor onze schoone taal algemeen bekend is, twijfelen de ondergeteekenden er geenszins aan, of Gij lidmaatschap der nieuwe Maatschappij, hetwelk U bij dezen wordt aangeboden, gelieven te aanvaarden.

De eerste vergadering der Zuidnederlandsche Maatschappij van Taalkunde, welke Gij wordt verzocht met uwe tegenwoordigheid te vereeren, en waarop de grondslagen dier vereeniging zullen worden vastgesteld, zal plaats hebben op ZONDAG 6den FEBRUARI aanstaande, om elf uren des morgens, te Mechelen in het hôtel “de Eenhoorn op de Botermarkt.

Daar de uitgenoodigde personen, die verhinderd mochten zijn de belegde vergadering bij te wonen, slechts als leden der Maatschappij zullen worden beschouwd, indien zij vóór den 6den Februari de aanvaarding van het hun aangeboden lidmaatschap aan eenen der ondergeteekenden zullen hebben gemeld, zoo verlangen deze, wanneer Gij zoudt meenen niet op de eerste zitting te kunnen verschijnen, en er nogtans in toestemt van de Maatschappij deel te maken, hiervan bijtijds bericht te ontvangen.

ln het vaste vertrouwen, dat Gij, zoowel als de ondergeteekenden, overtuigd zijt van het groote nut, dat eene Maatschappij van Nederlandsche taalkunde in Vlaamsch België kan stichten, en Gij derhalve niet zult aarzelen hunne vaderlandsche pogingen te ondersteunen,

bieden zij U de betuiging hunner broederlijke hoogachting aan.
J. Van Beers
Fr. De Cort
J.F. Hendrickx
J.F.J. Heremans
T. Roucourt
L. W. Schuermans

Register

Correspondenten

NaamDe Cort, Frans
Datums° Antwerpen, 21/06/1834 - ✝ Elsene, 18/01/1878
GeslachtMannelijk
Beroepdichter; publicist; ambtenaar; bibliothecaris
BioFrans De Cort volgde middelbaar onderwijs aan het atheneum te Antwerpen en werkte een korte tijd op een handelskantoor. Na een loopbaan als journalist ("De Grondwet" 1857-1858, "De Schelde" 1858) werkte hij in 1860 bij een Antwerpse stoomvaartmaatschappij. Hij verhuisde naar Brussel en werd er in 1861 secretaris van de auditeur-generaal bij de militaire rechtbank. In hetzelfde jaar werd hij de hoofdredacteur van "De Toekomst", een tijdschrift voor onder meer opvoeding, onderwijs en taal- en letterkunde, waar hij in die functie bleef werken tot in 1875. Hij was medeoprichter van het "Nederduitsch Maandschrift" (1862-1863), het tijdschrift waarin Heremans in 1862 de poëzie van Gezelle als on-Nederlands en provincialistisch afkraakte. Als overtuigd liberaal flamingant schreef De Cort strijdbare gedichten, liederen en gevoelige genrestukjes. Hij vertaalde de liederen van Robert Burns en de oden van Horatius.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Bronnen https://nevb.be/wiki/De_Cort,_Frans
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamRoucourt, Theofiel; persoon1581-SchuermansLodewijkWi
Datums° Diest, 16/09/1834 - ✝ Berchem, 25/01/1926
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; auteur; directeur; pastoor; deken
BioTheofiel Roucourt deed zijn middelbare studies te Diest aan het Stedelijk College. Vermoedelijk volgde hij nadien filosofie aan het kleinseminarie te Mechelen (1853-1855) en zijn priesterstudies aan het grootseminarie te Mechelen (1855-1858). Hij werd priester gewijd op 18 september 1858. Daarna werd hij benoemd tot leraar aan het kleinseminarie te Mechelen, waar hij de auteur was van enkele handboeken Nederlandse taal. In 1874 werd hij stichter en eerste directeur van het Sint-Norbertuscollege te Antwerpen. In 1878 werd Theofiel Roucourt benoemd tot pastoor op de Sint-Willibrordusparochie te Antwerpen, en in 1895 tot deken van het 2de district te Antwerpen. Hij had een wezenlijke bijdrage in de ontwikkeling van dit stadsdeel onder meer in de bouw van het Sint-Willibrorduslokaal, de oprichting van de nieuwe Sint-Hubertusparochie in 1899, de stichting van het Sint-Stanislascollege in 1903, de stichting van het Pensionnat des Dames de la Sainte Famille in 1905, de oprichting van het Sint-Edmondusinstituut te Zurenborg en de oprichting van de nieuwe Sint-Theresiaparochie. Als deken was hij tevens voorzitter van de Commissie der Burgerlijke Godshuizen (1878-1905). Onder zijn bestuur werd in 1903 gestart met de bouw van het Mariagasthuis te Berchem. Hij was tevens lid en bestuurslid van diverse taalkundige genootschappen waaronder het Taal- en Letterlievend Genootschap 'Met Tijd en Vlijt' te Leuven en de Zuid-Nederlandsche Maatschappij voor Taalkunde. Vanuit 'Met Tijd en Vlijt' was hij medeoprichter van de Davidsfondsafdeling te Antwerpen (1875). Roucourt was ook enkele jaren lid van het hoofdbestuur van Davidsfonds (1878-1881).
Relatie tot Gezellecorrespondent
NaamSchuermans, Lodewijk Willem
Datums° Kampenhout, 26/01/1821 - ✝ Wilsele, 30/08/1891
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; onderpastoor; pastoor; auteur
BioLodewijk Schuermans volgde vanaf 08/05/1843 de priesteropleiding aan het grootseminarie te Mechelen. Op 20/12/1845 werd hij priester gewijd. Hij was onderpastoor van de parochie Sint-Martinus te Melsbroek van 30/12/1845 tot 23/04/1852 en vervolgens van het Groot Begijnhof te Leuven tot 25/09/1868. Vanaf dan was hij pastoor van de Sint-Martinusparochie te Wilsele. Zijn interesse voor en activiteit op het vlak van de taalkunde weerspiegelt zich in zijn taalkundige bijdragen die hij, naast de vele artikels rond religieuze en heemkundige thema’s, in verschillende tijdschriften publiceerde, zoals "Eenparigheid in de spelling onzer nederduitsche tael" (Leuven, 1862), "Nicolaas van Winghe en de Vlaamse bijbelvertaling" (Leuven, 1863), "Vlaamsche schrijvers der oude Hogeschool te Leuven" (Leuven, 1863). Op 20/12/1863 sprak hij de redevoering "Belgen zijt aan uwe Vlaamsche taal gehecht uit liefde voor ’s vaderlands onafhankelijkheid" uit tijdens de jaarzitting van Met Tijd en Vlijt. Het bekendst is hij wegens de samenstelling van zijn "Algemeen Vlaamsch Idioticon", uitgegeven door Met Tijd en Vlijt te Leuven, 1865-1870.
Links[odis], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
Bronnen https://nevb.be/wiki/Schuermans,_Lodewijk_W.

Briefschrijver

NaamDe Cort, Frans
Datums° Antwerpen, 21/06/1834 - ✝ Elsene, 18/01/1878
GeslachtMannelijk
Beroepdichter; publicist; ambtenaar; bibliothecaris
BioFrans De Cort volgde middelbaar onderwijs aan het atheneum te Antwerpen en werkte een korte tijd op een handelskantoor. Na een loopbaan als journalist ("De Grondwet" 1857-1858, "De Schelde" 1858) werkte hij in 1860 bij een Antwerpse stoomvaartmaatschappij. Hij verhuisde naar Brussel en werd er in 1861 secretaris van de auditeur-generaal bij de militaire rechtbank. In hetzelfde jaar werd hij de hoofdredacteur van "De Toekomst", een tijdschrift voor onder meer opvoeding, onderwijs en taal- en letterkunde, waar hij in die functie bleef werken tot in 1875. Hij was medeoprichter van het "Nederduitsch Maandschrift" (1862-1863), het tijdschrift waarin Heremans in 1862 de poëzie van Gezelle als on-Nederlands en provincialistisch afkraakte. Als overtuigd liberaal flamingant schreef De Cort strijdbare gedichten, liederen en gevoelige genrestukjes. Hij vertaalde de liederen van Robert Burns en de oden van Horatius.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Bronnen https://nevb.be/wiki/De_Cort,_Frans
NaamRoucourt, Theofiel; persoon1581-SchuermansLodewijkWi
Datums° Diest, 16/09/1834 - ✝ Berchem, 25/01/1926
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; auteur; directeur; pastoor; deken
BioTheofiel Roucourt deed zijn middelbare studies te Diest aan het Stedelijk College. Vermoedelijk volgde hij nadien filosofie aan het kleinseminarie te Mechelen (1853-1855) en zijn priesterstudies aan het grootseminarie te Mechelen (1855-1858). Hij werd priester gewijd op 18 september 1858. Daarna werd hij benoemd tot leraar aan het kleinseminarie te Mechelen, waar hij de auteur was van enkele handboeken Nederlandse taal. In 1874 werd hij stichter en eerste directeur van het Sint-Norbertuscollege te Antwerpen. In 1878 werd Theofiel Roucourt benoemd tot pastoor op de Sint-Willibrordusparochie te Antwerpen, en in 1895 tot deken van het 2de district te Antwerpen. Hij had een wezenlijke bijdrage in de ontwikkeling van dit stadsdeel onder meer in de bouw van het Sint-Willibrorduslokaal, de oprichting van de nieuwe Sint-Hubertusparochie in 1899, de stichting van het Sint-Stanislascollege in 1903, de stichting van het Pensionnat des Dames de la Sainte Famille in 1905, de oprichting van het Sint-Edmondusinstituut te Zurenborg en de oprichting van de nieuwe Sint-Theresiaparochie. Als deken was hij tevens voorzitter van de Commissie der Burgerlijke Godshuizen (1878-1905). Onder zijn bestuur werd in 1903 gestart met de bouw van het Mariagasthuis te Berchem. Hij was tevens lid en bestuurslid van diverse taalkundige genootschappen waaronder het Taal- en Letterlievend Genootschap 'Met Tijd en Vlijt' te Leuven en de Zuid-Nederlandsche Maatschappij voor Taalkunde. Vanuit 'Met Tijd en Vlijt' was hij medeoprichter van de Davidsfondsafdeling te Antwerpen (1875). Roucourt was ook enkele jaren lid van het hoofdbestuur van Davidsfonds (1878-1881).
Relatie tot Gezellecorrespondent
NaamSchuermans, Lodewijk Willem
Datums° Kampenhout, 26/01/1821 - ✝ Wilsele, 30/08/1891
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; onderpastoor; pastoor; auteur
BioLodewijk Schuermans volgde vanaf 08/05/1843 de priesteropleiding aan het grootseminarie te Mechelen. Op 20/12/1845 werd hij priester gewijd. Hij was onderpastoor van de parochie Sint-Martinus te Melsbroek van 30/12/1845 tot 23/04/1852 en vervolgens van het Groot Begijnhof te Leuven tot 25/09/1868. Vanaf dan was hij pastoor van de Sint-Martinusparochie te Wilsele. Zijn interesse voor en activiteit op het vlak van de taalkunde weerspiegelt zich in zijn taalkundige bijdragen die hij, naast de vele artikels rond religieuze en heemkundige thema’s, in verschillende tijdschriften publiceerde, zoals "Eenparigheid in de spelling onzer nederduitsche tael" (Leuven, 1862), "Nicolaas van Winghe en de Vlaamse bijbelvertaling" (Leuven, 1863), "Vlaamsche schrijvers der oude Hogeschool te Leuven" (Leuven, 1863). Op 20/12/1863 sprak hij de redevoering "Belgen zijt aan uwe Vlaamsche taal gehecht uit liefde voor ’s vaderlands onafhankelijkheid" uit tijdens de jaarzitting van Met Tijd en Vlijt. Het bekendst is hij wegens de samenstelling van zijn "Algemeen Vlaamsch Idioticon", uitgegeven door Met Tijd en Vlijt te Leuven, 1865-1870.
Links[odis], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
Bronnen https://nevb.be/wiki/Schuermans,_Lodewijk_W.

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamMechelen
GemeenteMechelen

Naam - persoon

NaamDe Cort, Frans
Datums° Antwerpen, 21/06/1834 - ✝ Elsene, 18/01/1878
GeslachtMannelijk
Beroepdichter; publicist; ambtenaar; bibliothecaris
BioFrans De Cort volgde middelbaar onderwijs aan het atheneum te Antwerpen en werkte een korte tijd op een handelskantoor. Na een loopbaan als journalist ("De Grondwet" 1857-1858, "De Schelde" 1858) werkte hij in 1860 bij een Antwerpse stoomvaartmaatschappij. Hij verhuisde naar Brussel en werd er in 1861 secretaris van de auditeur-generaal bij de militaire rechtbank. In hetzelfde jaar werd hij de hoofdredacteur van "De Toekomst", een tijdschrift voor onder meer opvoeding, onderwijs en taal- en letterkunde, waar hij in die functie bleef werken tot in 1875. Hij was medeoprichter van het "Nederduitsch Maandschrift" (1862-1863), het tijdschrift waarin Heremans in 1862 de poëzie van Gezelle als on-Nederlands en provincialistisch afkraakte. Als overtuigd liberaal flamingant schreef De Cort strijdbare gedichten, liederen en gevoelige genrestukjes. Hij vertaalde de liederen van Robert Burns en de oden van Horatius.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Bronnen https://nevb.be/wiki/De_Cort,_Frans
NaamHendrickx, Joannes Franciscus
Datums° Turnhout, 08/10/1830 - ✝ Balen, 28/12/1892
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; onderpastoor; pastoor
BioHendrickx studeerde vanaf 1 oktober 1852 aan het grootseminarie te Mechelen en werd er tot priester gewijd op 22 december 1855. Hij was onderpastoor op de parochie Sint-Gillis (18 oktober 1856 - 25 juli 1866) en te Wilsele (25 juli 1866 - 20 oktober 1879). Daarna was hij pastoor te Tremelo (20 oktober 1879 - 25 juni 1887) en te Balen (25 juni 1887 - 28 december 1892). Op de taalcongressen (1870 en 1872) pleitte hij voor de oprichting van één Academie voor de Nederlandse Taal voor Noord en Zuid, met een eenheidsspelling tot doel. J. F. Hendrickx was ook medeoprichter van het Davidsfonds op 15 januari 1875. Hij was eveneens de vertaler en mede-auteur van “Alph. J. L. Jacobs, Description archeologique de Loonbeek” (1873).
Links[odis]
BronnenDe Vlaamsche School 18 (1872); Handelingen van het elfde Nederlandsch taal- en letterkundig congres 6-7-8 sept. 1869
NaamHeremans, Jacob Frans Johan
Datums° Antwerpen, 28/01/1825 - ✝ Gent, 13/03/1884
GeslachtMannelijk
Beroephulpbibliothecaris; leraar; politicus; hoogleraar; criticus
BioJacob Heremans volgde middelbaar onderwijs aan het atheneum te Antwerpen (1837-1843). Vanaf 1 april 1843 was hij hulpbibliothecaris van de Antwerpse stadsbibliotheek. Hij werd leraar aan het college van Pitzemburg te Mechelen (1844) en aan het Gentse atheneum (1845). In 1854 werd hij aangesteld als docent Nederlandse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Gent. Hij was literair actief, schreef literaire kritieken in tal van tijdschriften en was medestichter van "Het Taelverbond" (1845), "De Eendragt" (1846), "Leesmuseum" (1856), "De Toekomst" (1857) en het "Nederlandsch Museum" (1874). Als criticus stond hij afwijzend t.o.v. het werk van Guido Gezelle. Door zijn literaire activiteiten werd Heremans lid van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden, lid van de Académie royale de Belgique en van de Koninklijke Academie van Wetenschappen te Amsterdam. Heremans was Groot-Nederlander en sprak principieel Nederlands als liberaal politicus in provincie en gemeenteraad.
Links[wikipedia], [dbnl]
Bronnen https://nevb.be/wiki/Heremans,_Jacob_F.J.
NaamRoucourt, Theofiel; persoon1581-SchuermansLodewijkWi
Datums° Diest, 16/09/1834 - ✝ Berchem, 25/01/1926
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; auteur; directeur; pastoor; deken
BioTheofiel Roucourt deed zijn middelbare studies te Diest aan het Stedelijk College. Vermoedelijk volgde hij nadien filosofie aan het kleinseminarie te Mechelen (1853-1855) en zijn priesterstudies aan het grootseminarie te Mechelen (1855-1858). Hij werd priester gewijd op 18 september 1858. Daarna werd hij benoemd tot leraar aan het kleinseminarie te Mechelen, waar hij de auteur was van enkele handboeken Nederlandse taal. In 1874 werd hij stichter en eerste directeur van het Sint-Norbertuscollege te Antwerpen. In 1878 werd Theofiel Roucourt benoemd tot pastoor op de Sint-Willibrordusparochie te Antwerpen, en in 1895 tot deken van het 2de district te Antwerpen. Hij had een wezenlijke bijdrage in de ontwikkeling van dit stadsdeel onder meer in de bouw van het Sint-Willibrorduslokaal, de oprichting van de nieuwe Sint-Hubertusparochie in 1899, de stichting van het Sint-Stanislascollege in 1903, de stichting van het Pensionnat des Dames de la Sainte Famille in 1905, de oprichting van het Sint-Edmondusinstituut te Zurenborg en de oprichting van de nieuwe Sint-Theresiaparochie. Als deken was hij tevens voorzitter van de Commissie der Burgerlijke Godshuizen (1878-1905). Onder zijn bestuur werd in 1903 gestart met de bouw van het Mariagasthuis te Berchem. Hij was tevens lid en bestuurslid van diverse taalkundige genootschappen waaronder het Taal- en Letterlievend Genootschap 'Met Tijd en Vlijt' te Leuven en de Zuid-Nederlandsche Maatschappij voor Taalkunde. Vanuit 'Met Tijd en Vlijt' was hij medeoprichter van de Davidsfondsafdeling te Antwerpen (1875). Roucourt was ook enkele jaren lid van het hoofdbestuur van Davidsfonds (1878-1881).
Relatie tot Gezellecorrespondent
NaamSchuermans, Lodewijk Willem
Datums° Kampenhout, 26/01/1821 - ✝ Wilsele, 30/08/1891
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; onderpastoor; pastoor; auteur
BioLodewijk Schuermans volgde vanaf 08/05/1843 de priesteropleiding aan het grootseminarie te Mechelen. Op 20/12/1845 werd hij priester gewijd. Hij was onderpastoor van de parochie Sint-Martinus te Melsbroek van 30/12/1845 tot 23/04/1852 en vervolgens van het Groot Begijnhof te Leuven tot 25/09/1868. Vanaf dan was hij pastoor van de Sint-Martinusparochie te Wilsele. Zijn interesse voor en activiteit op het vlak van de taalkunde weerspiegelt zich in zijn taalkundige bijdragen die hij, naast de vele artikels rond religieuze en heemkundige thema’s, in verschillende tijdschriften publiceerde, zoals "Eenparigheid in de spelling onzer nederduitsche tael" (Leuven, 1862), "Nicolaas van Winghe en de Vlaamse bijbelvertaling" (Leuven, 1863), "Vlaamsche schrijvers der oude Hogeschool te Leuven" (Leuven, 1863). Op 20/12/1863 sprak hij de redevoering "Belgen zijt aan uwe Vlaamsche taal gehecht uit liefde voor ’s vaderlands onafhankelijkheid" uit tijdens de jaarzitting van Met Tijd en Vlijt. Het bekendst is hij wegens de samenstelling van zijn "Algemeen Vlaamsch Idioticon", uitgegeven door Met Tijd en Vlijt te Leuven, 1865-1870.
Links[odis], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
Bronnen https://nevb.be/wiki/Schuermans,_Lodewijk_W.
NaamVan Beers, Jan
Datums° Antwerpen, 22/02/1821 - ✝ Antwerpen, 14/11/1888
GeslachtMannelijk
Beroepleraar; onderbibliothecaris; dichter; letterkundige
BioJan Van Beers studeerde aan Klein Seminarie te Mechelen (1833-1841). Hij schreef er zijn eerste gedichten in het Frans. Hij werd leraar aan het college te Mechelen en onderbibliothecaris in de stedelijke bibliotheek te Antwerpen (1844-1849). Vanaf 1849 gaf hij Nederlands aan de Rijksnormaalschool te Lier en in 1860 werd hij leraar aan het Koninklijk Atheneum te Antwerpen. Hij was actief in de Vlaamse beweging en nam in het geheim deel aan de activiteiten van “De Olijftak” en het letterkundig genootschap “Het Heilig Verbond”. Als dichter publiceerde hij in 1853 zijn eerste bundel “Jongelingsdroomen”. Andere bundels zijn “Levensbeelden” (1858), “Gevoel en leven” (1869) en “Rijzende blaren” (1884). Voor “Rijzende blaren” ontving hij de vijfjaarlijkse staatsprijs voor letterkunde.
Links[wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van Koninklijke Vlaamse Academie
Bronnen https://schrijversgewijs.be/schrijvers/van-beers-jan/

Naam - plaats

NaamMechelen
GemeenteMechelen

Naam - instituut/vereniging

NaamZuidnederlandsche Maatschappij van Taalkunde
NaamKoninklijke Zuid-Nederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis
BeschrijvingDe Koninklijke Zuid-Nederlandse Maatschappij voor Taal-, Letterkunde en Geschiedenis werd op 6 februari 1870 te Mechelen opgericht als een Maatschappij met als programma "de wetenschappelijke studie der moedertaal in Zuid-Nederland te bevorderen". Al spoedig werd naast de sectie ‘Taalkunde’ de secties ‘Literatuurstudie’ en 'Geschiedenis’ toegevoegd. Later in 1950 kwam er nog de sectie ‘Klassieke Studies’ bij.
Datering1870-heden

Titel15/01/1870, Mechelen, Koninklijke Zuid-Nederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis aan [Guido Gezelle]
EditeurStefaan Maes
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderVan Beers, Johannes,
VerzenderDe Cort, Frans
VerzenderHendrickx, J.F.,
VerzenderHeremans, J.F.J.,
VerzenderRoucourt, Theofiel
VerzenderSchuermans, Lodewijk Willem
VerzenderKoninklijke Zuid-Nederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum15/01/1870
VerzendingsplaatsMechelen (Mechelen)
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van de brief van Theofiel Roucourt aan G.G. van 16/02/1870.
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 278x216
wit
papiersoort: 1 zijde bedrukt, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden circulaire: vraag tot toetreding tot de Zuidnederlandsche Mij. van Taalkunde en uitnodiging tot bijwonen van de eerste vergadering
Toevoegingen op blanco zijde 4 linksboven in de zijrand: 15 Jan. (potlood, verticaal)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief4872
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|11196
Inhoud
IncipitIn eene onlangs te Mechelen besloten bijeenkomst werd besloten eene Maat-
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.