Mijnheer & geachte vriend
Ik zou geern eens een ure twee drie bij u zijn om mijnen opstel vooren te lezen aangaande de beesten. 't slacht[1] de schrifture, die materie is voor mij duister op vele plaatsen en 'k zou wenschen mijn weverslamptje aan uwen fakkel te aansteken.[2] Laat mij weten wat voor dag ik u zou kunnen t'huis vinden en — utile punctum![3] — wees dan zoo goed van het zelve niet te vergeten. 'K zou komen met 't konvooi[4] van ten tween
Aanveerd, Mijnheer Gezelle, de verzekering mijner achting & genegenheid
Dr Chs de Gheldere
Couckelaere 5/12.78
Indien Maandag[5] aanstaande u past, laat mij de mare. Ça ferait mon affaire.