…
Toutes les pièces de ce recueil et tous les ouvrages de Pierre de Backer (Bacherius) portés sur la liste du Père Gequière (à l’exception du petit volume de Myleman, imprimé par B. Manilius, 1664), sont à la Bibliothèque de l’ Université de Gand
< | Resultaat 566 van 2308 | > |
---|
…
Toutes les pièces de ce recueil et tous les ouvrages de Pierre de Backer (Bacherius) portés sur la liste du Père Gequière (à l’exception du petit volume de Myleman, imprimé par B. Manilius, 1664), sont à la Bibliothèque de l’ Université de Gand
Naam | Gezelle, Guido; Loquela; Spoker |
---|---|
Datums | ° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899 |
Geslacht | Mannelijk |
Beroep | priester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist |
Bio | Guido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd. |
Links | [odis], [wikipedia], [dbnl] |
Naam | Vander Haeghen, Ferdinand |
---|---|
Datums | ° Gent, 16/10/1830 - ✝ Gent, 22/01/1913 |
Geslacht | Mannelijk |
Beroep | bibliothecaris; bibliograaf; gemeenteraadslid; grondeigenaar |
Bio | Ferdinand was de zoon van Desiderius Vander Haeghen, drukker-uitgever van "Gazette van Gent". Hij was een echte bibliofiel en werd bibliothecaris van de universiteit Gent (1869-1911). Hij woonde op het kasteel Maelte te Sint-Denijs-Westrem, waar Gezelle op bezoek kwam. Hij was gebeten door geschiedenis en publiceerde ook de enorme "Bibliographie Gantoise" (1858-1869). Hij startte in 1859 met de collectie 'Vliegende Bladen', een enorme verzameling losse documenten. Hij verzamelde Gentse drukken en in 1872 werd zijn collectie inclusief handschriften ondergebracht in de Gentse universiteitsbibliotheek. Hij was ook een Gents liberaal gemeenteraadslid (1863-1872). Vanaf 1886 was hij lid van Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en letterkunde. |
Links | [wikipedia] |
Relatie tot Gezelle | correspondent; aanvrager gelegenheidsgedicht; stichtend lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en LetterkundeKoninklijke Vlaamse Academie |
Naam | Vander Haeghen, Ferdinand |
---|---|
Datums | ° Gent, 16/10/1830 - ✝ Gent, 22/01/1913 |
Geslacht | Mannelijk |
Beroep | bibliothecaris; bibliograaf; gemeenteraadslid; grondeigenaar |
Bio | Ferdinand was de zoon van Desiderius Vander Haeghen, drukker-uitgever van "Gazette van Gent". Hij was een echte bibliofiel en werd bibliothecaris van de universiteit Gent (1869-1911). Hij woonde op het kasteel Maelte te Sint-Denijs-Westrem, waar Gezelle op bezoek kwam. Hij was gebeten door geschiedenis en publiceerde ook de enorme "Bibliographie Gantoise" (1858-1869). Hij startte in 1859 met de collectie 'Vliegende Bladen', een enorme verzameling losse documenten. Hij verzamelde Gentse drukken en in 1872 werd zijn collectie inclusief handschriften ondergebracht in de Gentse universiteitsbibliotheek. Hij was ook een Gents liberaal gemeenteraadslid (1863-1872). Vanaf 1886 was hij lid van Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en letterkunde. |
Links | [wikipedia] |
Relatie tot Gezelle | correspondent; aanvrager gelegenheidsgedicht; stichtend lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en LetterkundeKoninklijke Vlaamse Academie |
Naam | Gezelle, Guido; Loquela; Spoker |
---|---|
Datums | ° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899 |
Geslacht | Mannelijk |
Beroep | priester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist |
Bio | Guido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd. |
Links | [odis], [wikipedia], [dbnl] |
Naam | Ghequiere, Augustinus Marcellus; Père Jacobus Maria |
---|---|
Datums | ° Rollegem, 12/02/1856 - ✝ Brussel, 18/05/1914 |
Geslacht | Mannelijk |
Beroep | dominicaan; priester; auteur |
Bio | Augustinus Ghequiere trad toe in de Orde van de Dominicanen en begon het noviciaat in het Dominikanenklooster van La Sarte - Hoei op 2 oktober 1877. Hij legde daar zijn eerste geloften af op 15 oktober 1878 en zijn eeuwige geloften op 15 oktober 1881 in het klooster te Leuven. Zijn kloosternaam was Jacobus Maria. Zijn priesterwijding ontving hij op 23 december 1882. Verder was hij werkend lid bij de Dominicanen - Belgische Provincie, van 15 oktober 1878 tot 6 juli 1902. In 1902 trad hij uit de Orde omwille van onbekende moeilijkheden. Hij bekwam op 6 juli 1902 een secularisatie-indult en won een proces tegen de Orde. Hij was de auteur van volgende werken en artikels: "Iets over Sint-Elmo, (dat is: zalige Petrus Gonzales) Preekheer, Patroon der schippers" (Leuven 1882), "Leven van Fra Angelico van de Orde van de H. Dominicus" (Brugge 1884), "Iets over de zalige Margriete van Ieper, Preekheeres" (Leuven 1885), "Het wondere leven van den heiligen Vincentius Ferrerius der Predikheren-orde" (Brugge 1894), "De zalige Margriete van Ieper, derde-ordelingen van den H. Dominicus" (artikel in de "Rozenkrans" 1885) en "De moeder Gods en de H. Vincentius Ferrerius" (artikel in "De Rozenkrans" 1894). Hij vertaalde ook H. Iweins uit het Frans: "Koord van den heiligen Thomas van Aquinen of Engelachtigen Strijd" (Leuven 1893). |
Links | [odis] |
Relatie tot Gezelle | correspondent; katholieke studenten |
Bronnen | Familiemagazine G(h)ekiere – G(h)esquiere en aanverwante schrijfwijzen: nr. 9, (maart 1995) 9 Claude Gekiere, 25 verbazend opmerkelijke verhalen van 25 gedenkwaardige naamgenoten. In: Familiekundetijdschrift Deinze: (2018). |
Naam | de Backer, Pierre; Bacherius, Petrus |
---|---|
Datums | ° Gent, 1517 - ✝ Gent, 12/02/1601 |
Geslacht | Mannelijk |
Beroep | dichter; monnik; redenaar; taalkundige; hoogleraar; auteur |
Verblijfplaats | Nederland |
Bio | Pierre de Backere, pseudoniem Petrus Bacherius, werd benoemd in 1548 tot hoogleraar in de Godsgeleerdheid aan de Universiteit van Leuven. Als prediker was hij actief gedurende bijna zestig jaar in Brussel, Antwerpen, Gent, Leuven, 's Gravenhage, Dordrecht, Kalkar en Kleef. Op verschillende van deze plaatsen werd hij ook prior van zijn orde. In 1560 werd hij inquisiteur van het geloof en ging in deze functie in zijn preken hevig tekeer tegen de gereformeerden. Hij werd verbannen door de protestanten uit Gent, waarnaar hij pas kon terugkeren na de herovering van de stad door Farnèse in 1584-1585. Hij had een goede kennis van Latijn en Grieks en schreef diverse werken doordrenkt met poëzie. |
Links | [dbnl] |
Bronnen | https://estampesdominicaines.com/non-saints/bacher-francois-pierre/ |
Naam | Univeristeitsbibliotheek Gent |
---|---|
Beschrijving | De Universiteitsbibliotheek Gent opende kort na de stichting van de Universiteit Gent in 1817. Geconfisqueerde boeken uit de Franse overheersing (1794-1815) werden aan de bibliotheek geschonken. Tegenwoordig bestaat de collectie uit meer dan 3 miljoen werken, waarvan een deel tot het culturele erfgoed behoort, bijvoorbeeld de middeleeuwse werken Walewein en het schaakbord en de Vita Beatricis. Sinds 2007 wordt i.s.m. het Google Book Search-project een belangrijk deel van de collectie online beschikbaar gesteld. De universiteitsbibliotheek is sinds 1942 ondergebracht in de Boekentoren, een opvallend gebouw ontworpen door de Belgische architect Henry Van de Velde. |
Datering | 1817-heden |
Links | [wikipedia] |