Heb Gaz. v. K. ontvangen en gulzig de Maren gelezen. Dank u.
Artikel Gans[1] uiterlijk bont en gezond.
Te Beveren [2] bij Harelbeke langs de kalsie[3] is er een gehuchte dat het Ganze-paneel[4] heet, met herbergen, winkels, smisse, kloefkapperij (in mijn kinderjaren was 't eene school), armehuizen[5] en eenen waterput, de grootte van een kerkhof, waar men vischt en zwemt in den zomer, en schaverdijnt[6] in den winter. Hij woont op het Ganzepaneel. De smisse van 't Ganzepaneel. Gaan zwemmen naar 't Ganzepaneel. Die waterput heet het gewad (= wed, abreuvoir[7]). Hij is versmoord in 't gewad van ’t Ganzepaneel, zie Ganzendonk = ganzenbroek. zie R.d.H. 1874, bl. 271[8]
Wegens[9] Anna Biins, je moest het handschrift van Eug. Van Damme[10] trachten te krijgen, en met de hollandsche uitgave vergelijken: ik vermoede dat de spelling niet overeenstemt.
…