<Resultaat 675 van 2074

>

p1Geloofd zij Jesus Christus!
Goede Heer,

Ik kom vol betrouwen U eenige vlaamsche verzen vragen voor Masoeur Overstens feestdag[1] Gij weet weet[2] immers dat tante[3] zooveel aan uwe schoone verzen houdt; altijd maken zij de kroon van ons feestje uit.

Als ‘t u belieft, Mynheer denp2Onderpastor, als ‘t u belieft, maak toch en’twat; myne medezusters en ik zullen u zeer dankbaar zyn.

In dat zoet betrouwen dank ik u duizendmaal op voorhand.

Hertelyken groet
Zr Salomé - .
Sint Eloy[4] 26 8ber / 83.
*p2

Noten

[1] De naamdag van Zuster Stanislas viel op 13 november (Sint Stanislas Kotska). Gezelle maakte jaarlijks een gedicht voor haar feestdag, die ze in een album bewaarde. Het gedicht van 1883 is niet bewaard.
[2] Sic.
[3] Overste Marie-Stanislas was een zuster van haar moeder.
[4] Betreft de St-Elooisparochie te Kortrijk (Overleie), waar het Klooster van Sint-Jansput gelegen was.
Leeren handschoen makenz. Zie. handschoe Zie.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamVerbanck, Maria Euphemia; Salomé (zuster)
Datums° Zarren, 27/12/1855 - ✝ Kortrijk, 17/12/1932
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; overste
BioMaria Euphemia werd geboren in Zarren op 27 december 1855 als dochter van Pierre Leopold Verbanck en Marie Thérèse Vangillewe. Haar moeder was de zuster van Octavie Vangillewe, die onder de kloosternaam Marie-Stanislas overste was van het klooster van Sint-Jansput op de wijk Overleie te Kortrijk. Ze trad net als haar tante in bij de zusters van Liefde van Heule en kreeg de kloosternaam zuster Salomé. Ze volgde haar tante op in 1891 als overste van Sint-Jansput. Ze had contact met Guido Gezelle over een gelegenheidsgedicht voor het naamfeest van haar tante. Ze overleed in Kortrijk op 17 december 1932
Relatie tot Gezellecorrespondent, aanvrager gelegenheidsgedicht
Bronnen https://nl.geneanet.org; kloosterarchief Heule

Briefschrijver

NaamVerbanck, Maria Euphemia; Salomé (zuster)
Datums° Zarren, 27/12/1855 - ✝ Kortrijk, 17/12/1932
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; overste
BioMaria Euphemia werd geboren in Zarren op 27 december 1855 als dochter van Pierre Leopold Verbanck en Marie Thérèse Vangillewe. Haar moeder was de zuster van Octavie Vangillewe, die onder de kloosternaam Marie-Stanislas overste was van het klooster van Sint-Jansput op de wijk Overleie te Kortrijk. Ze trad net als haar tante in bij de zusters van Liefde van Heule en kreeg de kloosternaam zuster Salomé. Ze volgde haar tante op in 1891 als overste van Sint-Jansput. Ze had contact met Guido Gezelle over een gelegenheidsgedicht voor het naamfeest van haar tante. Ze overleed in Kortrijk op 17 december 1932
Relatie tot Gezellecorrespondent, aanvrager gelegenheidsgedicht
Bronnen https://nl.geneanet.org; kloosterarchief Heule

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamKortrijk
GemeenteKortrijk

Naam - persoon

NaamVan Gillewe, Octavie; Zuster Marie-Stanislas
Datums° Zarren, 03/11/1836 - ✝ Kortrijk, 12/05/1891
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; kloosteroverste
BioOctavie Van Gillewe werd geboren te Zarren op 3 november 1836 als de dochter van herbergier Carolus Van Gillewe (°Hooglede, 18/11/1782) en Barbara Constantia Tuytten (°Zarren, 22/02/1796). Ze trad in bij de Zusters van Liefde te Heule in 1857 en werd geprofest in 1859. Haar kloosternaam was Marie-Stanislas. Op 19 augustus 1871 werd ze aangesteld als overste van het bijhuis in de Kortrijkse wijk Overleie, het Klooster van Sint-Jansput op de Sint-Elooisparochie waaraan ook een school verbonden was. Gezelle had een nauwe band met haar en de instellingen. Hij dichtte tal van gelegenheidsgedichten zoals 'Uw feestdag moeder Euverste, is' en 'Jubilé was rust te zeggen' waarvan ze een afschrift bewaarde in een album. Ze overleed in 1891 en werd opgevolgd door haar nicht Zuster Salomé..
Relatie tot Gezellecorrespondent; gelegenheidsgedichten
NaamVerbanck, Maria Euphemia; Salomé (zuster)
Datums° Zarren, 27/12/1855 - ✝ Kortrijk, 17/12/1932
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; overste
BioMaria Euphemia werd geboren in Zarren op 27 december 1855 als dochter van Pierre Leopold Verbanck en Marie Thérèse Vangillewe. Haar moeder was de zuster van Octavie Vangillewe, die onder de kloosternaam Marie-Stanislas overste was van het klooster van Sint-Jansput op de wijk Overleie te Kortrijk. Ze trad net als haar tante in bij de zusters van Liefde van Heule en kreeg de kloosternaam zuster Salomé. Ze volgde haar tante op in 1891 als overste van Sint-Jansput. Ze had contact met Guido Gezelle over een gelegenheidsgedicht voor het naamfeest van haar tante. Ze overleed in Kortrijk op 17 december 1932
Relatie tot Gezellecorrespondent, aanvrager gelegenheidsgedicht
Bronnen https://nl.geneanet.org; kloosterarchief Heule

Naam - plaats

NaamKortrijk
GemeenteKortrijk

Naam - instituut/vereniging

NaamCongregatie van de Zusters van liefde Heule, bijhuis Sint-Jansput Kortrijk
BeschrijvingOp 17 augustus 1871 stichtten de Zusters van Liefde uit Heule een bijhuis in de Kortrijkse wijk Overleie, vernoemd naar de locatie Sint-Jansput. Bij het klooster hoorde ook een meisjesschool. In feite ging het om een overname van een school die in 1842 gesticht was door de Dames van Sint-Niklaas. Behalve onderwijs was er ook een nauwe band met de jonge Sint-Elooisparochie. In 1906 verhuisde het klooster naar de Rekollettenstraat 48, waar het nog altijd gevestigd is.
Datering1871-heden
Links[odis]

Titel - gedicht van Guido Gezelle

Titelonbekend

Indextermen

Briefontvanger

Gezelle, Guido

Briefschrijver

Verbanck, Maria Euphemia

Correspondenten

Gezelle, Guido
Verbanck, Maria Euphemia

Naam - instituut/vereniging

Congregatie van de Zusters van liefde Heule, bijhuis Sint-Jansput Kortrijk

Naam - persoon

Van Gillewe, Octavie
Verbanck, Maria Euphemia

Naam - plaats

Kortrijk

Plaats van verzending

Kortrijk

Titel - gedicht van Guido Gezelle

onbekend

Titel26/10/1883, [Kortrijk], (Zuster) Salomé aan [Guido Gezelle]
EditeurKoen Calis; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderVerbanck, Maria Euphemia
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum26/10/1883
VerzendingsplaatsKortrijk (Kortrijk)
AnnotatieBriefversie van datering: Sint Eloy, 26 8ber / 83 ; adressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie; plaats gereconstrueerd op basis van de brieftekst.
Fysieke bijzonderheden
Drager enkel vel, 131x101
wit, rechthoekig geruit
papiersoort: 2 zijden beschreven, purperen inkt
Staat volledig
Toevoegingen op zijde 1 linksboven: Aan G. Gezelle; idem rechtsboven: 26/10 1883 (inkt, beide hand P.A.); op zijde 2 onderaan: notities Woordentas (inkt, omgekeerd, hand G.G.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief5366
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|11675
Inhoud
IncipitIk kom vol be-
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.