Hiernevens de drukproeve van het Schrijverke, uiterst lief stukje, waarbij (bl. 48) ik mij veroorloofd heb eenige woordekens bij te voegen als uitleg voor onze jonge studenten. Zij zoo goed van die nota’s (vooral die op kabotseken[1]) ook eens te lezen, en er in te veranderen al wat gij wilt. Meent gij ook dat kabotseken door het Latijn capere uit te leggen is?
Zouden wij de woorden wat zien ik, blomke, windtje, bladtje niet mogen veranderen in wat zie ik, bloemke, windje, bladje?[2] Zoo mocht nota 7 van bl. 48 wegvallen? – Wij zullen doen wat gij verkiest.
te Aarschot
Gelief de proeve seffens weer te zenden. Voor uw meerder gemak, zet, als ge wilt, uw antwoord maar op de drukproeve zelf: ‘k heb er nog eene andere voor den drukker.