<Resultaat 694 van 2074

>

p1
Eerweerde Heer,

Gy zoudt my grootelyks verplichten wildet gy deze bygevoegde regelen[1] op order stellen, voor eene gedachtenis in het vervolg.

U, Eerweerde Heer, op voordeel, bedankende, gelief myne gevoelens van hoog achting te ontvangen
Moeder Augustine
Kortryk, den 8 April/84.
p2

Noten

[1] Bijlage ontbreekt.
ietswat = ‘ntwatK.

Register

Correspondenten

NaamLefebvre, Carolina Theresia; Augustine (Zuster) (Moeder )
Datums° Kortrijk, 09/05/1812 - ✝ Kortrijk, 25/05/1894
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosteroverste; kloosterzuster
BioCarolina Theresia Lefebvre werd geboren te Kortrijk op 09/05/1812. Ze was de dochter van François, tapissier (behanger-garnierder), en Eugénie Meurisse. Ze groeide op in de Kortrijkse Leiestraat en vanaf haar zeventiende engageerde ze zich reeds in de onderwijsprojecten van het klooster. Op 15/08/1834 trad ze in bij de Congregatie van de Zusters Paulinen te Kortrijk. Op 31/12/1836 volgde haar professie onder de naam Augustine. Ze werd als overste verkozen op 23/08/1873 en bleef dit tot 1889. Onder haar bestuur werd in 1875 een kleuterschool voor jongens ingericht en daarnaast kende de meisjeskostschool (internaat en externaat) een groot succes. Vanaf 1879 had ze tien jaar lang af te rekenen met de problemen rond de Schoolstrijd. Als journalist publiceerde Gezelle geregeld in ‘Gazette van Kortrijk’ over de moeilijkheden die de zgn. Paulijntjes en het katholiek onderwijs moesten ondergaan. Op 25/08/1886 werd het 50-jarig kloosterjubileum van Zuster Augustine gevierd waarbij ze het Burgerkruis Eerste Klas mocht ontvangen. Gezelle schreef hiervoor feestpoëzie. Pas in 1889 kon het klooster de oude lokalen van vóór de Schoolstrijd betrekken, waarna de 77-jarige overste ontslag nam. Ze overleed in het klooster op 25/05/1894. Gezelles jubileumgedicht uit 1886 had als motto ‘Mulierem fortem quis inveniet?’ en op haar bidprentje noemde de dichter haar ‘de sterke vrouw’.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; gelegenheidsgedichten
BronnenPhilip Declercq, 150 jaar Zusters Paulinen, Kortrijk, 1983.
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamLefebvre, Carolina Theresia; Augustine (Zuster) (Moeder )
Datums° Kortrijk, 09/05/1812 - ✝ Kortrijk, 25/05/1894
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosteroverste; kloosterzuster
BioCarolina Theresia Lefebvre werd geboren te Kortrijk op 09/05/1812. Ze was de dochter van François, tapissier (behanger-garnierder), en Eugénie Meurisse. Ze groeide op in de Kortrijkse Leiestraat en vanaf haar zeventiende engageerde ze zich reeds in de onderwijsprojecten van het klooster. Op 15/08/1834 trad ze in bij de Congregatie van de Zusters Paulinen te Kortrijk. Op 31/12/1836 volgde haar professie onder de naam Augustine. Ze werd als overste verkozen op 23/08/1873 en bleef dit tot 1889. Onder haar bestuur werd in 1875 een kleuterschool voor jongens ingericht en daarnaast kende de meisjeskostschool (internaat en externaat) een groot succes. Vanaf 1879 had ze tien jaar lang af te rekenen met de problemen rond de Schoolstrijd. Als journalist publiceerde Gezelle geregeld in ‘Gazette van Kortrijk’ over de moeilijkheden die de zgn. Paulijntjes en het katholiek onderwijs moesten ondergaan. Op 25/08/1886 werd het 50-jarig kloosterjubileum van Zuster Augustine gevierd waarbij ze het Burgerkruis Eerste Klas mocht ontvangen. Gezelle schreef hiervoor feestpoëzie. Pas in 1889 kon het klooster de oude lokalen van vóór de Schoolstrijd betrekken, waarna de 77-jarige overste ontslag nam. Ze overleed in het klooster op 25/05/1894. Gezelles jubileumgedicht uit 1886 had als motto ‘Mulierem fortem quis inveniet?’ en op haar bidprentje noemde de dichter haar ‘de sterke vrouw’.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; gelegenheidsgedichten
BronnenPhilip Declercq, 150 jaar Zusters Paulinen, Kortrijk, 1983.

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamKortrijk
GemeenteKortrijk

Naam - persoon

NaamLefebvre, Carolina Theresia; Augustine (Zuster) (Moeder )
Datums° Kortrijk, 09/05/1812 - ✝ Kortrijk, 25/05/1894
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosteroverste; kloosterzuster
BioCarolina Theresia Lefebvre werd geboren te Kortrijk op 09/05/1812. Ze was de dochter van François, tapissier (behanger-garnierder), en Eugénie Meurisse. Ze groeide op in de Kortrijkse Leiestraat en vanaf haar zeventiende engageerde ze zich reeds in de onderwijsprojecten van het klooster. Op 15/08/1834 trad ze in bij de Congregatie van de Zusters Paulinen te Kortrijk. Op 31/12/1836 volgde haar professie onder de naam Augustine. Ze werd als overste verkozen op 23/08/1873 en bleef dit tot 1889. Onder haar bestuur werd in 1875 een kleuterschool voor jongens ingericht en daarnaast kende de meisjeskostschool (internaat en externaat) een groot succes. Vanaf 1879 had ze tien jaar lang af te rekenen met de problemen rond de Schoolstrijd. Als journalist publiceerde Gezelle geregeld in ‘Gazette van Kortrijk’ over de moeilijkheden die de zgn. Paulijntjes en het katholiek onderwijs moesten ondergaan. Op 25/08/1886 werd het 50-jarig kloosterjubileum van Zuster Augustine gevierd waarbij ze het Burgerkruis Eerste Klas mocht ontvangen. Gezelle schreef hiervoor feestpoëzie. Pas in 1889 kon het klooster de oude lokalen van vóór de Schoolstrijd betrekken, waarna de 77-jarige overste ontslag nam. Ze overleed in het klooster op 25/05/1894. Gezelles jubileumgedicht uit 1886 had als motto ‘Mulierem fortem quis inveniet?’ en op haar bidprentje noemde de dichter haar ‘de sterke vrouw’.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; gelegenheidsgedichten
BronnenPhilip Declercq, 150 jaar Zusters Paulinen, Kortrijk, 1983.

Naam - plaats

NaamKortrijk
GemeenteKortrijk

Indextermen

Briefontvanger

Gezelle, Guido

Briefschrijver

Lefebvre, Carolina Theresia

Correspondenten

Lefebvre, Carolina Theresia
Gezelle, Guido

Naam - persoon

Lefebvre, Carolina Theresia

Naam - plaats

Kortrijk

Plaats van verzending

Kortrijk

Titel08/04/1884, Kortrijk, [Carolina Theresia Lefebvre] (= Moeder Augustine) aan [Guido Gezelle]
EditeurJulien Vermeulen; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
Verzender[Lefebvre, Carolina Theresia]
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum08/04/1884
VerzendingsplaatsKortrijk (Kortrijk)
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie; Carolina Theresia Lefebvre (= Moeder Augustine, Moeder overste van de Zusters Paulinen te Kortrijk.
Fysieke bijzonderheden
Drager enkel vel, 130x102
wit
papiersoort: 1 zijde beschreven, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden watermerk: L-J D L[?]
bijlage met tekst om door Gezelle op orde te zetten ontbreekt
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle (inkt, hand P.A.); op blanco zijde 2 rechts in de benedenrand: taalkundige notities: ietswat = 'ntwat // K. (inkt, omgekeerd, hand G.G.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief5396
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|11707
Inhoud
IncipitGy zoudt my grootelyks ver-
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.