Drie bloeroo ratten op het dak (zes keeren in eenen asem). Smoutpot (tien keeren zonder verteugen)[2] Maak plekke voor mij, ik zal laân voor u, zegt de een peerdeboone[3] aan de andere hare gebuurnege[4] - en zaai da 'k stuive, ik zal laân da'k buige, zegt de rogge tegen den boer (twee spreuken te lande om te bedieden dat de peerdeboonen moeten wijd vaneen, ende rogge integendeel nogal dicht bijeen staan, zullen zij veel beschot geven.)[5]
Heb je nog nooit de spreuken verzameld die 't volk maakt op het gelui van 3 klokken: 't staan er twee drie bij trebbel in Wvl. Idiot. De Walen hebben er ook curieuze, die 'k voor nu niet en wete te zeggen.
Wegens "Ons Oud Vlaamsch,"[6] ik keur uw bladje goed, indien gij met grond moogt peizen dat het onze fransche geburen op zal wekken. Met mijn Idioticon moogt gij alles wat u lust. Medewerkers en abonnenten wil ik werven, zooveel ik kan, maar 'k en kan niet veel, 't en zij somwijlen een keer per gelegenheid.
Pochelen, pochelde, heb gepocheld, onzijdig werkwoord[7] Hoesten om fluimen op te halen. Zij hoest en pochelt geheele dagen. Vgl. Spochelen. (gehoord Poperinghe).- Veróndiepen, veróndiepte, ben veróndiept, onzijdig werkwoord Ondieper worden. Die waterbak zal eenen duime verondiepen, als ge den grond met een lage plaaster bedekt. (gehoord Poperinghe) - Messewegel, kerkwegel (vgl. messeboek = kerkboek). - Tápmutse, wollen slaapmuts voor manshoofden, pulmmuts (gehoord Ruysselede): te Aalst heet zulk een muts eenen kallepoep (klemtoon op poep). - Taaipaai is een slecht betaalder, bij Devloo (22 sermoen na Sinksen bl. 246.)
In plaats van 'k he (ik heb), waarom niet 'k e of 'k ei (zie egen in Wvl. Idiot.)
Broekkanter. Vgl. Buschkanter. | Eerszijpte. Zie zijpeersde Wvl. Id.