Den 2e Januari l.l. had ik de eere eenen brief te ontvangen, gedagteekend uit Belle, en onderteekend C. Becuwe, als Secretaris van het Vlaamsch Genootschap van Frankrijk, waar bij mij het eerelidmaatschap van dat genootschap aangeboden werd. Bij brieve van 5 Januari berichtte ik dat ik die eere in dankbaarheid en met blijdschap aanveerdde, en zond daar bij eenen afdruk van mijn Dialecticon en van mijn Geslachtsnamenboek, ten geschenke voor de boekerij des Genootschaps. Dien brief en die zende richtte ik aan den Eerweerde Heer C. Becuwe te Belle. Sedert kreeg ik taal noch teeken, en toch, volgens de hier geldige wetten van goeden toon, had ik minstens bericht van goede ontvangst moeten hebben. Ik peis dies dat brief en zende zijn verloren gerocht, en wensch mij daar van te vergewissen door aan den Heer Becuwe te schrijven. Daarom kom ik tot U met de vrage: Ei! mijn vriend, zij zoo goed en schrijf op nevensgaande kaart de t'huisrichting van den Eerweerde Heer Becuwe, ten behoeve van
p1
Den Eerweerden zeer geleerden Heer Guido Gezelle,
in d'Handboogstrate, te Kortrijk.
Belgie. -
in d'Handboogstrate, te Kortrijk.
Belgie. -
p2
Eerweerde Heer en Vriend!
Uwen toegenegen Vriend
Johan Winkler.
Haarlem, 17 Februari '86. -