Het spijt mij, dat ik U gisteren niet heb kunnen schrijven en U dus doen wachten heb, wellicht, naar ‘t woord Basswood. Er zijn twee soorten van Bass: ten eerste de Amerikaansche lindeboom, the linden, lind of tiel tree, fransch le tilleul d’Amérique; en 2o het bas, bees of bies-hout, van die lange spilde biezen, waarvan de bass of vloermatten gevlochten worden. Biesboschen had men vroeger in pilsig land genoeg en ‘t is wel van daar dat de Biesebroeck’s hunnen naam gehaald hebben, even als de Hollandsche plaats de Biesbosch, dien ik in eene fransche Géographie “le Beesboch” heb zien uitrochelen.
Dezer dagen in Vooruit, socialist-p2bladje van Gent gelezen en opgeteekend:
“als de twee burgerspartijen door het algemeen stemrecht niet spierebeenen.”[1]
Ik zou willen dat ik niet moest uitrijden op den dag van het proces; een uitvoerder .... 0,15 c. (fransch camionneur)”[2]
s zondags gaat uwe vrouw, verdoken in haren kapmantel, beschaamd dat er iemand in den winkel is, die uwe armoede niet kennen zou, een pond knookbouillie koopen....”[3]
en andere loonslaven...”
“En... uwe meeting, wat was dat? Wel, een kaksken, er waren geen 60 menschen!”[4]
Dit alles in maar 3 nummers van één enkel bladje!