Eerweerde Heer en Goede Vriend!
'K en hebbe in zoo langen tijd van U niets vernomen, dat onrust mij begint te bekrupen. Gij zijt toch welvarende?
Gelijktijdig met deze kaarte zende ik U toe: eenen afdruk van mijn pas verschenen geschrift over "Nederland in Frankrijk en Duitschland", het verhaal bevattende mijner reize in Fransch Vlaanderen, van verleden herfst. En ik biede 't U, uit vriendschap, ten geschenke aan. Moge 't U welkom wezen! -
En mag ik U dan nog beleefd verzoeken op de bijgaande onbeschrevene kaarte de t'huisrichtingen mij te melden van de Heeren Pol: Daniëls, Alf. Van Hee en Jul: Claerhout, die mij ontgaan zijn.
Hier mede zult Gij mij genoegen doen.
En nu groet ik U van harten en in oude troue, als Uwen toegenegen en heilwenschenden Vriend
Johan Winkler.
Haarlem
8 Juli '86.