<Resultaat 874 van 2074

>

p1
Eerweerde Heer en goede Vriend!

Uwe zending van drie afdrukken van uwen Hiawatha-zang heb ik in de beste orde ontvangen, en ik zeg er U heden mijnen hertgrondigsten dank voor. Het is een uit der mate schoon geschenk dat ik alzoo aan uwe vriendschappelike gezindheid en aan uwe mildheid te danken hebbe. Met waar genoegen en blidschap des herten heb ik reeds het grootste gedeelte van uwe vervlaamschinge van Longfellow's meesterzang gelezen. Hoe uitnemend zijt Gij er in geslaagd, hoe bijzonder wel is het U gelukt, het oorspronkelike Engelsch in het zoo na verwante volkseigene Vlaamsch over te brengen. Eere en lof komt U daar voor in rijke mate toe, en zal ongetwijfeld ook ruimschoots uw deel worden. En eenen herteliken gelukwensch wegens het voltooien van dezen belangrijken arbeid, en wegens het zoo uitnemend wel gelukken er van,p2zij U nog van mijn belangstellend en dankbaar gemoed toegeroepen.

In het bijzonder behaagt het mij dat het oude en ware vlaamsch, dat zoo na verwant is aan mijne eigene friesche sprake, in uwen Hiawatha zoo ten volsten tot gelding komt. Hoe schoon toch is die taal, hoe liefelik en welluidend! en hoe verre verheven boven het schoolsche en stijve geijkte boeken-hollandsch - dat kruis voor alle ware Vlamingen, voor alle vrije Friesen, bij wien het levende woord uit den mond des volks tienmaal meer geldt als de doode letter uit de penne des schoolmeesters.

Nogmaals dank voor uw geschenk! de afdruk dien Gij eigenhandig hebt gewaarmerkt en mij op- gedragen, zal ik steeds in hooge eere houden, en al licht met een of twee der andere afprintsels eenen belangstellenden medestander in onzen Vlaamsch-frieschen taalstrijd, uit uwen naam, verblijden. En waar ik kan, en waar het pas geeft, zal ik ook hier voor de Hollanders uwen nieuen boek d'eere geven, die er van rechtswegen aan toekomt, en er de belangstellenden opmerkzaam op maken.p3Hier bij ingesloten het kaartje terug van Dr Hansen. Zeker, het is goed en best, dat hij U als lid van de Vlaamsche taalkamer is komen begroeten. Maar dat hij er op schrijft, dat ik met hem van hart en ziel verbonden ben, zoo is dat, minst genomen, maar als eene dichterlike vrijheid te beschouwen. Ik ben een geloovig Christen - hoe kan ik met hart en ziel aan eenen liberaal verbonden zijn? Ik draag den Heer Hansen groote achting toe om zijns werks wille op taalkundig gebied, en wijl hij mij, toen ik hem eens een bezoek bracht, met de meeste vriendelijkheid ontving, en mij ook sedert blijken zijner vriendelijke gezindheid deed geworden, zoo ben ik hem geerne vriendschappelik genegen. Maar - met hert en ziel aan iemand verbonden zijn, dat is toch gants wat anders, meen ik.

Het spijt mij zeer dat wij waarschijnlik uwen fraaien duikalmanak voor 't komende jaar zullen moeten derven.[1] Ik heb oprecht veel genoegen aan dien almanak, alle dagen dat ik er een blaadtje afscheure. Hij hangt boven mijne schrijftafel, en wordt alle dagen trou door mij nagegaan.p4Mijn zoon, die even als ik-zelve, frisch en monter is, brengt nu zijne zes weken verloftijd in 't vaderlike huis door. Dit geeft mij veel afleiding, zoo als Gij denken kunt, en belet mij wel eens in mijne stille studien. Maar dat heb ik geerne voor hem over. Wij hebben samen eene schoone reize gedaan, van 14 dagen, in het heerlijk schoone berg- en boschland van Thüringen; over Dusseldorp en Cassel henen, over Brunswijk, Hanover en Osnabrugge terug. Het was voor ons beiden eene verkwikkelijke reize; wij hebben veel goeds genoten.

De Fransch-Vlamingen zijn slechte briefwisselaars. Ik zond hun ('t Vlaemsch Comiteit, en den Heer Bonvarlet) twee afdrukken van mijne fransch vlaamsche reisbeschrijvinge. Maar 'k en ontving taal noch teeken terug, zoo min als wegens mijnen geslachtsnamenboek die ik hun verleden jaar aanbood en ten geschenke zond. Zijn mijne brieven en mijne toezendingen hun geen antwoord weerd, wel nu, dan is mij dat een teeken dat zij van mijn werk niet gediend believen, en ga ik hun bedanken voor mijn lidmaatschap van 't Vlaemsch Comiteit. Dit krenkt mijne eere.p5p.2Uwe betuiginge, dat het U onaangenaam is, dat wij zoo verre van elkanderen verwijderd wonen, deel ik ten volle. Dikwijls zijn mijne gedachten te Kortrijk, en vaak komt de wensch bij mij op U 't een of ander te vragen of met U te bespreken. Kunt Gij niet eens naar Holland komen, in de volgende maand bij voorbeeld? Mijn huis staat ten allen tijde voor U open, aan mijnen disch is altijd eene goede plaatse voor U. En 'k zoude mij daarin zoo verblijden! Denk er eens goed over na, of Gij niet een paar dagen kunt uitbreken.

Op de woorden die Gij in uwen Loquela bijzonderlik onder mijne aandacht wenscht te brengen, zal ik acht slaan. Trouens, daar en staat geen letterken in uwen maandblad, dat door mij niet met naukeurigheid, en steeds met genoegen, wordt nagegaan.

En nu breng ik U nog eens mijnen herteliken dank voor Hiawadha, en ik groet U van herten als uwen trouen vriend en medestander
Johan Winkler.

Noten

[1] Omdat de opbrengst van de Duikalmanak 1886 aan de magere kant was, verscheen hij niet in 1887.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamWinkler, Johan; Jan Lou's; Grindebald
Datums° Leeuwarden, 12/09/1840 - ✝ Haarlem, 11/04/1916
GeslachtMannelijk
Beroeparts; taalkundige; auteur
VerblijfplaatsNederland (Friesland)
BioJohan Winkler kreeg een opleiding tot arts in Haarlem en Amsterdam. Na drie reizen naar Java als scheepsdokter vestigde hij zich in 1865 als arts in Leeuwarden. Hij verhuisde in 1875 naar Haarlem. Hij was ook een bekend taalkundige. Als taalparticularist was hij vooral bezig met het (Friese) dialect en naamkunde. Hij schreef vooral wetenschappelijke werken, maar ook verhalen o.m. als Grindebald en Jan Lou's. Hij publiceerde in 1874 een lofrede op het werk van Gezelle, in zijn boek "Algemeen Nederduits en Friesch dialecticon", waardoor hij bekendheid verwierf in Vlaanderen. Hij werkte mee aan "Rond den Heerd" vanaf 1875 en aan "Loquela" vanaf 1881. Hij leverde ook bijdragen voor "Biekorf". Hij was bevriend met Gezelle met wie hij uitvoerig correspondeerde.
Links[wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst Cordelia Van De Wiele; buitenlands erelid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
BronnenEncyclopedie van de Vlaamse Beweging (1973) dl 2, p.2087-2088

Briefschrijver

NaamWinkler, Johan; Jan Lou's; Grindebald
Datums° Leeuwarden, 12/09/1840 - ✝ Haarlem, 11/04/1916
GeslachtMannelijk
Beroeparts; taalkundige; auteur
VerblijfplaatsNederland (Friesland)
BioJohan Winkler kreeg een opleiding tot arts in Haarlem en Amsterdam. Na drie reizen naar Java als scheepsdokter vestigde hij zich in 1865 als arts in Leeuwarden. Hij verhuisde in 1875 naar Haarlem. Hij was ook een bekend taalkundige. Als taalparticularist was hij vooral bezig met het (Friese) dialect en naamkunde. Hij schreef vooral wetenschappelijke werken, maar ook verhalen o.m. als Grindebald en Jan Lou's. Hij publiceerde in 1874 een lofrede op het werk van Gezelle, in zijn boek "Algemeen Nederduits en Friesch dialecticon", waardoor hij bekendheid verwierf in Vlaanderen. Hij werkte mee aan "Rond den Heerd" vanaf 1875 en aan "Loquela" vanaf 1881. Hij leverde ook bijdragen voor "Biekorf". Hij was bevriend met Gezelle met wie hij uitvoerig correspondeerde.
Links[wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst Cordelia Van De Wiele; buitenlands erelid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
BronnenEncyclopedie van de Vlaamse Beweging (1973) dl 2, p.2087-2088

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamHaarlem

Naam - persoon

NaamBonvarlet, Alexandre
Datums° Dunkerque, 23/09/1826 - ✝ Coudekerque-Branche, 02/10/1899
GeslachtMannelijk
Beroephandelaar; consul; historicus; auteur
VerblijfplaatsFrankrijk (Frans-Vlaanderen)
BioAlexandre Bonvarlet was getrouwd met Constance Du Rin (1829-1863). Hij was een Frans-Vlaams handelaar en regionalist. Hij werd op 10/01/1855 lid van het Comité Flamand de France, waarvan hij na een tijdje hulpsecretaris en schatbewaarder was, en ten slotte president van 1876 tot 1899. Hij was een historicus met een grote belangstelling voor oude boeken, etsen en schilderijen en publiceerde erover in "Les Annales et Bulletins van het Comité". Hij werd in 1866 ook benoemd tot consul van Denemarken. Hij was lid van wetenschappelijke genootschappen in Frankrijk en België, buitenlands erelid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde van 29/12/1890 tot 02/10/1899. Hij werd ook benoemd tot ridder in de Sint-Gregoriusorde.
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst Cordelia Van De Wiele; buitenlands erelid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde; comité Flamand de France
Bronnen https://gw.geneanet.org/xmaquet?lang=en&n=bonvarlet&oc=0&p=alexandre; Christine Decoo, De brieven van elf vooraanstaande Frans-Vlamingen aan Guido Gezelle (1884-1899). Gent: RUG. Faculteit Letteren en Wijsbegeerte. Vakgroep Germaanse filologie, 1981
NaamHansen, Constant Jacob
Datums° Vlissingen, 04/10/1833 - ✝ Brasschaat, 14/04/1910
GeslachtMannelijk
Beroepletterkundige; bibliothecaris
BioGeboren in 1833 uit een Deense vader en een Zeeuwse moeder verhuisde Hansen met de familie in 1835 naar Antwerpen. Na het lager onderwijs en enkele jaren atheneum werkte hij zich op als boekhouder, journalist, leraar, vertaler en adjunct-stadsarchivaris tot uiteindelijk hoofdbibliothecaris van de stad Antwerpen. In 1886 werd hij lid van de toen net opgerichte Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. Ondertussen had hij zich door de beschrijving van een reis in Noord-Duitsland en Denemarken (1860), door een bloemlezing en door journalistieke bijdragen, lezingen en voordrachten bekend gemaakt in Vlaanderen als promotor van de Scandinavische cultuur en vooral als leider van een ‘Aldietsche beweging’, die een taalkundige toenadering tussen het Nederlands en het Nederduits of ‘Platduits’ beoogde door middel van een gemeenschappelijke spelling. Dit bezorgde hem overigens heel wat kritiek. Hij slaagde er wel in om in Vlaanderen belangstelling te wekken voor de Nederduitse dialecten en cultuur.
Links[wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
NaamWinkler, Andries J.
Datums° Leeuwarden, 03/02/1866 - ✝ Haarlem, 06/08/1914
GeslachtMannelijk
Beroepsecretaris-penningmeester
VerblijfplaatsNederland (Friesland)
BioAndries Winkler werd geboren als de zoon van arts en dialectoloog Johan Winkler en Andrieske Tjallings Römer. Zijn moeder stierf enkele dagen na zijn geboorte op 10 februari 1866 op 27-jarige leeftijd. Andries Winkler was Secretaris-Penningmeester te Haarlem. Hij trouwde met Alida van Blaarden op 19 juli 1897 en ze kregen samen vier kinderen: Johan Winkler (6 oktober 1898), Hendrik Winkler, (13 mei 1903), Andries Laurens Winkler (18 januari 1905) en Gerrit Willem Winkler (27 mei 1907). Andries Winkler beroofde zichzelf van het leven in 1914.
Relatie tot Gezellecorrespondent
Bronnen https://www.openarch.nl/frl:922bef2f-2441-7167-4a1e-a72d41550152
NaamWinkler, Johan; Jan Lou's; Grindebald
Datums° Leeuwarden, 12/09/1840 - ✝ Haarlem, 11/04/1916
GeslachtMannelijk
Beroeparts; taalkundige; auteur
VerblijfplaatsNederland (Friesland)
BioJohan Winkler kreeg een opleiding tot arts in Haarlem en Amsterdam. Na drie reizen naar Java als scheepsdokter vestigde hij zich in 1865 als arts in Leeuwarden. Hij verhuisde in 1875 naar Haarlem. Hij was ook een bekend taalkundige. Als taalparticularist was hij vooral bezig met het (Friese) dialect en naamkunde. Hij schreef vooral wetenschappelijke werken, maar ook verhalen o.m. als Grindebald en Jan Lou's. Hij publiceerde in 1874 een lofrede op het werk van Gezelle, in zijn boek "Algemeen Nederduits en Friesch dialecticon", waardoor hij bekendheid verwierf in Vlaanderen. Hij werkte mee aan "Rond den Heerd" vanaf 1875 en aan "Loquela" vanaf 1881. Hij leverde ook bijdragen voor "Biekorf". Hij was bevriend met Gezelle met wie hij uitvoerig correspondeerde.
Links[wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst Cordelia Van De Wiele; buitenlands erelid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
BronnenEncyclopedie van de Vlaamse Beweging (1973) dl 2, p.2087-2088
NaamLongfellow, Henry Wadsworth
Datums° Portland (Maine), 27/02/1807 - ✝ Cambridge (Massachusetts), 24/03/1882
GeslachtMannelijk
Beroepschrijver; dichter; pedagoog; bibliothecaris
VerblijfplaatsAmerika
BioHenry Wadsworth Longfellow studeerde aan Harvard en werd bibliothecaris. Na een reis door Europa (1826-28) werd hij de eerste hoogleraar Moderne Talen. In 1854 verliet hij Harvard om zich volledig aan het schrijven van poëzie te wijden. Zijn gedichten zijn erg toegankelijk omdat ze gaan over herkenbare thema’s en geschreven zijn in een eenvoudige, maar bloemrijke taal. Longfellow maakte ook talrijke vertalingen en heeft daardoor vele Europese poëzie voor Amerikanen toegankelijk gemaakt. Diverse van zijn uit de Amerikaanse folklore geputte thema’s en figuren (zoals Hiawatha) hebben deze folklore in Europa bekendheid gegeven. Guido Gezelle had grote bewondering voor Longfellow en vertaalde zijn epos Hiawatha.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellevertaald door Gezelle

Naam - plaats

NaamKassel
NaamKortrijk
GemeenteKortrijk
NaamDüsseldorf
NaamHaarlem
NaamOsnabrück
NaamBrunswijk
NaamHannover

Naam - instituut/vereniging

NaamComité Flamand de France
BeschrijvingHet Comité Flamand de France werd opgericht op 10 april 1853 door de jurist Edmond de Coussemaker, eerste voorzitter, en vijf andere leden van de "Société dunkerquoise pour l'encouragement des sciences, des lettres et des arts". Het is een academische vereniging met als doel de studie en de verspreiding van de Vlaamse cultuur in Frans-Vlaanderen. De vereniging is nog altijd actief. Zij geeft een jaarboek, "Annales du Comité Flamand de France", voor het brede publiek uit, en een "Bulletin du Comité Flamand de France" voor de leden. Het Comité is gevestigd in Hazebrouck. Het kende een grote bloei, en kreeg ook buitenlandse aandacht van figuren zoals Jakob Grimm, Hendrik Conscience, Prudens Vanduyse, enz. Ook Guido Gezelle werd lid in 1886 en erelid in 1891. Hoewel het Comité het Vlaamse culturele erfgoed bestudeert en verzamelt kent het geen afkeer tegenover de Franse Republiek en hield het zich anderzijds afzijdig van het Vlaamse nationalisme.
Datering10/04/1853-
NaamDe Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal en Letterkunde
BeschrijvingDit wetenschappelijk genootschap bestudeert en stimuleert de Nederlandse taal- en literatuur. Na een lange voorgeschiedenis werd het opgericht bij Koninklijk Besluit van 8 juli 1886 als Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. De activiteiten omvatten onder meer maandelijkse bijeenkomsten met wetenschappelijke en letterkundige besprekingen, prijsvragen en publicaties. Guido Gezelle was één van de stichtende leden. Dit was een belangrijke erkenning van zijn werk. Hij was betrokken bij verschillende prijsvragen en schonk ook een deel van zijn boeken aan de academie.
Datering1886-heden
Links[wikipedia]

Titel - werk van Guido Gezelle

TitelThe Song of Hiawatha. Overgedicht in ‘t Vlaamsch.
Links[gezelle.be]
TitelDuikalmanak
Links[gezelle.be]
TitelLoquela
Links[gezelle.be]

Titel - ander werk

TitelNederland in Frankrijk en Duitschland
AuteurWinkler, Johan
Datum[s.d.]
Plaats[S.l.]
Uitgever[s.n.]
TitelDe Nederlandsche geslachtsnamen in oorsprong, geschiedenis en beteekenis
AuteurWinkler, Johan
Datum1885
PlaatsHaarlem
UitgeverWillink

Titel06/08/1886, Haarlem, Johan Winkler aan [Guido Gezelle]
EditeurRik Van Gorp; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderWinkler, Johan
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum06/08/1886
VerzendingsplaatsHaarlem
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie.
Gepubliceerd inDe briefwisseling tussen Guido Gezelle en Johan Winkler. Deel 2: Brieven (1884-1899) / door Dries Gevaert. - Gent : onuitgegeven licentieverhandeling, (academiejaar 1983-1984), p.251-253
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel en enkel vel, 211x135
wit
papiersoort: 5 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle (inkt, hand P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief5664
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|11959
Inhoud
IncipitUwe zending van drie afdruk-
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.