Pas “Loquela” ontvangen, of aangespoord om U te schrijven, dat ik de kwestie van “Behoerd”[1] enz. met groot genoegen gelezen en in mijn hoofd geprent heb. “Schemelsgaren” voor “Schiemansgaren”[2] heeft mij iets doen verhaasten: namelijk U te berichten dat er mij dezer dagen een Cahier des charges[3] van in de jaren ‘40 in handen gevallen is, die noch min noch meer dan eene geheele scheepslading vlaamsche, meestal ongeboekte, benamingen van scheepstuig, touwen, zeilen, houtwerk en gereedschappen bevat, die op vlaamsche zeeschepen gebruikelijk zijn. Daar ook is er van “Schiemansgaren” spraak.
Wat meent Gij daarvan? Is dat geen lukslag[4]p2En wat mij in dien Cahier des charges deugd aan ‘t herte gedaan heeft, is dat men alles in ‘t vlaamsch heeft moeten opgeven, - behalve kop en dagteekening[5] - omdat men geen fransch daarvoor kende!
Wil ik hem U zenden?
Van zee en schepen kom ik langs het strand waar nog veel ander lagaen[6] id est “biens espaves“[7] te rapen liggen voor alwie ’t grensgebied onzer spraak bewaken en bewaren wil. Hetgeen ik van ”lagaan” weet, staat in mijn boekje ”Vakwoorden, enz. uit Westvlaanderen”
Leeger[8] te Brugge dagelijks gehoord, met de ee van been en steen, beteekent hinder, nadeel. Ik heb het reeds van overlang[9] in mijne tweede verzameling liggen.
De gaderare[10] was de rondgaande ontvanger, de gaarder van pointinghe ende settinghe.
De walmacken[11] zijn mij onbekend, maar ik ken den familienaam “Walmack.”
Een duitsche Catalogus maakte mij onlangsp3met den naam van Dr. von Honegger bekend. Is dat onze Van Hoonacker niet? En zou het gedacht dat zulks “van Hoo(ge)nacker” beduidt wel verkeerd zijn? Mij dunkt het.
Dank voor de vriendelijke meededeeling van Gijsbrecht Japix. Ik lees hem des te aandachtiger, daar de tekst mij moeite kost.
Is er U geen tongvalleboek of Dialecticon der Fransche taal bekend? Ik zou dat ook wel geren[12] al was ‘t maar om er op tijd en stond veronvlaamschte waaiaards[13] wat meê te beschamen, door ‘t wapen der domheid tegen hen te keeren; want van linguistiek is er met diergelijke lieden niet te spreken: inconnu, trouwens!
En ‘t Idioticon, en ‘t Kruidboek, en Ons oud Vlaamsch? En …. de tafel van Loquela[14] En komt er voor 1887 geen Duikalmanak?[15]