<Resultaat 1065 van 2308

>

p1+
Weleerweerde,

Hiernevens eene woordenlijst[1] die mij gezonden is door Mr. Surmont, proost ter Clytte-Reninghelst.

Mag ik Ued. eenen dienst vragen? – Gij weet, of gij weet niet, dat Mr. Surmont sedert 2 jaar aangedaan is van eene inbeelding-ziekte: Hij wilt en moet ziek zijn; hij kan noch wil niet eten; hij kan noch wil niet werken met het verstand. – Nu benp2ik er toch in gelukt van zijne gedachten te brengen op zijne oude liefhebberie. – Ware het te veel vragen van uwe goedheid, van daarin mede te doen, met hem, al ware het maar twee reken, te schrijven over zijn werk? – Indien hij zijne gedachten op het vlaamsch kan stellen, zal hij voorzeker beteren. Sedert dat hij daaraan begonnen is, is hij reeds werkelijk verbeterd. – Vraag hem nog nieuwe lijsten, en gij zult hem doen werken, en, God geve ‘t,p3 misschien helpen genezen.

Dank op voorhand, en bied U mijne eerbiedigste hoogachting.
L Vandorpe
op St Gillis.

p4

Noten

[1] De woordenlijst in bijlage ontbreekt.
sneeuwde snee (die ligt) wacht naar ander= ‘t gaat nog sneeuwenvet‘t zyn toch nog vette frankenfranken met de ongeldenBrugge

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamVan Dorpe, Leo
Datums° Zevekote, 22/12/1851 - ✝ Rollegem-Kapelle, 17 januari 1908
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; pastoor
BioLeo Van Dorpe was de zoon van Benedictus, bakker, en Marie-Thérèse Strubbe. Hij studeerde aan de normaalschool te Leuven in oktober 1875 en werd op 10 juni 1876 tot priester gewijd te Brugge. In oktober 1877 startte hij als leraar aan het college van Poperinge, op 20 februari 1883 als onderpastoor op de Sint-Gillisparochie te Brugge, op 27 september 1899 als pastoor te Wulveringem en op 17 februari 1905 als pastoor te Rollegem-Kapelle. Hij overleed er aan tyfus.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent

Briefschrijver

NaamVan Dorpe, Leo
Datums° Zevekote, 22/12/1851 - ✝ Rollegem-Kapelle, 17 januari 1908
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; pastoor
BioLeo Van Dorpe was de zoon van Benedictus, bakker, en Marie-Thérèse Strubbe. Hij studeerde aan de normaalschool te Leuven in oktober 1875 en werd op 10 juni 1876 tot priester gewijd te Brugge. In oktober 1877 startte hij als leraar aan het college van Poperinge, op 20 februari 1883 als onderpastoor op de Sint-Gillisparochie te Brugge, op 27 september 1899 als pastoor te Wulveringem en op 17 februari 1905 als pastoor te Rollegem-Kapelle. Hij overleed er aan tyfus.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamBrugge
GemeenteBrugge

Naam - persoon

NaamSurmont, Carolus Ludovicus
Datums° Zevekote, 16/02/1835 - ✝ Zevekote, 09/01/1905
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; proost
BioCarolus Surmont was de zoon van Philippus-Josephus, winkelier, en Anna-Theresia van Dorpe. Hij werd in 1859 leraar aan het college van Veurne en ontving zijn priesterwijding op 17 december 1859. Vervolgens werd hij onderpastoor op 16 januari 1860 te Slijpe en op 24 januari 1866 te Beernem. Op 12 juli 1880 ging hij aan de slag als proost van de O.L.Vrouwekerk te Klijtte. In 1887 was hij er ziekelijk en depressief en nam er ontslag in juni 1887. Hij verbleef verder te Kortemark en te Zevekote.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; zanter (WDT)
NaamVan Dorpe, Leo
Datums° Zevekote, 22/12/1851 - ✝ Rollegem-Kapelle, 17 januari 1908
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; pastoor
BioLeo Van Dorpe was de zoon van Benedictus, bakker, en Marie-Thérèse Strubbe. Hij studeerde aan de normaalschool te Leuven in oktober 1875 en werd op 10 juni 1876 tot priester gewijd te Brugge. In oktober 1877 startte hij als leraar aan het college van Poperinge, op 20 februari 1883 als onderpastoor op de Sint-Gillisparochie te Brugge, op 27 september 1899 als pastoor te Wulveringem en op 17 februari 1905 als pastoor te Rollegem-Kapelle. Hij overleed er aan tyfus.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent

Naam - plaats

NaamBrugge
GemeenteBrugge
NaamReningelst
GemeentePoperinge
NaamSint-Gillis
GemeenteSint-Gillis

Indextermen

Briefontvanger

Gezelle, Guido

Briefschrijver

Van Dorpe, Leo

Correspondenten

Gezelle, Guido
Van Dorpe, Leo

Naam - persoon

Surmont, Carolus Ludovicus
Van Dorpe, Leo

Naam - plaats

Brugge
Reningelst
Sint-Gillis

Plaats van verzending

Brugge

Titel08/02/1887, Brugge, Leo Van Dorpe aan [Guido Gezelle]
EditeurEls Depuydt; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2022
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderVan Dorpe, Leo
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum08/02/1887
VerzendingsplaatsBrugge (Brugge)
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie.
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 132x104
wit, vierkant geruit
papiersoort: 3 zijden beschreven, inkt
Staat volledig; bijlage (woordenlijst van Carolus Surmont) ontbreekt
Toevoegingen op zijde 1 links in bovenrand: Aan G. Gezelle (inkt, hand P.A.); op zijde 3 bovenaan en op blanco zijde 4 onderaan: notities Woordentas: sneeuw // de snee (die ligt) wacht naar ander // = 't gaat nog sneeuwen ; vet // 't zyn toch nog vette franken // franken met de ongelden // Brugge(inkt, notities op zijde 4 omgekeerd, beide hand G.G.); zijde 3 met inkt en blauw potlood doorgehaald
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief5772
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|12084
Inhoud
IncipitHiernevens eene woordenlijst die
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.