Leuven 6 mei 1887
Waarde Heer Collega,
De E. H. Gezelle heeft mij gezeid dat hij bij U de gastvrijheid zou genieten. Dewijl hij verlangd heeft in de namiddagzitting te[1] niet te spreken, heb de goedheid hem te verzoeken in het banket [2]den toast aan de Eeredoctors te beantwoorden.
Het Bestuur van Met Tijd en Vlijt heeft den wensch uitgedrukt dat de namiddagzitting ook door het aanwezen van Dames worde opgeluisterd. Het zou ons derhalve groot genoegen doen, indien Mevrouw Verriest u bij deze plechtigheid vergezellen kon.
Hoogachtend
P. Willems