[1]Ik geloove dat wij eens zijn, wij zullen a voor e zetten en ammer voor emmer. De vreemdeling buitensluiten, en maar over 't hekken laten kijken.
Ge zit benaauwd op den steert van 't paard. . . . Gij zegt: "waarom niet: koler, stikker, zerper, . . ." en voegt erbij dat er, zoo veel als aard is (of aart), in 't hollandsch ert: B.V. in stinkaard, = stinkert = stinker (1°). — Nu: is er = aard, dan is ook aard = er . Ik houde er volstrekt niet aan, dit aard als naamwoord = fransch caractère, (4°) eerder dan als enkelen uitgang te aanzien (1°).p2Aan elken reesem van enkele stoffen wensche ik namen van gelijken uitgang te geven. Nu, het gaat wel genoeg om te zeggen: zerper, stikker, koler, lichter, enz maar 't en gaat niet geheel wel om zwaveler te zeggen; en volstrekt niet met water-er. Voor dit laatste gaat water-aar, of wateraard, wel beter; en omdat de andere namen in den zelfsten reesem hangen, daarom ook zou ik liefst zwavelaard, zerpaard, lichtaard, enz gebruiken.
Wat zegt gij mij nu?
Voor métaux, gesmijden zeggende, ik zal métaloïdes vertalen door gesmijdachtigen. . .?
Geene maren, zijn goede maren; maar kunt gij nog niet overkomen op hetgene ik u voorenstelle, heb p3toch de goedheid nog eenen letter te schrijven: uwe bemerkingen, veranderingen, verbeteringen zal ik dan maandag of dijsendag mede deelen aan den E. Heer Baes, opdat zij van daar verder gaan.