Brugge, 15 October 1887.
Beste vriend Gezelle,
Waarschijnlijk hebt gij ook Nollet's candidaten-lijst[1] in mededeeling ontvangen. Ik schrijf aan dezen Heer om hem te verzoeken Deflou's naam insgelijks te willen opnemen en vraag aan den Heer Coopman, vriend van Heer Nollet, ook daarvoor bij hem bijzonderlijk te willen aandringen.
Meer dan ooit acht ik het nu noodig dat wij beiden de morgen-vergadering van Woensdag[2] bijwonen. Laat mij toe op u te rekenen. Gij zijt immers welsprekender dan ik het ben en zult ook meer gezag hebben op de leden die bij de vergadering zullen aanwezig zijn.
Beste groet.
Edw. Gailliard