Ik zal de Zuivel- of Zuigel-Zaken klaar trekken tegen Quinquagesima[1] Ik heb de letterverspringing van b, p, f en v in k, g en ch nu doorgrond en veel meer gevonden dan ik bij den eersten peisde.
Hier achter vindt gij de spijskaart, nogtans het eten niet, die ik voor 't noenmaal[2] van den E.H. Camiel De Jonghe op gemaakt heb.
Waarmede ik U een Zalig Nieuwjaar wensche
Zou ik mogen "Zuivel" voor de Taalkamer maken ofwel voor Rond den Heerd[3] Belfort[4] of Loquela[5] volgens uwen keus.p2+ Hongher bouen alle saken
Doet crancke spise[6] wel smaken.
Dietsche Doctr. III. 1053.
Vander Spisen
die gherechte.
teerste / ghesoden[7] calikutsche hoen[8]
tandre / ghebraed met ertkens[9] cleene.
derde / ghecokencrude calfskop.
dat vierde / hamelen bout[10] met boonkens drooghe.
dat vichste / haenkens met coernlattich[11]
Corte winen van Gascoenie[12] suete winen van Torrennen[13] coele winen van uut Ringau[14] ende schuimer van Campanie[15]
Gheback, Taerte,
Streeplincapple[16] van Douse, sconefloerincs
van Bruesele, suete cortsteirte[17]
akernoten[18] ende andre metten baerd[19]
ende leckernien fijn,
moeten ons ghenoughleck sijn.
Eet wat gaer es
Drinckt wat claer es
Spreect wat waer es.p3[20]Onder het "Cokenkruit" wordt opgeteld Saffraen, peper, greynen[21] Comün[22] Muscaten[23] Nagelen[24] Gengenber[25] Canél, Foelge[26] Witsuker, groen gengenber, potsuker[27] Amandelen
[28]Lekkernyen"
Taarten, Lovensche Koeken, Wicken (misschien duitsche Weckkuchen = Garstenkoeken) Suikerrosaet[29] Compost[30] Cruytkoeken, vergulde koeken[31]
Specie"
gedroogde, gesuikerde of met speceryen ingelegde vruchten,
Van Wijn. Avondstonden II. bl 95 et E 99,
RC