Lieve Meester
Hoe gaat het nu?
Wy bidden zoo voor uwe genezing De kinderkens ook bidden er voor.
Schep maar moed. De schoone dagen zullen weldra gaan aankomen. En zoodra gy reizen moogt moet gy een verlof vragen voor gezondheid.
Kom dan hier wat wonen by ons Wy zullen U onze schoonste kamer geven, en uwen vollen vrydom. zoodat gy zult mogen bidden, wandelen dichten zooveel het u lust.
Dat waar een leven!
Ik zend U een klein geschenk. Mocht het U aangenaam zyn.
'k En vraag u niets anders, als dry woordekens op eene briefkaart. En was het voor uwe krachten nog te veel laat my dan eens schryven van De Bo.
Uw dankbare leerling
A.J.M. Janssens
S.N. 19.3.88.