Sint Niklaas den 27 April 1888
Lieve Meester
Ik bedank U voor uw schoon dichtje Mocht ge weldra meer rust genieten, uw herte aan de bron der poëzie gaan verkwikken en uwe getrouwe lezers met eenen nieuwen bundel terblyden.
Ik heb u de zending van Liebrecht[1] over gestierd. Hieringesloten zend ik U de nota terug.
Gelief my te zeggen of alles wel is toegekomen
Als gy nog wat uit te zetten hebt, ware 't beter my, acht dagen voor uwe komst, het bedrag te melden, dan zou ik voor alles zorgen en dan kost gy zelf de papieren medenemen. Op die wyze en zou er geen haan over kraaien
Ik en kan u niet genoeg aanzetten om uw gedacht uit te voeren en zelf uwen Bisschop te gaan spreken en hem eenvoudig te zeggen wat Doctor Verriest u verklaard heeft. Dat is het beste plan, geloof my.
Uw toegenegen leerling
A.J.M. Janssens