Uw vriendelyk schryven doet my waarlyk deugd.
Voor wat den laster der heetekoppen aan gaat, daar en zal ik niets voor laten noch voor doen 't Is spytig dat deze die zoo spreken niet eens en gaan vragen in St Barbera te Gent hoeveel fransch dat Driesken wel kost als hy in 't collegie kwam, en wie er de eerste zyn in 't vlaamsch zoo wel daar als tot Jette. Maar daarmee genoeg.
Dank U voor springhale[1]
Duitsch en Dietsch heb ik al
Myn werk en zegt gy en myne weerdigheden? och ja. Buiten myn gedichten en heb ik niets laten verschynen als hier en daar een omstandigheidslied of cantate en de eene en de ander kleine bydrage in tydschriften zoo als rond den heerd, de vlaamsche wacht en 't Belfort. Verders hier en daar een woord in 't openbaar gesproken gelyk op de Potter en Claeys feest, te Poperinghe en te Kortryk en hier op ons Davidsfonds. Al 't noemen niet weerd. Myne weerdigheden kunnen ook weinig baten, Voorzitter van 't Davidsfonds, van 't Prinsgenootschap[2] van Vincentius (buiten stad[3]) p2gemeenteraadslid, gewezen rechter aan de koophandelsrechtbank enz.
ridder van St Gregorius - en Leopolds orde. Myn verwantschap en is misschien niet te mispryzen, daar myn familie dóórvlaams is en altyd de rechten der taal heeft verdedigd en nog zal verdedigen ook op politiek terrein, waar de keus van 't volk daar gelegenheid toe geeft.
Zoo ben ik neef van den oudminister P. De Decker, kozyn van E. De Decker vertegenwoordiger van Antwerpen, en jongste broeder van wylen den Senator Janssens-Smits en van den volksvertegenwoordiger Theodoor Janssens Meer en kan ik daar niet van zeggen ten minste toch niet schryven.
Hadde ik de gelegenheid U eens te zien ik zou daar geern eens over klappen
Kunt ge niet komen logeeren den avond voor de zitting[4] ofwel kan ik U te Gent eens zien. Het zou my dobbel aangenaam zyn.
Verschillige leden der taalkamer hebben reeds met lof over myn werk geschreven.
U in loquela[5]
Claeys in 't Belfort[6]
Mathot in de Belgische Illustratie
k en wil niet spreken van 't geen Snieders in 't Handelsblad schreef, die man en is niet voor self-contemplationp3Daems per brief
Van Droogenbroeck byzonderlyk in zynen diepgevoelden brief.
Dat het u nuttig waar dat ik de byzonderste deelen uit de beoordeeling op papier bracht ge en haddet maar te spreken.
k En moet U niet zeggen dat deze brief uit uwe handen niet en mag.
Verbrand hem liever als ge er 't wetenswaardige hebt uitgenomen.